2 Resultaten

We hebben aan respondenten gevraagd hoe vaak ze het Noorderplantsoen bezoeken. Daarbij geldt een doorreis door het Noorderplantsoen ook als een bezoek. In totaal geeft ruim een derde (37%) van de respondenten aan het Noorderplantsoen in ieder geval wekelijks (iedere dag, een paar keer per week of ongeveer één keer per week) te bezoeken. We zien hiernaast dat ruim 84 procent van de omwonende respondenten het Noorderplantsoen iedere dag of een paar keer per week bezoeken (Figuur 2). In het vervolg van deze rapportage zullen we de respondenten die aangaven het Noorderplantsoen  ‘iedere dag’ of ‘een paar keer per week’ te bezoeken, maar niet tot de groep omwonenden behoren, aanduiden als regelmatige bezoekers.

Ook zien we dat jongere respondenten het Noorderplantsoen vaker bezoeken dan oudere respondenten. Bijna 75% van de respondenten geeft aan meestal op de fiets naar het Noorderplantsoen te komen. Een groep van 20% doet dit meestal lopend.

We hebben de panelleden gevraagd wat ze de belangrijkste functie van het Noorderplantsoen vinden. Bijna de helft (46%) vindt de functie als recreatiegebied het belangrijkste. Bijna een kwart (23%) vindt de belangrijkste functie van het Noorderplantsoen die van rustgebied.  

In figuur 4 valt op dat omwonenden de functie van rustgebied (30%) vaker belangrijk vinden dan de andere twee groepen (ruim twintig procent).  Ook zien omwonenden het Noorderplantsoen juist iets minder vaak als recreatiegebied dan de overige respondenten.

We hebben de panelleden gevraagd naar hun ervaringen met (eventuele) overlast in het Noorderplantsoen. In totaal zegt tachtig procent (bijna) nooit met overlast in het Noorderplantsoen te maken te hebben gehad. Kijken we echter naar de verschillende groepen, dan zien we dat van de omwonenden ruim 40 procent (bijna) nooit overlast ervaart. Een meerderheid van de omwonenden ervaart dus wel eens overlast in het Noorderplantsoen (Figuur 5). Van de omwonenden geeft een kwart aan regelmatig of vaak met overlast te maken te hebben. 

We hebben de respondenten die soms, regelmatig of vaak met overlast te maken hebben gevraagd wat voor soort overlast zij hebben ervaren (Figuur 6). Wanneer we kijken naar de diverse vormen van overlast zien we dat rommel en losliggend afval (66%) bij de meeste respondenten overlast veroorzaakt, gevolgd door geluidsoverlast (60%). Bijna een derde van de respondenten (32%) heeft overlast ervaren van vervelend gedrag door medebezoekers. 

Respondenten die ‘Anders, namelijk…” kozen, gaven veelvuldig aan overlast te hebben ondervonden van Noorderzon. Daarbij werd dan niet enkel gewezen op overlast gedurende het evenement zelf, maar ook voorafgaand en na afloop van het evenement.

Wanneer we kijken naar de diverse groepen respondenten, zien we een aantal verschillen in de ervaren overlast. Omwonenden van het Noorderplantsoen hadden voornamelijk hinder van geluid (78%). Ook storen zij zich vaker dan de andere groepen aan rookoverlast en (fout) geparkeerde auto’s of fietsen. Regelmatige bezoekers stoorden zich het meest aan rommel of losliggend afval.

Vervolgens hebben we gevraagd of de respondenten zich weleens onveilig voelen in het Noorderplantsoen (Figuur 8). In totaal geeft 81% van de respondenten aan zich (bijna) nooit onveilig te voelen. Daar staat tegenover dat 17% zich soms onveilig voelt. Twee procent (84 respondenten) zegt zich regelmatig of vaak onveilig te voelen in het Noorderplantsoen. Wanneer we kijken naar de verschillende groepen zien we dat de omwonenden zich iets vaker onveilig voelen.

Uit de toelichtingen blijkt dat respondenten voornamelijk na zonsondergang en in de avond zich onveilig voelden. Regelmatig wordt aangegeven dat respondenten het Noorderplantsoen in het donker vermijden.

Ook wordt regelmatig genoemd dat er groepen mensen zijn of rondhangen in het Noorderplantsoen die ervoor zorgen dat respondenten zich niet veilig voelen. Daarnaast vormen brommers en fietsers voor sommige respondenten een bron van onveiligheid.

We hebben gevraagd of de respondenten een aantal positieve en een aantal negatieve punten over het Noorderplantsoen konden noemen. 

Respondenten zijn veelal positief over het groen, de (oude) bomen en de rust. Het Noorderplantsoen wordt betiteld als ‘oase van rust’ en ‘groene long’ voor de stad.

Bij de negatieve punten worden (zwerf)afval en rommel veel genoemd. Daarnaast drukte in het algemeen, maar ook drukte op de fiets- en wandelpaden. Voor een groep respondenten is de aanwezigheid van (loslopende) honden een doorn in het oog, terwijl een andere groep het inkorten van de honden loslooproute bekritiseerd.

Tot slot hebben we over een aantal specifieke aspecten de tevredenheid over het Noorderplantsoen onderzocht (Figuur 11). We zien dat een grote groep van 89 procent (zeer) tevreden is over het Noorderplantsoen in het algemeen. Over het onderhoud en de toegankelijkheid van het Noorderplantsoen is de tevredenheid iets minder groot, respectievelijk 81 en 76 procent.

We zien dat de verschillen in de waardering tussen de groepen klein zijn (Figuur 12). De omwonenden en regelmatige bezoekers onder de respondenten zijn meer tevreden over het Noorderplantsoen in het algemeen en over het onderhoud dan overige respondenten.