Studenten en jongeren
Titel verborgen
Onder de studenten en (werkende) jongeren in de gemeente Groningen hebben we een enquête verspreid. De enquête is verspreid via social media van de gemeente Groningen, OIS de onderwijsinstellingen. Daarnaast is de enquête verspreid via een oproep op intranet van de gemeente alsook via (wijk)nieuwsbrieven en verschillende Whatsapp groepen. De enquête was beschikbaar in het Nederlands en in het Engels en stond in totaal vier weken open.
3.1 Respons
In totaal hebben 419 respondenten de Nederlandse vragenlijst ingevuld en 474 respondenten de Engelse vragenlijst. Daarvan hebben 197 (77 Nederlandstalige en 120 Engelstalige) respondenten niet meer dan twee vragen ingevuld en zijn daarom niet meegenomen bij de verdere analyses. Daarnaast waren 32 respondenten ouder dan 29 of jonger dan 18 jaar en zijn tevens niet meegenomen in verdere analyses. Van 39 mensen was de leeftijd onbekend; deze respondenten zijn wel meegenomen in de resultaten. In totaal zijn de analyses met 664 respondenten uitgevoerd. Om een onderscheid te maken tussen Nederlandse en internationale respondenten, hebben we, naast de taal, ook meegenomen waar de respondent de middelbare school heeft afgerond, resulterend in 376 Nederlandse respondenten en 288 internationale respondenten.
3.2 Achtergrondgegevens
3.2.1 Leeftijd
Meer dan 40% van de respondenten in 2023 was tussen de 18 en 21 jaar, zie figuur 3.1. Dit verschilt van de enquête in 2021 waar een kwart van de respondenten in deze leeftijdscategorie viel. Daarentegen zien we dat de groep jongeren tussen de 25 en 27 jaar de enquête juist minder vaak hebben ingevuld ten opzichte van 2021.
Figuur 3.1: Leeftijdsverdeling respondenten in 2021 en 2023
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| 2021 (n=441) | 2023 (n=625) | |
|---|---|---|
| 18 t/m 21 jaar | 24% | 41% |
| 22 t/m 24 jaar | 28% | 27% |
| 25 t/m 27 jaar | 31% | 20% |
| 28 t/m 29 jaar | 16% | 11% |
3.2.2 Studenten
Van de respondenten is 71% bezig met een opleiding; dit is gelijk aan de enquête in 2021. In figuur 3.2 staat weergegeven wat voor opleiding deze respondenten volgen op het moment van invullen in 2021 en 2023. Net als in 2021 zien we dat rond twee derde van de respondenten aan de universiteit studeren en een derde een hbo-opleiding volgen. Van het mbo en het voortgezet onderwijs kwamen nagenoeg geen respondenten.
Figuur 3.2: Wat voor opleiding volg je op dit moment?
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| 2021 (n=307) | 2023 (n=449) | |
|---|---|---|
| universiteit | 66% | 61% |
| hbo | 31% | 32% |
| mbo | 3% | 5% |
| middelbare school | 0% | 2% |
Aan de respondenten is gevraagd hoeveel jaar ze bezig zijn met hun opleiding. Dit is inclusief het huidige studiejaar en alle eerdere opleidingen die ze hebben gevolgd. Zie figuur 3.3 voor de resultaten in 2021 en 2023. Vergeleken met 2021 zien we met name meer respondenten die net begonnen zijn met hun opleiding en minder respondenten die vijf jaar of langer met hun opleiding(en) bezig zijn. Gemiddeld zijn de respondenten in 2023 bijna drie jaar bezig met hun opleiding, vergeleken met gemiddeld vier jaar in 2021.
Figuur 3.3: Hoeveel jaar ben je bezig met je opleiding?
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| 2021 (n=298) | 2023 (n=437) | |
|---|---|---|
| 1 jaar | 9% | 31% |
| 2 jaar | 13% | 21% |
| 3 jaar | 12% | 14% |
| 4 jaar | 19% | 12% |
| 5 jaar | 17% | 9% |
| Meer dan 5 jaar | 29% | 14% |
3.2.3 Woonsituatie
Wonen de respondenten bij hun ouders of wonen ze op zichzelf? Van de respondenten woont 81% niet meer (het grootste gedeelte van de week) bij de ouders; dit was in 2021 88%, alhoewel destijds de gemiddelde leeftijd van de respondent hoger was dan in 2023. Aan de respondenten die nog wel bij hun ouders wonen, is gevraagd naar de redenen, zie figuur 3.4. Net als in 2021 waren financiële redenen en ‘Ik heb nog geen geschikte kamer kunnen vinden’, de belangrijkste redenen.
Figuur 3.4: Waarom woon je bij je ouders? (n=119, meerdere antwoorden mogelijk)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.4 | |
|---|---|
| Financiële reden(en) | 44% |
| Ik heb nog geen geschikte kamer kunnen vinden | 44% |
| Ik zie geen reden te vertrekken / Ik heb het prima naar mijn zin bij mijn ouder(s) | 29% |
| Ouderlijk huis ligt prettig dicht bij studie/werk | 19% |
| Anders, namelijk: | 13% |
3.2.4 Herkomst respondenten
Aan de respondenten is gevraagd wat de postcode is van hun huidige woonruimte, en indien ze uitwonend zijn, wat de postcode van hun ouders is. Daarnaast is gevraagd of ze hun middelbare schoolopleiding in Nederland hebben gevolgd. Indien niet, is gevraagd in welk land ze hun middelbare schoolopleiding wél hebben gevolgd. Deze informatie is gebruikt om de herkomst van de internationale respondenten te herleiden.
Herkomst Nederlandse respondenten
We zien dat, net als in voorgaande jaren, de meeste respondenten vanuit de drie noordelijke provincies, met name uit de gemeente Groningen zelf, komen, zie figuur 3.5. Ook uit Overijssel komt een deel van de respondenten. Hoe verder weg in Nederland, hoe minder respondenten ervandaan komen; dit geldt met name voor de Randstad.
Figuur 3.5: Herkomst respondenten (n=241)

Herkomst internationale respondenten
Aan de respondenten hun middelbare schoolopleiding niet in Nederland hebben gevolgd, is gevraagd in welk land ze deze wél hebben gevolgd. De respondenten komen uit alle hoeken van de wereld; in figuur 3.6 worden de landen getoond waar minimaal 5 respondenten hun middelbare schoolopleiding hebben gevolgd. In totaal komen 217 respondenten uit andere landen dan in figuur 3.6 getoond. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van alle landen. Net als in 2021 is het aandeel internationale respondenten uit Duitsland en Roemenië het hoogst.
Figuur 3.6: In welk land heb je je middelbare schoolopleiding gevolgd? (n=348)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.6 | |
|---|---|
| Duitsland | 26 |
| Roemenië | 24 |
| Italië | 12 |
| India | 10 |
| Polen | 9 |
| Spanje | 8 |
| Verenigde Staten | 8 |
| Frankrijk | 8 |
| Griekenland | 6 |
| Verenigd Koninkrijk | 5 |
| Slowakije | 5 |
| Portugal | 5 |
| Canada | 5 |
Uitwonende studenten en jongeren in de gemeente Groningen
Aan de jongeren die niet meer bij hun ouders/verzorgers wonen, is gevraagd naar hun postcode, zie figuur 3.7. De meeste jongeren wonen in het centrum, gevolgd door de Oosterparkwijk, Paddepoel en Selwerd. Ook in Vinkhuizen en de Korrewegwijk wonen relatief veel respondenten.

3.3 Huidige woonsituatie
Gemiddeld is het voor de respondenten hun derde woonruimte sinds ze op zichzelf in de gemeente Groningen zijn komen wonen. Figuur 3.8 laat zien hoe vaak respondenten zijn verhuisd sinds hun eerste woonruimte. In totaal duurde het voor de Nederlandse respondenten acht maanden totdat ze hun huidige woonruimte vonden. In 2021 deden jongeren er 8,5 maand over om hun huidige woonruimte te vinden. In de Engelse vertaling van de vragenlijst werden geen maanden gespecificeerd, vandaar dat de internationale studenten niet zijn meegenomen.
Figuur 3.8: Hoe vaak ben je binnen Groningen verhuisd sinds je eerste woonruimte in Groningen? (n=456)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.8 | |
|---|---|
| 0 keer (eerste woning in de gemeente Groningen) | 144 |
| 1 keer | 143 |
| 2 keer | 84 |
| 3 keer | 53 |
| 4 of meer keren | 32 |
Als we specifiek kijken naar het percentage respondenten per studiejaar dat (nog steeds) in hun eerste woonruimte in de gemeente Groningen woont, zien we eenzelfde trend als in 2021. Hoewel de eerstejaars het vaakst nog in hun eerste woonruimte wonen ten tijde van invullen, zien we tevens dat er een relatief hoog percentage respondenten met vier of meer studiejaren nog in hun eerste woonruimte wonen (figuur 3.9).
Figuur 3.9: Percentage respondenten dat in hun eerste woonruimte in de gemeente Groningen woont, per studiejaar (n=117)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.9 | |
|---|---|
| 1 jaar | 39% |
| 2 jaar | 18% |
| 3 jaar | 8% |
| 4 jaar | 12% |
| 5 jaar | 10% |
| Meer dan 5 jaar | 13% |
Het vinden van een woonruimte
Aan de jongeren is gevraagd hoe makkelijk ze aan hun huidige woonruimte zijn gekomen op een schaal van 1 (heel moeilijk) tot 10 (heel makkelijk). Gemiddeld beoordelen jongeren het vinden van een woning in de gemeente Groningen met een 4,4. Dit is met bijna een punt gedaald ten opzichte van 2021, waar jongeren het vinden van een woning nog beoordeelden met een 5,4. Tabel 3.1 laat de resultaten zien van deze vraag in 2021 en 2023, uitgesplitst naar internationale en Nederlandse jongeren.
Tabel 3.1: Op een schaal van 1 (heel moeilijk) tot 10 (heel makkelijk), hoe makkelijk kwam jij aan je huidige woonruimte in de gemeente Groningen toen je begon met zoeken? Naar herkomst
| Nederlandse jongeren | Internationale jongeren | |
|---|---|---|
| 2021 | 6,0 (n=178) | 4,0 (n=142) |
| 2023 | 5,5 (n=251) | 3,0 (n=193) |
Een studio vinden de jongeren het moeilijkst om te vinden in 2023; gemiddeld scoren de respondenten dat met een 3,8 (tabel 3.2). Daarentegen is het vinden van een éénkamerwoning met een eigen badkamer en/of toilet en/of keuken (maar niet alles voor zichzelf) het minst moeilijk met een 4,9.
Tabel 3.2: Op een schaal van 1 (heel moeilijk) tot 10 (heel makkelijk), hoe makkelijk kwam jij aan je huidige woonruimte in de gemeente Groningen toen je begon met zoeken? Naar soort woonruimte
| Gemiddelde score | |
|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken (n=152) | 4,4 |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer of toilet of eigen keuken (n=28) | 4,9 |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (n=93) | 3,8 |
| Meerkamerwoning met eigen voorzieningen (n=98) | 4,8 |
Overwegend wordt de krapte van de woningmarkt aangehaald als reden dat het moeilijk is om woonruimte te vinden, zowel particuliere als sociale huurwoningen. Ook op de koopmarkt wordt de krapte benoemd, alsook hoe lastig het is om met een beginnend salaris een woning te kunnen kopen. Internationale jongeren noemen daarnaast ook dat vele huizen geen internationale studenten accepteren, wat het nog moeilijker maakt om een woonruimte te vinden.
De jongeren die het relatief makkelijk vonden om woonruimte te vinden, hebben dit overwegend via hun sociale netwerk gevonden; via vrienden, studiegenoten of familie. Daarnaast zijn sommige jongeren begonnen met zoeken na de piekperiode van september, waardoor het makkelijker werd om woonruimte te vinden.
Huur- of koopwoning
Van de respondenten woont 5% in een koopwoning; de rest van de respondenten huurt woonruimte. Van deze laatste groep huurt 67% in de private huursector; 33% huurt de woonruimte van een woningcorporatie. Aan de respondenten die woonruimte huren, is gevraagd hoe tevreden ze zijn met de verhuurder van de woonruimte. Gemiddeld geven de respondenten de verhuurder van de woonruimte een 6,5. Zie tabel 3.3 voor de beoordeling van de woonruimte uitgesplitst naar private huur en huren van een woningcorporatie.
Tabel 3.3: Beoordeling verschillende aspecten van private huur en woningcorporaties op een schaal van 1 (heel slecht) tot 10 (heel goed)
| Private huur (n=226-268) |
Woningcorporatie (n=119-132) |
|
|---|---|---|
| Hoe tevreden ben je over de verhuurder van je woonruimte? | 6,6 | 6,2 |
| Hoe makkelijk was het om je huidige woonruimte te vinden? | 4,5 | 4,0 |
| Hoe tevreden ben je met de kwaliteit van de woonruimte? | 6,7 | 6,6 |
Uitgesplitst naar leeftijd is de tevredenheid over de woonruimte het hoogst voor de oudste leeftijdsgroep als ze huren van een woningcorporatie, terwijl de tevredenheid over de woonruimte het hoogst is voor de jongste leeftijdsgroep als ze huren van een particuliere verhuurder, zie tabel 3.4.
Tabel 3.4: Beoordeling tevredenheid woonruimte uitgesplitst naar private huur en woningcorporaties op een schaal van 1 (helemaal niet tevreden) tot 10 (zeer tevreden) naar leeftijd
| Private huur (n=40) |
Woningcorporatie (n=21-41) |
|
|---|---|---|
| 18-21 jarigen | 7,0 | 6,5 |
| 22-24 jarigen | 6,7 | 5,4 |
| 25-26 jarigen | 6,8 | 6,2 |
| 27-29 jarigen | 6,4 | 7,0 |
Redenen waarom de respondenten redelijk tevreden zijn met de verhuurder van de woonruimte in de private huur, zijn onder andere:
- Reparaties worden snel en goed uitgevoerd
- Mooie locatie
- Fijne/nieuwe woning
- Aardige huisbaas
Redenen waarom de respondenten redelijk tevreden zijn met een woningcorporatie, zijn onder andere:
- Reparaties worden snel en goed uitgevoerd
- Degelijke huurprijs
- Goed bereikbaar
- Goede service
Van de jongeren die hun woonruimte huren, krijgt 23% (78 respondenten, waarvan 66 Nederlands) huurtoeslag. Daarvan geeft ongeveer de helft (47%) aan in hun woonruimte te blijven wonen zonder huurtoeslag.
Huidige woonruimte
Van de respondenten woont 41% in een kamer met gedeelde faciliteiten; 25% woont in een studio met eigen faciliteiten en 26% woont in een appartement met meerdere kamers. Zie figuur 3.10 voor de huidige woonruimtes uitgesplitst naar Nederlandse en internationale jongeren. Hier valt op dat vooral internationale jongeren relatief veel op kamers en in studio’s met eigen faciliteiten wonen; Nederlandse jongeren wonen daarentegen relatief vaker in een appartement met meerdere kamers.
Figuur 3.10: Hoe ziet jouw woonruimte eruit? Naar herkomst
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Nederlandse jongeren (n=129) | internationale jongeren (n=155) | |
|---|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | 44% | 50% |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer en toilet, maar geen eigen keuken | 3% | 4% |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer, maar geen eigen toilet en keuken | 1% | |
| Eénkamerwoning met eigen keuken, maar geen eigen badkamer en toilet | 9% | 1% |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (badkamer, toilet en keuken) | 23% | 30% |
| Meerkamerwoning met eigen voorzieningen | 30% | 14% |
In figuur 3.11 is de huidige woonruimte uitgesplitst naar studiejaar. Hoewel de aantallen laag zijn per studiejaar, zien we een lichte trend waarbij studenten die kort studeren relatief meer op kamers wonen, terwijl studenten die langer studeren relatief sneller woonruimtes met eigen voorzieningen bewonen. Studenten die in het vierde jaar zitten, zijn ten tijde van de COVID-19 pandemie begonnen, wat mogelijk invloed kan hebben gehad op het soort woonruimte dat ze bewonen.
Figuur 3.11: Hoe ziet je woonruimte eruit? Naar studiejaar
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | Eénkamerwoning met eigen badkamer en/of toilet en/of eigen keuken | Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (badkamer, toilet en keuken) | Meerkamerwoning met eigen voorzieningen | |
|---|---|---|---|---|
| 1 jaar (n=79) | 52% | 5% | 30% | 13% |
| 2 jaar (n=62) | 60% | 8% | 22% | 10% |
| 3 jaar (n=38) | 50% | 8% | 21% | 21% |
| 4 jaar (n=31) | 39% | 16% | 26% | 19% |
| 5 jaar (n=28) | 50% | 4% | 35% | 11% |
| meer dan 5 jaren (n=44) | 23% | 11% | 30% | 36% |
Naast het aantal studiejaren, hebben we ook gekeken naar de huidige woonruimte van Nederlandse en internationale respondenten, zie figuur 3.12. Internationale studenten wonen relatief vaker op kamers en in studio’s; Nederlandse jongeren wonen vaker in appartementen met eigen voorzieningen.
Figuur 3.12: Hoe ziet je woonruimte eruit? Voor internationale en Nederlandse jongeren
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Nederlandse jongeren (n=204) | internationale jongeren (n=167) | |
|---|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | 35% | 48% |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer en/of toilet en/of eigen keuken | 9% | 5% |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (badkamer, toilet en keuken) | 22% | 29% |
| Meerkamerwoning met eigen voorzieningen | 34% | 17% |
Belangrijke kenmerken van de huidige woonruimte
We hebben de jongeren gevraagd hoe belangrijk bepaalde kenmerken waren op een schaal van 1 (helemaal niet belangrijk) tot 5 (heel belangrijk) bij het kiezen van hun huidige woonruimte en van de buurt waar ze wonen. Bij de huidige woonruimte is de prijs het belangrijkste kenmerk met een 4,5. Daarnaast zijn, net als 2021, eigen voorzieningen, huisgenoten en locatie belangrijk voor de jongeren.
Zie tabel 3.5 voor de resultaten over de kenmerken van de woonruimte, uitgesplitst naar Nederlandse en internationale jongeren. Met name voor internationale jongeren is de prijs het belangrijkste kenmerk. Verder zien we dat de locatie van de woonruimte en eigen voorzieningen ook relatief belangrijk zijn voor beide groepen. Tevens zijn huisgenoten en huurtoeslag belangrijk voor Nederlandse jongeren; dit zijn minder belangrijke kenmerken voor internationale jongeren.
Tabel 3.5: Hoe belangrijk waren onderstaande kenmerken van de woning bij het kiezen van je huidige woonruimte? Naar herkomst
| Nederlandse jongeren (n=214) |
Internationale jongeren (n=167) |
|
|---|---|---|
| Prijs | 4,5 | 4,6 |
| Huisgenoten | 4,0 | 3,3 |
| Eigen voorzieningen | 4,0 | 3,8 |
| Huurtoeslag | 3,7 | 3,0 |
| De locatie | 3,7 | 3,7 |
| Gezamenlijke voorzieningen | 3,6 | 3,0 |
| Isolatie | 3,3 | 3,4 |
| Energiezuinigheid | 3,1 | 2,8 |
| Gemeubileerd | 3,1 | 3,0 |
| Eigen tuin/ buitenruimte/balkon | 2,9 | 1,9 |
| Aantal kamers/oppervlakte | 2,2 | 2,9 |
Behalve naar de herkomst, hebben we ook gekeken wat de belangrijkste kenmerken van de woning waren naar studiejaar, zie tabel 3.6. De meeste kenmerken blijven even belangrijk over de studiejaren, waarbij de prijs het belangrijkste kenmerk blijft bij het kiezen van een woonruimte. Uitzonderingen zijn huisgenoten, huurtoeslag en een eigen buitenruimte; deze kenmerken worden belangrijker naarmate men langer studeert. Dit is mogelijk niet verrassend, omdat veel jongeren groter willen wonen met eigen voorzieningen naarmate men ouder wordt, waarbij huurtoeslag en een eigen buitenruimte belangrijker worden. Daarentegen zijn er ook jongeren die niet willen of kunnen verhuizen; voor deze jongeren worden huisgenoten mogelijk belangrijker.
Tabel 3.6: Hoe belangrijk waren onderstaande kenmerken van de woning bij het kiezen van je huidige woonruimte? Naar studiejaar
| 1 jaar (n=76) |
2 jaar (n=60) |
3 jaar (n=38) |
4 jaar (n=30) |
5 jaar (n=28) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Prijs | 4,6 | 4,4 | 4,5 | 4,8 | 4,4 |
| De locatie | 3,8 | 3,6 | 3,8 | 3,7 | 3,6 |
| Eigen voorzieningen | 3,5 | 3,7 | 3,4 | 3,9 | 3,8 |
| Isolatie | 3,3 | 3,4 | 3,2 | 3,3 | 3,2 |
| Huisgenoten | 3,2 | 3,1 | 3,4 | 3,4 | 4,5 |
| Gemeubileerd | 3,2 | 2,5 | 3,2 | 2,2 | 3,3 |
| Huurtoeslag | 3,1 | 2,9 | 2,9 | 3,1 | 4,1 |
| Gezamenlijke voorzieningen | 2,9 | 3,1 | 3,2 | 3,1 | 3,0 |
| Energiezuinigheid | 2,7 | 2,8 | 2,9 | 3,1 | 2,6 |
| Aantal kamers/oppervlakte | 2,6 | 2,7 | 2,2 | 2,3 | 2,0 |
| Eigen tuin/ buitenruimte/balkon | 1,7 | 2,0 | 2,1 | 2,3 | 2,5 |
Belangrijke kenmerken van de buurt
Behalve naar belangrijke kenmerken van de woonruimte hebben we ook gevraagd naar wat jongeren belangrijke kenmerken van de buurt vinden op een schaal van 1 (helemaal niet belangrijk) tot 5 (heel belangrijk). Met name de veiligheid van de buurt vinden jongeren belangrijk. Daarnaast scoren specifieke locatiekenmerken ook hoog, zoals dicht bij het centrum, dicht bij het werk/ de studie en dicht bij winkels.
Zie tabel 3.7 voor de resultaten over de kenmerken van de buurt, uitgesplitst naar Nederlandse en internationale jongeren. Hier zien we eenzelfde beeld waarbij veiligheid het belangrijkste kenmerk is van de buurt voor beide groepen. Opvallend is verder dat internationale jongeren veiligheid en locatie als kenmerken belangrijker vinden dan Nederlandse jongeren, wat mogelijk begrijpelijk is als je in een nieuw land komt wonen.
Tabel 3.7: Hoe belangrijk waren onderstaande kenmerken van de buurt bij het kiezen van je huidige woonruimte? Naar herkomst
| Nederlandse jongeren (n=207) |
Internationale jongeren (n=157) |
|
|---|---|---|
| Veiligheid in de buurt | 3,6 | 3,8 |
| Winkels in de buurt | 3,6 | 3,3 |
| Dichtbij mijn werk/opleiding | 3,3 | 3,8 |
| In of rond centrum | 3,3 | 3,7 |
| Rust/privacy | 3,1 | 2,9 |
| Veel groen in de buurt | 2,9 | 2,6 |
| Dichtbij familie/vrienden | 2,7 | 1,7 |
| Kindvriendelijkheid | 1,7 | 1,3 |
In een open vraag is tevens gevraagd of er nog andere kenmerken belangrijk waren bij het kiezen van de woning. Behalve dat meerdere jongeren aangaven dat het überhaupt vinden van een woonruimte al lastig was en ze elke woonruimte aannamen die beschikbaar was, kwamen er onder andere de volgende kenmerken uit:
- De staat van de woonruimte (schoon/nieuw/recentelijk gerenoveerd/bouwstijl)
- Weinig overlast van omwonenden
- Bepalingen in het contract (huisdieren/duur van het contract)
- Mogelijkheid voor parkeren auto
Kwaliteit woonruimte
Hoe scoren de jongeren de kwaliteit van de woonruimte? Gemiddeld geven jongeren de kwaliteit van hun woonruimte een 6,7 op een schaal van 1 (heel slecht) tot 10 (heel goed). De gemiddelde score verschilt weinig tussen Nederlandse (6,8) en internationale jongeren (6,7). In tabel 3.8 is te zien dat het soort woonruimte wel invloed heeft op de kwaliteitsscore. Hieruit blijkt jongeren de kwaliteit van hun woonruimte hoger scoren als ze eigen voorzieningen hebben.
Tabel 3.8: Kwaliteit score van 1 (heel slecht) tot 10 (heel goed) voor de woonruimte, naar soort woonruimte
| Soort woonruimte | Gemiddelde score |
|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken (n=130) | 6,4 |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer of toilet of eigen keuken (n=23) | 6,3 |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (n=86) | 6,9 |
| Meerkamerwoning met eigen voorzieningen (n=88) | 7,2 |
Maandelijkse woonlasten
Aan de respondenten is gevraagd wat de maandelijkse woonlasten zijn voor hun woonruimte. Hier is een onderscheid gemaakt tussen respondenten die een all-inclusive prijs betalen en respondenten die apart betalen voor huur/hypotheek en overige kosten.
All-inclusive prijs
In totaal betalen 215 respondenten een all-inclusive prijs voor hun woonruimte, die gemiddeld €682 bedraagt. Zie tabel 3.9 voor de all-inclusive prijs die de respondenten betalen, uitgesplitst naar soort woonruimte.
Tabel 3.9: All-inclusive prijzen (in euro's) naar woonruimte
| Soort woonruimte | Gemiddelde prijs |
|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken (n=94) | 489 |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer of toilet of eigen keuken (n=20) | 524 |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen (n=54) | 793 |
| Meerkamerwoning met eigen voorzieningen (n=30) | 1065 |
Wat opvalt is dat internationale jongeren gemiddeld meer betalen voor hun woonruimte dan Nederlandse respondenten: €754 (106 internationale respondenten) tegenover €612 (109 Nederlandse respondenten) respectievelijk. Dit verschil is significant, wat betekent dat het verschil in prijs waarschijnlijk niet alleen door toeval of willekeurige factoren kan worden verklaard. Verder onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de redenen voor dit verschil.
Het bovengenoemde verschil in prijs lijkt onder andere te zitten in het totaalbedrag dat jongeren voor een kamer en studio betalen, zie tabel 3.10. Vanwege een te laag aantal respondenten zijn de prijzen voor een éénkamerwoning met één of twee eigen voorzieningen en meerkamerwoningen met eigen voorzieningen niet getoond.
Tabel 3.10: All-inclusive prijzen (in euro's) naar woonruimte voor Nederlandse en internationale jongeren
| Soort woonruimte | Nederlandse jongeren (n=22-52) |
Internationale jongeren (n=32=42) |
|---|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | 421 | 574 |
| Eénkamerwoning met eigen voorzieningen | 685 | 868 |
All-inclusive prijs zonder respondenten die huurtoeslag ontvangen
Omdat huurtoeslag vooral door Nederlandse respondenten wordt ontvangen (66 van de 78 respondenten die huurtoeslag ontvangen zijn Nederlandstalig), zou dit mogelijk invloed kunnen hebben op de resultaten. Daarom hebben wij tevens gekeken naar de verschillen in prijzen zonder de respondenten die huurtoeslag ontvangen. Zonder de respondenten die huurtoeslag ontvangen, is het verschil in de gemiddelde all-inclusive prijs voor woonruimte nog groter: €557 euro voor Nederlandse respondenten (71 respondenten) tegenover €772 voor internationale respondenten (91 respondenten). Ook hier geldt dat dit een significant prijsverschil is.
Zie tabel 3.11 voor de all-inclusive prijs voor kamers uitgesplitst naar Nederlandse en internationale respondenten. We zien hier bijna geen verschil in prijs vergeleken met de gemiddelde prijzen waarbij de respondenten met huurtoeslag wel zijn meegenomen. De prijzen voor studio’s zijn niet getoond vanwege het lagere aantal respondenten. Opvallend is dat van de 22 Nederlandse respondenten die in een studio wonen, bijna 60% (13 respondenten) huurtoeslag krijgt; van de 32 internationale respondenten die in een studio wonen, krijgt 28% (9 respondenten) huurtoeslag. Hoewel de aantallen te laag zijn om uitspraken over te doen, lijkt de trend dat internationale respondenten minder vaak huurtoeslag krijgen; of dit is vanwege onwetendheid of dat ze geen recht op huurtoeslag hebben, is niet bekend.
Tabel 3.11: All-inclusive prijzen (in euro's) naar woonruimte voor Nederlandse en internationale jongeren zonder respondenten met huurtoeslag
| Soort woonruimte | Nederlandse jongeren (n=43) |
Internationale jongeren (n=39) |
|---|---|---|
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | 416 | 571 |
Huur of hypotheek
125 jongeren hebben aangegeven apart te betalen voor hun huur/hypotheek en overige kosten. Gemiddeld besteden deze jongeren €710 aan hun maandelijkse huur of hypotheek, €131 aan hun gas en elektriciteit en €53 aan servicekosten (indien van toepassing). Zie tabel 3.12 voor de woonlasten voor Nederlandse en internationale jongeren; dit verschilt weinig tussen beide groepen.
Tabel 3.12: Woonlasten (in euro's) voor Nederlandse en internationale jongeren
| Soort woonruimte | Nederlandse jongeren (n=53-76) |
Internationale jongeren (n=16-36) |
|---|---|---|
| Huur of hypotheek | 702 | 726 |
| Gas en elektriciteit | 130 | 133 |
| Servicekosten (indien van toepassing) | 48 | 71 |
Prijzen zonder respondenten die huurtoeslag ontvangen
Ook hier hebben we gekeken naar de prijzen zonder de respondenten die huurtoeslag ontvangen. Van deze respondenten hebben 73 jongeren aangegeven geen huurtoeslag te ontvangen en apart te betalen voor hun huur/hypotheek en overige kosten. Gemiddeld besteden deze jongeren €742 aan hun maandelijkse huur of hypotheek, €134 aan hun gas en elektriciteit en €63 aan servicekosten (indien van toepassing); dit verschilt weinig van de prijzen waarbij de jongeren zijn mee worden genomen die wel huurtoeslag ontvangen.
Zie tabel 3.13 voor de woonlasten van Nederlandse en internationale jongeren zonder respondenten die huurtoeslag ontvangen; ook hier zien we weinig verschil tussen de groepen.
Tabel 3.13: Woonlasten (in euro's) voor Nederlandse en internationale jongeren zonder respondenten met huurtoeslag
| Soort woonruimte | Nederlandse jongeren (n=15-34) |
Internationale jongeren (n=27-39) |
|---|---|---|
| Huur of hypotheek | 745 | 738 |
| Gas en elektriciteit | 137 | 132 |
| Servicekosten (indien van toepassing) | 57 | 76 |
3.4 Gewenste woonsituatie
We hebben de respondenten gevraagd of zij van plan zijn om te gaan verhuizen en zo ja, wat hun wensen voor hun nieuwe woning zijn. Twee derde van de respondenten heeft aangegeven dat zij verhuisplannen hebben (316 respondenten). De overige respondenten hebben aangegeven dat zij nog niet van plan zijn om te verhuizen, of het nog niet weten. De antwoorden van de respondenten uitgesplitst naar reden staan in figuur 3.13.
Figuur 3.13: Heb je plannen om te verhuizen?
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.13 | |
|---|---|
| Ja, ik heb het huur/koopcontract al (bijna) getekend | 09% |
| Ja, binnen een half jaar | 16% |
| Ja, over een half jaar tot 1 jaar | 15% |
| Ja, maar pas over meer dan 1 jaar | 26% |
| Nee, ik ben niet van plan te verhuizen | 25% |
| Weet ik (nog) niet | 10% |
Verhuiswensen
Van de respondenten die plannen hebben om te verhuizen, blijft of gaat 79% (244 respondenten) in de gemeente Groningen wonen; 64 respondenten geven aan buiten de gemeente Groningen te verhuizen. De redenen hiervoor worden weergegeven in figuur 3.14, waarbij met name studie en werk redenen zijn om buiten de gemeente Groningen te gaan wonen.
Figuur 3.14: Waarom wil je niet in de gemeente Groningen wonen?
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.14 | |
|---|---|
| Ik vervolg mijn studie buiten de gemeente Groningen | 22 |
| Ik zoek/heb een baan buiten de gemeente Groningen waar ik dichterbij wil wonen | 19 |
| Ik wil dichterbij mijn familie wonen | 15 |
| Prijzen voor woningruimte zijn te hoog | 14 |
| Ik zoek meer ruimte in en/of rondom mijn huis | 13 |
| Anders, namelijk: | 13 |
| Ik wil graag weer gaan wonen in de regio waar ik vandaan kom | 12 |
Van de respondenten met verhuisplannen gaat bijna 50% naar een woonruimte met meerdere kamers en eigen voorzieningen verhuizen; een kwart verhuist naar een studio met eigen voorzieningen, zie figuur 3.15.
Figuur 3.15: Hoe zou je graag willen wonen/ ga je wonen? (n=242)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.15 | |
|---|---|
| Meerkamerwoning met uitsluitend eigen voorzieningen | 51% |
| Eénkamerwoning met uitsluitend eigen voorzieningen (badkamer, toilet en keuken) | 26% |
| Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | 16% |
| Eénkamerwoning met eigen badkamer en/of toilet en/of eigen keuken | 06% |
Uitgesplitst naar leeftijd zien we dat de voorkeur voor een meerkamerwoning met eigen voorzieningen groter wordt naarmate men ouder wordt; de voorkeur voor een kamer met gedeeld gebruik van voorzieningen wordt daarentegen kleiner (figuur 3.16). In de leeftijdsgroep 18 tot en met 20 jaar zien we een tweedeling; ongeveer de helft van deze respondenten heeft een voorkeur voor een kamer, de andere helft heeft de voorkeur voor een studio.
Figuur 3.16: Hoe zou je graag willen wonen/ ga je wonen? Naar leeftijdsgroep (n=196)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Meerkamerwoning met uitsluitend eigen voorzieningen | Eénkamerwoning met uitsluitend eigen voorzieningen (badkamer, toilet en keuken) | Op kamers met gedeeld gebruik van badkamer en toilet en keuken | Eénkamerwoning met eigen badkamer en/of toilet en/of eigen keuken | |
|---|---|---|---|---|
| 18 t/m 20 jaar | 10 | 23 | 21 | 5 |
| 21 t/m 23 jaar | 28 | 17 | 8 | 6 |
| 24 t/m 25 jaar | 19 | 8 | 2 | 3 |
| 26 t/m 29 jaar | 43 | 3 |
Tabel 3.14. Stel: Je moet/kunt verhuizen naar een nieuwe woonruimte in de gemeente Groningen. Hoe belangrijk zijn onderstaande eigenschappen van deze mogelijke nieuwe woonruimte voor jou? (n=335)
| Gemiddelde score | |
|---|---|
| Prijs | 4,6 |
| Eigen voorzieningen | 4,4 |
| De locatie | 3,9 |
| Isolatie | 3,6 |
| Oppervlakte | 3,6 |
| Energiezuinig | 3,5 |
| Eigen tuin/buitenruimte | 3,2 |
| Huurtoeslag | 3,1 |
| Huisgenoten | 2,8 |
| Gezamenlijke voorzieningen | 2,6 |
| Gemeubileerd | 2,2 |
Belangrijke karakteristieken in toekomstige woonruimte
Stel: Je moet/kunt verhuizen naar een nieuwe woonruimte in de gemeente Groningen. Hoe belangrijk zijn onderstaande eigenschappen van deze mogelijke nieuwe woonruimte voor jou? Dit is gevraagd aan alle respondenten, zowel met als zonder directe verhuiswens. De prijs blijft het belangrijkste kenmerk, zie tabel 3.14. Daarnaast zijn eigen voorzieningen belangrijk, wat overeenkomt met de voorkeur voor meerkamerwoningen en studio’s van respondenten die graag zouden willen verhuizen. Opvallend is verder dat de isolatie en energiezuinigheid van de woonruimte relatief hoog op het wensenlijstje staat van veel respondenten, wat mogelijk te maken heeft met (de bewustwording van) de stijgende energieprijzen.
Vervolgens is gevraagd welke kenmerken van de buurt ze belangrijk vinden, zie tabel 3.15. Net als bij de huidige woonruimte zijn veiligheid van de buurt en winkels in de buurt belangrijke kenmerken van de toekomstige woonruimte. Een kenmerk dat belangrijker is in de toekomstige woonruimte vergeleken met de huidige woonruimte is rust en privacy.
Tabel 3.15: Hoe belangrijk zijn onderstaande eigenschappen van de buurt van deze mogelijke nieuwe woonruimte voor jou? (n=330)
| Gemiddelde score | |
|---|---|
| Veiligheid in de buurt | 4,0 |
| Winkels in de buurt | 3,7 |
| Rust/privacy | 3,6 |
| Dichtbij mijn werk/opleiding | 3,6 |
| Veel groen in de buurt | 3,3 |
| In of rond centrum | 3,2 |
| Dichtbij familie/vrienden | 2,6 |
| Kindvriendelijk | 1,8 |
Wat willen de respondenten maandelijks uitgeven aan deze woonruimte? Zie figuur 3.17 voor de prijzen inclusief en exclusief. Gemiddeld wil men €652 exclusief betalen en €755 inclusief gas, elektriciteit en belastingen betalen.
Figuur 3.17: Wat ben je bereid om te betalen/wat ga je betalen voor deze nieuwe woonruimte?
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Figuur 3.17 | ||
|---|---|---|
| exclusief | inclusief | |
| 0-200 euro | 5 | 1 |
| 200-400 euro | 49 | 21 |
| 400-500 euro | 60 | 76 |
| 600-800 euro | 47 | 59 |
| 800-100 euro | 32 | 48 |
| 1000-1200 euro | 12 | 18 |