Spring naar inhoud

Resultaten

3.1 Tevredenheid over nachtleven

Als eerste hebben we de respondenten gevraagd of ze tevreden zijn met het nachtleven van de gemeente Groningen. In totaal geeft 55% van hen aan het daar (helemaal) mee eens te zijn. Een kleine groep van 15% is het (helemaal) niet eens met de stelling en is dus niet tevreden met het nachtleven. Verder is 30% neutraal.

In figuur 4 staan de antwoorden uitgesplitst naar leeftijdsgroep. Over het algemeen zien we dat de jongere respondenten het vaakst tevreden zijn over het nachtleven. Naarmate de leeftijd stijgt zien we dat respondenten vaker neutraal zijn. Aangezien de ontevredenheid niet toeneemt, is het aannemelijk dat oudere respondenten niet per se minder tevreden zijn, maar minder vaak een uitgesproken mening hebben omdat ze minder actief deelnemen aan het uitgaansleven.

Bij de twee jongste groepen zien we nauwelijks verschil in tevredenheid: 74% van de 18-25-jarigen en 71% van de 26-34-jarigen is het (helemaal) eens met de stelling, wat suggereert dat het nachtleven goed aansluit bij hun voorkeuren. De leeftijdsgroep met relatief het grootste aandeel ontevredenheid is die van 35-49 jaar. Van hen geeft 16% aan het (helemaal) niet eens te zijn met de stelling.

Figuur 4: Stelling: “Ik ben tevreden met het nachtleven in de gemeente Groningen”, naar leeftijdsgroep

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Helemaal mee oneens Oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens
18-25 jaar (n=340) 1% 12% 13% 50% 24%
26-34 jaar (n=609) 1% 11% 17% 50% 21%
35-49 jaar (n=859) 1% 15% 24% 45% 15%
50-64 jaar (n=979) 2% 12% 33% 41% 12%
65 jaar e.o. (n=692) 3% 9% 53% 28% 7%

3.2 Type uitgaansgelegenheden

Vervolgens hebben we aan de respondenten gevraagd welk soort uitgaansgelegenheden zij wel eens bezoeken. Zoals figuur 5 toont, worden kroegen door de helft van de respondenten wel eens bezocht (53%). Ook festivals of evenementen en muziekpodia met een avond/nachtprogrammering worden door relatief veel respondenten bezocht (respectievelijk 38% en 35%). Daarnaast valt op dat 31% van de respondenten aangeeft naar geen van de uitgaansgelegenheden in de lijst te gaan.

Figuur 5: Welk soort uitgaansgelegenheden bezoek je wel eens tussen 22.00 en 06.00? (n = 5.479)*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Kroegen (n=2.899) 53%
Festivals/evenementen (n=2.064) 38%
Muziekpodia met
avond/nachtprogrammering (n=1.895)
35%
Dans-/feestcafés (n=1.319) 24%
Nachtclubs (n=1.066) 19%
Uitgaansgelegenheden in eigen wijk of
dorp (n=465)
8%
Uitgaansgelegenheden voor doelgroepen
zoals LHBTIQ+ of mensen met een
beperking (n=275)
5%
Geen van bovenstaande (n=1.715) 31%

*Meerdere antwoorden mogelijke waardoor percentages optellen tot meer dan 100%

Type uitgaansgelegenheden per leeftijdsgroep

We hebben ook per leeftijdsgroep gekeken naar het type uitgaansgelegenheden dat bezocht wordt, zoals weergegeven in figuur 6. Wat direct opvalt, is dat het percentage respondenten dat geen uitgaansgelegenheden bezoekt toeneemt naarmate de leeftijd stijgt. Bij de 18-25-jarigen gaat vrijwel iedereen naar minstens één soort uitgaansgelegenheid; slechts 3% geeft aan geen enkele te bezoeken. Dit percentage is vergelijkbaar bij de 26-34-jarigen, namelijk 5%. Bij de 35-49-jarigen stijgt dit naar 14%. Voor de 50-64-jarigen loopt het op tot 30%, en bij de 65-plussers verdubbelt dit nogmaals naar 62%.

Daarnaast zien we dat de 18-25-jarigen afwijken van het algemene patroon. Een nog groter deel van hen bezoekt wel eens een kroeg (78%), en veel van hen bezoeken nachtclubs (77%) en dans- of feestcafés (74%). Ook festivals of evenementen worden door een relatief groot deel (53%) van de 18-25-jarigen bezocht.

Ook de 26-34-jarigen bezoeken veel uitgaansgelegenheden, hoewel er enkele verschillen zijn met de jongere groep. Een groter deel van hen bezoekt wel eens kroegen (85%) en festivals of evenementen (65%). Ook muziekpodia worden door meer 26-34-jarigen bezocht (50%). Daarentegen is het percentage dat wel eens naar dans- en feestcafés (59%) en nachtclubs (48%) gaat, lager dan bij de 18-25-jarigen.

De 35-49-jarigen bezoeken ook regelmatig uitgaansgelegenheden, met 72% die wel eens een kroeg bezoekt. Daarnaast bezoekt ruim de helft van hen wel eens festivals of evenementen (55%) en muziekpodia (52%). Ten slotte valt op dat dans- of feestcafés en nachtclubs door respectievelijk 31% en 23% van de 35-49 jarige respondenten wel eens worden bezocht.

Figuur 6: Welk soort uitgaansgelegenheden bezoek je wel eens tussen 22.00 en 06.00? Naar leeftijdsgroep*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  18-25 jaar
(n=344)
26-34 jaar
(n=627)
35-49 jaar
(n=958)
50-64 jaar
(n=1.283)
65 jaar e.o.
(n=1.352)
Kroegen 78% 85% 72% 53% 22%
Festivals/evenementen 58% 65% 55% 37% 11%
Muziekpodia met
avond/nachtprogrammering
38% 50% 52% 39% 15%
Dans-/feestcafés 74% 59% 31% 11% 1%
Nachtclubs 77% 48% 23% 4% 1%
Uitgaansgelegenheden in eigen wijk
of dorp
10% 9% 12% 9% 5%
Uitgaansgelegenheden voor
doelgroepen zoals LHBTIQ+ of mensen
met een beperking
9% 11% 7% 4% 1%
Geen van bovenstaande 3% 5% 14% 30% 62%

*Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

3.3 Frequentie van bezoek

Vervolgens hebben we aan de respondenten gevraagd hoe vaak ze uitgaansgelegenheden bezoeken in de gemeente Groningen. In figuur 7 is te zien dat 40% van de respondenten (bijna) nooit naar uitgaansgelegenheden gaat. Daarnaast gaat 29% van de mensen af en toe uit, minder dan één keer per maand. Ongeveer een kwart (24%) bezoekt uitgaansgelegenheden één of meerdere keren per maand. Slechts een kleine groep van 7% gaat wekelijks op stap.

Figuur 7: Hoe vaak bezoek je uitgaansgelegenheden in de gemeente Groningen tussen 22.00 en 06.00? (n = 5.393)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Eén of
meerdere keren
per week
7%
Eén of
meerdere keren
per maand
24%
Minder dan één
keer per maand
29%
(Bijna) nooit 40%

Frequentie van bezoek per leeftijdsgroep

Figuur 8 laat zien hoe vaak de verschillende leeftijdsgroepen uitgaansgelegenheden bezoeken. Zoals verwacht zijn er duidelijke verschillen in bezoekfrequentie tussen leeftijdsgroepen. Respondenten van 18-25 jaar zijn het meest actief in het uitgaansleven: 31% van hen gaat minimaal één keer per week uit en 44% gaat één of meerdere keren per maand. Ook de respondenten in de leeftijdsgroep 26-34 jaar gaan relatief vaak uit, slechts 11% gaat (bijna) nooit uit. Wel zien we dat ze minder vaak uitgaan dan de jongere groep. In deze groep gaat 11% wekelijks uit, vergeleken met 31% bij de 18-25-jarigen. Toch gaat een groot deel nog steeds minstens maandelijks uit (45%). Uit de achtergrondvragen blijkt dat 86% van de 26-34-jarigen werkt, terwijl slechts 26% van de 18-25-jarigen dat doet. In plaats daarvan studeert 72% van de 18-25-jarigen. Dit verschil in levensstijl verklaart waarschijnlijk waarom de oudere groep wat minder vaak uitgaat.

In de leeftijdsgroepen van 35 tot 49 jaar en 50 tot 64 jaar wordt de afname in bezoekfrequentie nog duidelijker. In deze groepen geeft een groeiend percentage aan minder dan één keer per maand of (bijna) nooit uit te gaan. Deze verschuiving zet door bij de respondenten van 65 jaar en ouder, waar het merendeel aangeeft zelden of nooit uitgaansgelegenheden te bezoeken (70%).

Figuur 8: Hoe vaak bezoek je uitgaansgelegenheden in de gemeente Groningen tussen 22.00 en 06.00? Naar leeftijdsgroep

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Eén of meerdere keren per week Eén of meerdere keren per maand Minder dan één keer per maand (Bijna) nooit
18-25 jaar (n=343) 31% 44% 19% 6%
26-34 jaar (n=626) 11% 45% 33% 11%
35-49 jaar (n=955) 6% 31% 40% 23%
50-64 jaar (n=1.275) 5% 20% 35% 40%
65 jaar e.o. (n=1.327) 2% 8% 20% 70%

3.4 Uitgaven

Aan de respondenten die vaker dan ‘(bijna) nooit’ uitgaan, hebben we gevraagd hoeveel ze gemiddeld uitgeven tijdens een nachtje uit in Groningen (figuur 9). De meeste respondenten (44%) besteden gemiddeld €26 tot €50 wanneer ze uitgaansgelegenheden bezoeken. Een kwart van de respondenten (27%) geeft meer dan €50 uit. Aan de andere kant van het midden besteedt ook een kwart (25%) van de respondenten €10 tot €25. Een kleine groep van 4% houdt de uitgaven onder de €10.

Figuur 9: Hoeveel geef je gemiddeld uit tijdens een nachtje uit in Groningen? (n = 3.112)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Minder dan €10 4%
€10 tot €25 25%
€26 tot €50 44%
Meer dan €50 27%

Uitgaven naar leeftijdsgroep

Net zoals bij de frequentie van het uitgaan verschillen de uitgavenpatronen per leeftijdsgroep. Figuur 10 laat zien dat de helft (50%) van de respondenten van 18-25 jaar minder dan €26 besteedt aan een nachtje uit. Daarnaast besteedt 35% €26 tot €50 euro en geeft slechts 15% meer dan €50 uit. Bij de respondenten van 26-34 jaar zien we een toename in uitgaven, waarbij de helft (52%) tussen €26 en €50 besteedt, terwijl 27% zelfs meer dan €50 uitgeeft. De 35-49-jarigen geven net wat vaker meer uit, met 37% die meer dan €50 uitgeven. In de andere twee leeftijdsgroepen zien we dat respondenten steeds minder uitgeven.

Hoewel jongere respondenten dus relatief minder besteden aan een nachtje uit, gaan ze wel vaker uit. Aan de andere kant besteden 26-34-jarigen en 35-49-jarigen meer per keer, maar gaan ze minder vaak uit.

Figuur 10: Hoeveel geef je gemiddeld uit tijdens een nachtje uit in Groningen? Naar leeftijdsgroep

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Minder dan €10 €10 tot €25 €26 tot €50 Meer dan €50
18-25 jaar (n=321) 11% 39% 35% 15%
26-34 jaar (n=551) 1% 20% 52% 27%
35-49 jaar (n=720) 1% 17% 45% 37%
50-64 jaar (n=730) 3% 24% 45% 28%
65 jaar e.o. (n=369) 9% 41% 39% 11%

3.5 Redenen dat respondenten niet vaak uitgaan

Aan de respondenten die aangeven minder dan één keer per maand of (bijna) nooit uit te gaan, hebben we gevraagd wat de reden daarvoor is. Ze konden meerdere redenen geven. In figuur 11 is te zien dat ruim de helft (54%) van de respondenten simpelweg geen behoefte heeft om vaker uit te gaan. Een derde van de respondenten geeft aan liever overdag naar uitgaansgelegenheden of evenementen te gaan (33%) en 22% gaat liever naar huisfeestjes of spreekt af bij mensen thuis. Ook geeft een aantal respondenten aan dat ze niet of weinig uitgaan omdat het te duur is (13%), omdat ze zich niet veilig voelen (13%) of omdat Groningen geen aanbod heeft dat bij hen past (8%). Daarnaast heeft 14% van de respondenten een open antwoord ingevuld. Daarin noemen veel respondenten dat ze vanwege verantwoordelijkheden zoals kinderen en werk niet vaak (meer) uitgaan. Ook geeft een aantal respondenten aan dat ze er door hun leeftijd geen behoefte meer aan hebben of vinden dat ze niet meer tussen de rest van het uitgaanspubliek passen. Ten slotte zegt een aantal respondenten dat de sfeer of het aanbod in de stad is veranderd waardoor ze het minder leuk vinden.

Figuur 11: Waarom bezoek je uitgaansgelegenheden niet (vaak)? (n = 3.557)*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Ik heb geen behoefte om (vaker) uit te gaan
(n=1.990)
54%
Ik bezoek uitgaansgelegenheden/evenementen
liever overdag (tot 22.00) (n=1.195)
33%
Ik ga naar huisfeestjes/spreek liever af bij
mensen thuis (n=819)
22%
Ik vind het te duur (n=485) 13%
Ik vind het niet prettig/voel me niet veilig
(n=476)
13%
Groningen heeft geen aanbod dat bij mij past
(n=291)
8%
Ik ga liever uit buiten gemeente Groningen
(n=53)
1%
Uitgaansgelegenheden in Groningen zijn niet
toegankelijk genoeg (n=44)
1%
Anders, namelijk… (n=506) 14%
Geen specifieke reden (n=315) 9%

* Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

Redenen dat respondenten niet vaak uitgaan naar leeftijdsgroep

Als we de antwoorden per leeftijdsgroep bekijken, zien we grotendeels hetzelfde patroon (zie figuur 12). Wel valt op dat de twee jongste leeftijdsgroepen (respondenten tot 34 jaar) relatief vaak aangeven dat ze weinig uitgaan omdat ze liever naar huisfeestjes gaan (38% en 41%). Voor hen is het de op één na meest gekozen reden. Voor de andere leeftijdsgroepen (respondenten vanaf 35 jaar) wordt het minder vaak als reden gekozen (18-24%). Daarnaast zien we dat het overdag bezoeken van uitgaansgelegenheden of evenementen voor de respondenten van 18-25 jaar een minder belangrijke reden is (23%). Ook andere redenen zijn relatief belangrijker voor de jongere respondenten dan voor andere leeftijdsgroepen. Zo gaat een kwart van de jongeren niet vaak uit omdat ze het te duur vinden (26%). Daarnaast gaat een kwart van hen niet vaak uit omdat ze zich niet prettig of niet veilig voelen (23%). Verder vindt 17% van de 18-25-jarige respondenten die niet vaak uitgaan dat Groningen geen aanbod heeft dat bij hen past. Deze reden wordt minder vaak gekozen door oudere respondenten, hoewel het grootste deel van het uitgaansaanbod in Groningen juist gericht lijkt te zijn op de jongste leeftijdsgroep.

Figuur 12: Waarom bezoek je uitgaansgelegenheden niet (vaak)? Naar leeftijdsgroep*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  18-25 jaar
(n=84)
26-34 jaar
(n=278)
35-49 jaar
(n=600)
50-64 jaar
(n=951)
65 jaar e.o.
(n=1.188)
Ik heb geen behoefte om (vaker) uit te gaan 68% 72% 64% 56% 47%
Ik bezoek uitgaansgelegenheden/evenementen
liever overdag (tot 22.00)
23% 33% 31% 33% 34%
Ik ga naar huisfeestjes/spreek liever af
bij mensen thuis
38% 41% 24% 22% 18%
Ik vind het te duur 26% 17% 16% 16% 9%
Ik vind het niet prettig/voel me niet veilig 23% 15% 14% 13% 10%
Groningen heeft geen aanbod dat bij mij past 17% 10% 11% 9% 5%
Ik ga liever uit buiten gemeente Groningen 0% 3% 3% 1% 1%
Uitgaansgelegenheden in Groningen zijn
niet toegankelijk genoeg
4% 1% 2% 1% 0%
Geen specifieke reden 6% 2% 4% 9% 11%

* Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

3.6 Beoordeling van het aanbod

Om inzicht te krijgen in hoe het huidige aanbod in het nachtleven wordt beoordeeld door inwoners, hebben we de respondenten daarover een aantal vragen gesteld. Ten eerste hebben we ze gevraagd voor diverse soorten uitgaansgelegenheden aan te geven of het aanbod daarvan genoeg gevarieerd is (figuur 13). Ook hier zijn de respondenten die kozen voor ‘weet niet/geen antwoord’ niet meegenomen. Dat zien we terug in het aantal respondenten dat hun mening gaf, wat per type uitgaansgelegenheid verschilt.

We zien dat het aanbod van de meest bezochte uitgaansgelegenheid, namelijk de kroeg, het meest positief wordt beoordeeld. Slechts 7% van de respondenten vindt dat het aanbod van kroegen (zeer) onvoldoende is, terwijl het overgrote deel (84%) het juist (zeer) voldoende vindt. De variatie in het aanbod van festivals of evenementen en muziekpodia, die ook door veel respondenten wel eens worden bezocht, wordt ook redelijk positief beoordeeld. Ook dans- en feestcafés vallen op; slechts 11% van de respondenten vindt het aanbod daarvan niet gevarieerd genoeg, terwijl 68% het juist (zeer) voldoende gevarieerd vindt. Ten slotte zien we dat uitgaansgelegenheden voor doelgroepen zoals LHBTIQ+ of mensen met een beperking het minst goed worden beoordeeld. Een groep van 36% vindt het aanbod daarvan (zeer) onvoldoende en slechts 26% vindt het (zeer) voldoende. Ook uitgaansgelegenheden in eigen wijk of dorp worden door 36% van de respondenten beoordeeld als (zeer) onvoldoende gevarieerd. Slechts een derde (33%) vindt het aanbod daarvan wel voldoende gevarieerd. Tussen leeftijdsgroepen zit weinig verschil in de beoordeling van het aanbod.

Figuur 13: Is het aanbod van deze uitgaansgelegenheden voldoende gevarieerd?

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Zeer onvoldoende Onvoldoende Neutraal Voldoende Zeer voldoende
Dans-/feestcafés (n=2.935) 2% 9% 21% 42% 26%
Festivals/evenementen (n=3.755) 3% 17% 18% 44% 18%
Kroegen (n=3.934) 2% 5% 9% 44% 40%
Muziekpodia met
avond/nachtprogrammering (n=3.489)
3% 18% 21% 45% 13%
Nachtclubs (n=2.494) 3% 18% 29% 34% 16%
Uitgaansgelegenheden in eigen wijk
of dorp (n=2.874)
9% 27% 31% 26% 7%
Uitgaansgelegenheden voor
doelgroepen zoals LHBTIQ+ of mensen
met een beperking (n=1.672)
8% 28% 38% 16% 10%

Verbeterpunten aanbod

Vervolgens hebben we respondenten een open vraag gesteld over wat zij in het uitgaansleven in Groningen missen of zouden willen verbeteren. In totaal lieten 2.336 respondenten een opmerking achter. Veel respondenten merken op dat het huidige uitgaansaanbod eenzijdig is en voornamelijk gericht is op studenten en jongeren.

“Het is allemaal een beetje van hetzelfde, kroeg A draait dezelfde muziek als kroeg B.”

Respondenten hebben behoefte aan meer variatie, vooral voor 25-30 jarigen en 40-plussers. Ze missen plekken zoals dansgelegenheden voor 30+, LHBTIQ+-vriendelijke locaties en kroegen in de wijken of dorpen. Ook heeft een groot aantal respondenten behoefte aan meer uitgaansgelegenheden met livemuziek of plekken met bepaalde muziekgenres zoals blues, jazz, metal, dance of rock. Er wordt ook door sommige respondenten voorgesteld dat uitgaansgelegenheden eerder zouden moeten beginnen en sluiten, zodat het uitgaansleven op gang komt zonder dat het tot diep in de nacht doorgaat. Daarentegen zijn er ook respondenten die de sluitingstijden van nu juist waarderen of zelfs zouden willen uitbreiden.

Veiligheid is ook een belangrijk punt voor veel respondenten. Ze vragen om meer controle op drugs en wapens, en pleiten voor meer handhaving en zichtbare aanwezigheid van agenten. Een aantal respondenten noemt het gebrek aan een centrale plek waar mensen naartoe kunnen als er iets is.

Tot slot is er kritiek op de regelgeving vanuit de gemeente. Respondenten vinden dat er meer vrijheid moet komen voor ondernemers om evenementen te organiseren zonder te veel belemmeringen:

“Veiligheid is natuurlijk belangrijk, maar de gemeente mag wel meer gaan meedenken met ondernemers en publiek.“

Veel respondenten misten dit jaar bijvoorbeeld de festiviteiten rondom Koningsdag op het Poeleplein of een groot scherm om de EK-wedstrijden op te bekijken.

Hoeveelheid live muziek

Naast vragen over het aanbod in het algemeen hebben we respondenten ook gevraagd wat ze vinden van de hoeveelheid evenementen met live muziek die nu worden georganiseerd. Van de 2.963 respondenten die deze vraag hebben beantwoord, vindt 44% dat er te weinig evenementen met live muziek worden georganiseerd en vindt 9% het zelfs veel te weinig. Een derde van respondenten (34%) vindt het aantal evenementen met live muziek precies genoeg en een kleine groep van 13% vindt het (veel) te veel.

Figuur 14 laat per leeftijdsgroep zien hoe respondenten denken over de hoeveelheid evenementen met live muziek. Bij de jongste groep van 18-25 jaar vindt een ruime meerderheid van 77% dat er (veel) te weinig live muziek wordt georganiseerd. Naarmate de leeftijd toeneemt, daalt dit percentage: 70% bij de 26-34-jarigen, 58% bij de 35-49-jarigen, 47% bij de 50-64-jarigen, en slechts 27% bij de 65-plussers. Tegelijkertijd zien we een toename in het aandeel respondenten dat vindt dat er precies genoeg live muziekevenementen worden georganiseerd. Ook het aandeel respondenten dat vindt dat er (veel) te veel live muziek is, wat bij de 18-25-jarigen slechts 2% is, stijgt stapsgewijs naar 30% bij de respondenten van 65 jaar en ouder.

Figuur 14: Vind je dat uitgaansgelegenheden in gemeente Groningen voldoende evenementen organiseren met live muziek (na 22.00 uur)? Naar leeftijdsgroep

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Veel te weinig Te weinig Precies genoeg Te veel Veel te veel
18-25 jaar (n=291) 11% 66% 21% 1% 1%
26-34 jaar (n=484) 13% 57% 26% 2% 2%
35-49 jaar (n=685) 11% 47% 35% 4% 3%
50-64 jaar (n=793) 8% 39% 39% 7% 7%
65 jaar e.o. (n=533) 4% 23% 43% 16% 14%

Belang van muziekgenre

Aan de respondenten die vaker dan ‘(bijna) nooit’ uitgaan, hebben we gevraagd hoe belangrijk het muziekgenre van een uitgaansgelegenheid is voor hun keuze om die te bezoeken (figuur 15). In totaal vindt 47% van deze respondenten dat het muziekgenre "belangrijk" is, terwijl 37% het zelfs als "heel belangrijk" beschouwt. Een kleiner deel van 11% heeft hier een neutrale houding over en slechts 5% vindt het muziekgenre (helemaal) niet belangrijk voor hun keuze om een uitgaansgelegenheid te bezoeken.

Alle leeftijdsgroepen vertonen een vergelijkbaar patroon. Alleen de respondenten van 65 jaar en ouder lijken het muziekgenre net wat minder belangrijk te vinden.

Figuur 15: Hoe belangrijk is het muziekgenre van een uitgaansgelegenheid voor jouw keuze om die te bezoeken? (n = 2.920)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Helemaal niet
belangrijk
1%
Niet
belangrijk
4%
Neutraal 11%
Belangrijk 47%
Heel
belangrijk
37%

3.7 Inclusiviteit

Om een beeld te krijgen van hoe respondenten denken over de inclusiviteit van het nachtleven van Groningen, hebben we hen een aantal stellingen voorgelegd. In figuur 16 is te zien in hoeverre de respondenten het met deze stellingen eens zijn.

Toegankelijkheid

Bij de eerste stelling zien we dat 55% van de respondenten het er (helemaal) mee eens is dat uitgaansgelegenheden in de gemeente toegankelijk genoeg zijn. Verder is 15% het daar juist (helemaal) niet mee eens. Wat betreft de leeftijdsgroepen zien we dat het percentage respondenten dat het (helemaal) eens is met de stelling hoger is bij de 18-25-jarige respondenten (70%) en een beetje daalt met elke oudere leeftijdsgroep. Bij de 65-plussers vindt nog 48% dat uitgaansgelegenheden toegankelijk genoeg zijn. Dit gaat grotendeels samen met een toename in het aandeel respondenten dat neutraal is.

Welkomstgevoel

We zien dat 60% van de respondenten het (helemaal) eens is met de stelling dat zij zich altijd welkom voelen in het nachtleven. In totaal is 17% het daar (helemaal) niet mee eens. Bij een aantal leeftijdsgroepen is het percentage respondenten dat zich welkom voelt in het nachtleven hoger. Bij zowel de 18-25-jarigen als de 26-34-jarigen is 71% het (helemaal) eens met de stelling en is 14% het (helemaal) oneens. Bij de 35-49-jarigen is 68% het (helemaal) eens en is 15% het (helemaal) oneens. Vanaf de groep met 50-65-jarige respondenten wordt het percentage (helemaal) eens wat lager, namelijk 58%. Het percentage (helemaal) oneens blijft vergelijkbaar (17%), maar het aandeel neutraal stijgt. Bij de 65-plussers zien we dat nog sterker terug, een meerderheid van 43% is neutraal.

Inclusiviteit

Vervolgens zien we dat 49% van de respondenten het (helemaal) eens is met de stelling dat iedereen welkom is in het nachtleven van Groningen, ongeacht geaardheid, etniciteit, leeftijd of religie. Verder is 25% het (helemaal) oneens en is 26% neutraal. Als we kijken naar de verschillende leeftijdsgroepen, zien we daarin geen significante verschillen.

Gelijkwaardige behandeling

Ten slotte is 36% van de respondenten het (helemaal) eens met de stelling dat alle bezoekers gelijkwaardig worden behandeld in het nachtleven. Een vergelijkbaar aandeel (35%) is het hier juist (helemaal) mee oneens. Als we naar de leeftijdsgroepen kijken, zien we het percentage respondenten dat het (helemaal) oneens is, het hoogst is bij de 18-25-jarigen (43%) en de 26-34-jarigen (ook 43%). Dit percentage neemt af bij oudere groepen: 34% bij de 35-49-jarigen, 30% bij de 50-64-jarigen en 25% bij de 65-plussers. Bij de jongste groep (18-25 jaar) zijn er meer respondenten die het (helemaal) oneens zijn dan eens, terwijl bij de 26-34-jarigen de verdeling nagenoeg gelijk is. Bij de oudere leeftijdsgroepen is juist het aandeel dat het (helemaal) eens is groter. Daarnaast neemt het percentage respondenten dat neutraal blijft toe naarmate de leeftijd stijgt.

Figuur 16: Stellingen over inclusiviteit

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens
Uitgaansgelegenheden in gemeente Groningen
zijn toegankelijk genoeg. (n=3.108)
2% 13% 30% 46% 9%
Ik voel me altijd welkom in het nachtleven.
(n=3.505)
3% 14% 23% 46% 14%
Iedereen is welkom in het nachtleven van
Groningen ongeacht geaardheid, etniciteit,
leeftijd of religie. (n=3.056)
5% 20% 26% 36% 13%
Alle bezoekers worden gelijkwaardig
behandeld in het nachtleven. (n=2.972)
6% 29% 29% 29% 7%

Open vragen over toegankelijkheid

We hebben de respondenten op verschillende manieren gevraagd naar de toegankelijkheid van uitgaansgelegenheden in de gemeente Groningen. We hebben ten eerste open vervolgvragen gesteld aan de respondenten die aangaven dat ze niet vaak uitgaan en als reden opgaven dat uitgaansgelegenheden niet toegankelijk genoeg zijn. We vroegen hen naar wat voor problemen zij hebben ervaren met toegankelijkheid. In totaal gaven 24 respondenten een antwoord.

Uit de antwoorden blijkt dat er een aantal obstakels zijn ten aanzien van de toegankelijkheid van uitgaansgelegenheden in Groningen, vooral voor mensen met fysieke beperkingen. Veel uitgaansplekken hebben trappen en drempels, waardoor ze niet of moeilijk bereikbaar zijn voor mensen met een rolstoel of scootmobiel. Een gebrek aan zitruimte maakt het daarnaast lastig om ergens comfortabel te zitten:

“Het is eigenlijk nergens mogelijk om rustig te zitten, of anders zit je 'opgesloten' tussen staande mensen.”

Een ander punt dat vaker wordt genoemd, is het gebrek aan toegankelijke toiletten. Zelfs als een plek rolstoelvriendelijk is, ontbreekt vaak een geschikt toilet:

“Als ze wel toegankelijk zijn, dan is er geen toegankelijk toilet. Hierdoor kan ik niks drinken of moet ik eerder naar huis.”

Daarnaast is bereikbaarheid een probleem. Er rijden geen bussen meer in het centrum en de lange afstanden vanaf de bushaltes zijn een uitdaging voor mensen die slecht ter been zijn. Daarnaast is met de auto of taxi komen ook niet voor iedereen mogelijk.

Een tweede vervolgvraag ging over hoe de gemeente de toegankelijkheid van uitgaansgelegenheden kan verbeteren. In totaal geven 23 respondenten verschillende suggesties, zoals subsidies verstrekken voor het toegankelijk maken van gebouwen en het plaatsen van openbare toegankelijke toiletten. Ook stellen ze voor dat de gemeente toegankelijkheid hoger op de agenda zet door strengere eisen te stellen aan uitgaansgelegenheden. Daarnaast vroegen enkele respondenten om betere bereikbaarheid, bijvoorbeeld door dichterbij parkeren mogelijk te maken, ruimte voor scootmobiels bij fietsenstallingen te creëren, en een betaalbaar alternatief voor openbaar vervoer naar het centrum te vinden.

Respondenten die aangeven het (helemaal) oneens of neutraal te zijn met de stelling “Uitgaansgelegenheden in gemeente Groningen zijn toegankelijk genoeg” hebben we vervolgens ook gevraagd naar suggesties voor verbeteringen vanuit de gemeente. Van deze respondenten hebben 498 de vraag beantwoord. Veel opmerkingen komen overeen met het eerder geschetste beeld. Ook deze respondenten stellen voor om subsidies te geven of strengere eisen te stellen om uitgaansgelegenheden beter toegankelijk te maken. Veel respondenten geven aan dat de meeste uitgaansgelenheden nu niet rolstoeltoegankelijk zijn door drempels, trappen en het ontbreken van geschikte voorzieningen, zoals aangepaste toiletten. Ook wordt voorgesteld om uitzonderingen te maken voor het stallen van fietsen van mensen met een beperkte mobiliteit, omdat de afstand van de fietsenstallingen naar uitgaansgelegenheden vaak te groot is.

“Je bent al kapot voordat je bij iets leuks bent!”

Daarnaast noemen sommige respondenten het verbeteren van het openbaar vervoer of het subsidiëren van speciaal vervoer als mogelijke oplossingen om uitgaansgelegenheden makkelijker bereikbaar te maken. Verder zegt een aantal respondenten dat het vooral belangrijk is om in gesprek te gaan met de mensen voor wie het uitgaansleven nu niet toegankelijk is, de ervaringsdeskundigen. Ten slotte merkt een aantal respondenten op dat het al zou helpen als het ergens makkelijk te vinden was welke uitgaansgelegenheden nu wel en niet toegankelijk zijn. Dit kan bijvoorbeeld door in kaart te brengen wat voor trappen of drempels er zijn en waar (openbare) toegankelijke toiletten zijn.

Tot nu toe beschreven we opmerkingen van respondenten die betrekking hebben op de fysieke toegankelijkheid van het uitgaansleven. Respondenten merken echter op dat het uitgaansleven soms ook op andere manieren niet toegankelijk is. Volgens veel respondenten wordt er regelmatig geprofileerd door de beveiliging aan de deur, waarbij mensen anders worden behandeld op basis van hun uiterlijk. Dit gebeurt bijvoorbeeld op basis van huidskleur, seksualiteit of als iemand geen Nederlands spreekt. Een aantal respondenten stelt voor om een eenduidig deurenbeleid te ontwikkelen, zodat de regels duidelijk en voor iedereen hetzelfde zijn. Ten slotte denkt een aantal respondenten bij toegankelijkheid ook aan leeftijdsgroepen. Zij vinden dat uitgaansgelegenheden niet voor alle leeftijdsgroepen toegankelijk zijn en dat zij “nergens terecht” kunnen of “raar aangekeken” worden.

3.8 Sociale veiligheid

Sociale veiligheid in het nachtleven draait om het creëren van een omgeving waarin mensen zich niet alleen fysiek, maar ook emotioneel en sociaal veilig voelen. In een sociaal veilige omgeving vindt bijvoorbeeld geen uitsluiting of discriminatie plaats en wordt diversiteit geaccepteerd. We hebben respondenten op verschillende onderdelen gevraagd hoe veilig zij zich voelen in het nachtleven in Groningen. Bij sommige respondenten kwam dit onderwerp al vroeg in de vragenlijst. Namelijk bij de respondenten die aangaven dat ze niet vaak uitgaan en als reden opgeven dat ze zich niet veilig of prettig voelen. Deze respondenten kregen op dat moment meteen vervolgvragen over veiligheid. Zoals we in figuren 11 en 12 hebben laten zien, gaf 13% van de respondenten die niet vaak uitgaan aan dat ze niet (vaker) gaan omdat ze zich niet veilig of prettig voelen. Onder de 18-25-jarige respondenten was dat 23% en bij de andere leeftijdsgroepen was het tussen de 10% en 15%.

De andere respondenten kregen later de vraag of zij zich wel eens onveilig hebben gevoeld op straat of in een uitgaansgelegenheid in de nacht. Dit zijn dus de respondenten die vaker uitgaan of om andere redenen dan veiligheid niet vaak uitgaan. In figuur 17 zien we dat in totaal 63% van deze respondenten zich wel eens onveilig heeft gevoeld. Voor een groot deel zijn dat mensen die zich een enkele keer onveilig hebben gevoeld (49% van de respondenten). Verder geeft 37% aan dat zij zich nooit onveilig hebben gevoeld in het nachtleven.

Figuur 17: Heb je je wel eens onveilig gevoeld op straat of in een uitgaansgelegenheid gedurende de nacht (tussen 22.00 en 06.00)? (n = 2.141)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  percentage
Nee, nooit 37%
Ja, een enkele
keer
49%
Ja, regelmatig 10%
Ja, heel vaak 4%

Veiligheid naar leeftijdsgroep

Uit figuur 18 blijkt dat er duidelijke verschillen zijn tussen de leeftijdsgroepen als het gaat om het gevoel van onveiligheid 's nachts op straat of in het uitgaansleven. Jongere respondenten geven aanzienlijk vaker aan dat zij zich wel eens onveilig voelen. Bij de 18-25-jarigen geeft slechts 20% aan zich nooit onveilig te voelen. Verder voelt 54% zich een enkele keer onveilig, 16% voelt zich regelmatig onveilig, en 10% voelt zich zelfs heel vaak onveilig. In totaal voelt dus 79% van de 18-25-jarige respondenten zich in wel eens onveilig in het uitgaansleven van Groningen. We zien vervolgens dat het percentage respondenten dat zich nooit onveilig voelt, per leeftijdsgroep hoger wordt. Het is daarbij echter goed om in gedachten te houden dat jongere mensen vaker deelnemen aan het nachtleven, waardoor zij ook meer situaties ervaren waarin ze zich onveilig zouden kunnen voelen. Dit kan verklaren waarom het gevoel van onveiligheid onder jongere respondenten hoger is.

Figuur 18: Heb je je wel eens onveilig gevoeld op straat of in een uitgaansgelegenheid gedurende de nacht (tussen 22.00 en 06.00)? Naar leeftijdsgroep

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Nee, nooit Ja, een enkele keer Ja, regelmatig Ja, heel vaak
18-25 jaar (n=316) 20% 54% 16% 10%
26-34 jaar (n=561) 27% 51% 14% 8%
35-49 jaar (n=800) 35% 51% 11% 3%
50-64 jaar (n=952) 41% 50% 7% 2%
65 jaar e.o. (n=674) 52% 42% 4% 2%

Waar voelen respondenten zich onveilig?

Aan alle respondenten die zich wel eens onveilig voelen tijdens het uitgaan hebben we gevraagd op welke plekken ze zich onveilig voel(den). Ze konden meerdere antwoorden kiezen. In figuur 19 worden de antwoorden van de respondenten die aangeven dat ze niet vaak uitgaan omdat ze zich niet veilig voelen apart weergegeven. Over het algemeen valt op dat de meeste respondenten zich onveilig voelen op straat rondom het uitgaansgebied. Dit geldt zowel voor mensen die minder vaak uitgaan vanwege veiligheid (87%) als voor andere respondenten die zich wel eens onveilig voelen in de nacht (88%). Wat betreft specifieke uitgaansgelegenheden zoals kroegen en nachtclubs, zien we dat respondenten minder vaak aangeven dat ze zich daar onveilig voelen. De respondenten die niet vaak uitgaan vanwege veiligheid geven wel vaker aan dat ze zich in bepaalde uitgaansgelegenheden onveilig voelden, vergeleken met de andere respondenten.

Figuur 19: Op welke plekken voel(de) je je onveilig?*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Respondenten die niet vaak uit gaan vanwege veiligheid (n=468) Andere respondenten (n=2.141)
Op straat rond het uitgaansgebied 87% 88%
Kroegen 25% 11%
Nachtclubs 20% 12%
Dans-/feestcafés 21% 11%
Festivals/evenementen 15% 4%
Muziekpodia met avond/nachtprogrammering 10% 2%
Anders, namelijk… 7% 5%
Geen specifieke plek 6% 5%

* Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

Waardoor voelen respondenten zich onveilig?

Naast locatie hebben we ook gevraagd naar de redenen waarom respondenten zich niet veilig voelden. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen. De resultaten staan in figuur 20. Agressief gedrag wordt het vaakst genoemd door zowel respondenten die minder vaak uitgaan vanwege veiligheid (83%) als door de andere respondenten die zich wel eens onveilig voelen (78%). Ook (overmatig) alcohol- of drugsgebruik van anderen wordt vaak gekozen, vooral door een groot deel van respondenten die minder vaak uitgaan vanwege veiligheid (79%), maar ook door de andere respondenten (56%). Verder valt op dat respondenten die minder vaak uitgaan omdat ze zich onveilig voelen, twee keer zo vaak aangeven zich onveilig te voelen door onvoldoende aanwezigheid van politie of beveiliging (47% tegenover 25% van de andere respondenten) en criminaliteit (40% tegenover 20%).

Figuur 20: Waardoor voel(de) je je onveilig?*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Respondenten die niet vaak uit gaan vanwege veiligheid (n=468) Andere respondenten (n=2.141)
Agressief gedrag van anderen 83% 78%
(Overmatig) alcohol- of
drugsgebruik bij anderen
79% 56%
Verlaten of slecht verlichte
straten en steegjes
37% 38%
Onvoldoende aanwezigheid van
politie of beveiliging
47% 25%
Seksuele intimidatie of ongewenste
toenadering
32% 31%
Criminaliteit, zoals
zakkenrollerij of fietsendiefstal
40% 20%
Problemen bij het gebruik van
openbaar vervoer of taxi's
11% 5%
Anders, namelijk… 5% 4%

* Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

Hoe kan de gemeente bijdragen aan een veilig nachtleven?

Tot slot hebben we alle respondenten gevraagd hoe de gemeente volgens hen kan bijdragen aan een zo veilig mogelijk nachtleven. In totaal hebben 2.110 respondenten een opmerking achtergelaten. Een groot aantal respondenten stelt voor dat meer politie, boa’s of beveiligers op straat zouden zorgen voor een veiliger gevoel. Sommige respondenten maken daarbij de kanttekening dat de handhaving wel een vriendelijke en gemoedelijke insteek zou moeten hebben, niet intimiderend of agressief omdat dat een averechts effect kan hebben.

“Niet te veel of te heftig, maar gewoon rustig aanwezig en aanspreekbaar.”

Naast zichtbare handhaving pleiten anderen ook voor onopvallende handhaving, zoals agenten in burger. De respondenten vinden bovendien dat de handhaving eerder zou moeten ingrijpen en harder zou moeten straffen. Ze vinden bijvoorbeeld dat er vaker en sneller een gebiedsverbod zou kunnen worden opgelegd. Ook het preventief fouilleren op wapens en drugs wordt veel genoemd.

Niet alleen in het uitgaansgebied, maar ook daarbuiten is er behoefte aan betere veiligheid. Sommige respondenten voelen zich namelijk vooral onveilig als ze net buiten het centrum zijn of wanneer zij naar huis fietsen. Respondenten stellen voor dat de handhaving ook de straten rondom het uitgaansgebied en de hoofdroutes naar de wijken in de gaten houdt. Ook cameratoezicht en meer verlichting in en buiten het centrum worden vaak voorgesteld.

Daarnaast wordt het idee van ‘safe spaces’ geopperd en stellen respondenten voor om een centraal aanspreekpunt te creëren waar mensen terecht kunnen in de nacht.

“Een veilige, toegankelijke plek waar mensen naartoe kunnen als ze zich onveilig voelen”.

Dit zou gepaard kunnen gaan met een speciaal telefoonnummer (wat ook bereikbaar is op WhatsApp), waarmee mensen op een laagdrempelige manier contact kunnen hebben met bijvoorbeeld handhaving of zorgverleners.

Een andere veelgehoorde suggestie is om strenger toe te zien op alcohol- en drugsgebruik. Een aantal respondenten stelt voor dat mensen die al te veel hebben gedronken, geen alcohol meer zouden moeten krijgen en ook niet meer naar binnen zouden mogen in uitgaansgelegenheden. Dit zou helpen om problemen door overmatig drankgebruik te verminderen. Daarnaast stellen verschillende respondenten voor om de sluitingstijden te vervroegen of de deuren van uitgaansgelegenheden eerder te sluiten, zodat bezoekers wel kunnen blijven maar niet meer van locatie kunnen wisselen. Dit zou volgens de respondenten helpen om de drukte en overlast later op de avond te verminderen.

Ten slotte benoemen sommige respondenten dat een veilig nachtleven begint met goede voorlichting en een verandering in de uitgaanscultuur.

"Ik denk dat er een omslag moet plaatsvinden in de cultuur rondom het nachtleven, iets wat al ver voor het uitgaan begint.”

Respondenten stellen voor om jongeren al op de middelbare school voor te lichten over belangrijke onderwerpen voor het nachtleven, zoals respectvolle omgangsnormen, consent, verantwoord alcoholgebruik, hoe je reageert op grensoverschrijdend gedrag en hoe je omgaat met afwijzing.