Spring naar inhoud

Resultaten

3.1 Verduurzaming

We vroegen aan de respondenten in hoeverre zij het eens waren met de stelling ‘Ik vind het een goed streven dat de gemeente Groningen in 2035 CO2-neutraal wil zijn’ (Figuur 5). Ruim drie kwart van de respondenten is het hier (helemaal) mee eens. Eén op de tien respondenten vindt het geen goed streven van de gemeente om in 2035. Wanneer rekening gehouden wordt met de leeftijd van de respondenten, valt op dat respondenten tussen de 18 en 27 jaar het vaker eens zijn met het streven van de gemeente (88%) dan respondenten van 75 jaar en ouder (71%).

Figuur 5: Ik vind het een goed streven dat de gemeente Groningen in 2035 CO2-neutraal wil zijn (n=4.620)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Antwoord Helemaal niet mee eens Niet mee eens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens
  4% 6% 13% 32% 45%

Daarnaast is aan de respondenten gevraagd of ze verduurzaming belangrijk vinden, en of ze het belangrijk vinden om zelf een bijdrage te leveren aan verduurzaming. In Figuur 6 worden de resultaten van deze twee vragen weergegeven. Hieruit blijkt dat het overgrote deel (91%) verduurzaming belangrijk vindt. Daarnaast vindt 86% het belangrijk om zelf een bijdrage te leveren aan verduurzaming. 

Figuur 6: Belang verduurzaming (n=4.637)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Helemaal niet mee eens Niet mee eens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens
Ik vind verduurzaming belangrijk 2% 1% 6% 36% 55%
Ik vind het belangrijk om zelf een bijdrage
te leveren aan verduurzaming
2% 2% 10% 41% 45%

Redenen om te verduurzamen

In een vervolgvraag vroegen we de respondenten die verduurzaming (enigszins) belangrijk vinden wat voor hen belangrijke redenen zijn om te verduurzamen. Hierbij konden ze op een schaal van 1 tot 5 (helemaal niet belangrijk – heel belangrijk) aangeven in hoeverre ze de verschillende redenen belangrijk vinden. Hieruit blijkt dat voor de respondenten het beschermen van natuur en milieu en het tegengaan van klimaatverandering de belangrijkste redenen zijn om te verduurzamen (zie Figuur 7). Respectievelijk 93% en 88% vindt dit (heel) belangrijk. Ook het verlagen van energiekosten (84%) en het stoppen met het gebruik van Russisch aardgas (78%) worden gezien als belangrijke redenen om te verduurzamen. ‘Mensen om mij heen doen het ook’ is de minst belangrijke reden om te verduurzamen (17% (heel) belangrijk).

Hoe ouder de respondenten hoe meer ‘meer comfort in huis’ een reden is om te verduurzamen (18-27 jaar: 59% (heel) belangrijk, 75+: 70%). Dit geldt ook voor de reden ‘mensen om mij heen doen het ook’ (jongste leeftijdsgroep: 15% (heel) belangrijk, oudste leeftijdsgroep: 25%).

Figuur 7: Hoe belangrijk zijn onderstaande redenen om te verduurzamen voor u? (n=4.134)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Helemaal niet belangrijk Niet belangrijk Neutraal Belangrijk Heel belangrijk
Natuur en milieu beschermen 0% 1% 6% 34% 59%
Klimaatverandering tegengaan 1% 2% 9% 30% 58%
Energiekosten verlagen 0% 2% 14% 51% 33%
Stoppen met het gebruik van Russisch aardgas 2% 5% 15% 31% 47%
Stoppen met het gebruik van Gronings aardgas 3% 7% 19% 36% 35%
Meer comfort in huis 1% 4% 27% 47% 21%
Mensen om mij heen doen het ook 15% 31% 37% 13% 4%

Verantwoordelijkheid

Ter opvolging van deze vragen hebben we aan de respondenten gevraagd wie volgens hen verantwoordelijk is voor het werken aan een CO2-neutraal Groningen. Er blijken geen grote verschillen te zitten in wie de respondenten verantwoordelijk achten voor het werken aan een CO2-neutraal Groningen. Zo is tussen de 74% en 81% van mening dat bewoners, provincie Groningen, het bedrijfsleven, gemeente Groningen en de Rijksoverheid verantwoordelijk zijn voor het CO2-neutraal maken van Groningen. Verder vond 4% van de respondenten dat niemand verantwoordelijk was en had 2% geen mening. Van de respondenten geeft 3% een ander antwoord, hier wordt voornamelijk genoemd dat iedereen verantwoordelijk is. Anderen stellen dat er een internationale aanpak nodig is.

De oudste leeftijdsgroep (75-plus) vindt naar verhouding minder vaak dat het bedrijfsleven, de gemeente, de provincie en rijksoverheid verantwoordelijk zijn voor het werken aan een CO2-neutraal Groningen dan jongere leeftijdsgroepen (zie tabel 1).

Tabel 1: Wie is er volgens u verantwoordelijk voor het werken aan een CO₂-neutraal Groningen?
  18-27 jaar
(n=147)
28-44 jaar
(n=792)
45-64 jaar
(n=1.707)
65-74 jaar
(1.227)
75+
(n=551)
Totaal
Bewoners 71% 75% 76% 78% 67% 74%
Bedrijfsleven 85% 85% 79% 79% 70% 79%
Gemeente Groningen 88% 86% 80% 80% 69% 80%
Provincie Groningen 82% 83% 75% 75% 67% 76%
Rijksoverheid 88% 88% 80% 80% 75% 81%
Niemand 1% 3% 4% 4% 4% 4%

Dit moet je internationaal aanpakken. Nederland en Groningen zijn veel te klein om dit op te lossen. 30 kilometer naar het oosten is het beleid totaal anders, dus…

Verder zijn er ook respondenten die van mening zijn dat klimaatverandering geen (huidig) probleem is voor de samenleving:

Ik kan moeilijk een mening geven. Volgens mij is klimaatverandering van alle tijden. Denk aan ijstijd etc.

3.2 Energiebesparing

We hebben aan de respondenten gevraagd of ze de afgelopen drie jaar aan energiebesparing hebben gedaan. Hierbij is ook gevraagd naar verschillende vormen van energiebesparing. De resultaten hiervan worden weergegeven in Figuur 8. In totaal geeft 84% van de respondenten aan dat ze in de afgelopen drie jaar één of meer maatregelen genomen hebben. Tellen we daar de respondenten die al eerder maatregelen genomen hadden bij op, dan heeft 93% zich beziggehouden met het nemen van energiebesparende maatregelen. Ruim de helft van de respondenten (65%) heeft thuis kleine maatregelen getroffen omtrent energiebesparingen. Dit kunnen maatregelen als het plaatsen van tochtstrips en radiatorfolie, of het korter gaan douchen geweest zijn. Daarnaast heeft 50% thuis grote maatregelen getroffen, zoals het isoleren van het huis of het installeren van zonnepanelen en een warmtepomp. Ook heeft 37% van de respondenten zijn/haar reisgedrag aangepast. Zij hebben bijvoorbeeld in de afgelopen drie jaar vaker de fiets gepakt. Een tiende van de respondenten geeft aan al eerder maatregelen getroffen te hebben.

Wanneer onderscheid wordt gemaakt in leeftijd, valt voornamelijk dat jongeren tussen de 18 en 27 jaar het minst vaak grote maatregelen hebben getroffen. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat zij vaker in huurwoningen wonen, via een woningcorporatie (28%) dan wel via een particuliere verhuurder (52%). Wel blijkt dat hoe jonger, hoe vaker men kleine maatregelen heeft genomen (74% van de 18-27-jarigen, tegenover 57% van de 75-plussers).

Figuur 8: Energiebesparende maatregelen (n=4.557)*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Item Percentage
Ja, ik heb thuis kleine maatregelen genomen 65%
Ja, ik heb thuis grote maatregelen genomen 50%
Ja, ik heb mijn reisgedrag aangepast 37%
Nee, maar ik had al eerder maatregelen genomen 9%
Ik heb erover nagedacht, maar nog geen
maatregelen genomen
2%
Nee, en ik wil ook geen maatregelen nemen 1%
Anders, namelijk 8%

*Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

In een vervolgvraag hebben we aan de respondenten gevraagd of ze belemmeringen ondervinden bij het verduurzamen van hun woning (Figuur 9). Ruim een kwart van de respondenten (28%) geeft aan geen belemmeringen te ondervinden. Ook geeft ongeveer een kwart (26%) aan hierover geen zeggenschap te hebben, omdat ze in een huurhuis wonen of lid zijn van een VvE. Verder vindt 18% het verduurzamen van hun woning te duur en heeft 14% er niet genoeg geld voor. De 14% van de respondenten die een andere belemmering ondervindt, noemt onder andere dat ze niet weten waar ze moeten beginnen, ze in een huurhuis wonen waardoor alleen kleine veranderingen mogelijk zijn en dat er door bouwkundige beperkingen geen verduurzaming mogelijk is.

Vooral jongeren ondervinden belemmeringen bij het verduurzamen. Slechts 2% van de 18-27-jarigen ervaart geen belemmeringen. De grootste belemmering voor jongeren is dat zij er niet zelf over kunnen beslissen (73%). Ook in de leeftijdsgroep 28-44 is het aandeel dat geen belemmeringen ondervindt relatief groot; 18%. Ook bij deze groep is geen zeggenschap de belangrijkste reden om dit niet te doen (38%).

Figuur 9: Belemmeringen verduurzamen woning (n=4.490)*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Item Percentage
Nee, ik ondervind geen belemmeringen /
heb geen belemmeringen ondervonden
28%
Ik kan er niet zelf over beslissen 26%
Ik vind het te duur 18%
Ik heb er niet genoeg geld voor 14%
Ik vind de regelgeving te ingewikkeld 10%
Ik heb geen zin in het gedoe 6%
Ik weet niet waar ik moet beginnen 6%
Ik heb geen bedrijven kunnen vinden voor
de uitvoering van maatregelen
5%
Ik heb er geen tijd voor 3%
Anders, namelijk… 14%

* Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%. De optie ‘Ik kan er niet zelf over beslissen’ is een uitzonderlijke optie, waardoor hierbij geen mogelijkheid was om meerdere antwoorden op te gegeven.

Tot slot vroegen we in een open vraag waar respondenten het meest behoefte aan hebben omtrent ondersteuning van de gemeente bij het verduurzamen van hun woning. Hierin kwam onder andere naar voren dat respondenten behoefte hebben financiële ondersteuning, maar ook aan advies (op maat):

Aan iemand die komt kijken, meedenkt en maatwerk wil leveren.

Daarnaast worden ook concrete voorbeelden van belemmeringen genoemd, zoals:

Als bewoner van de binnenstad wil ik wel tegels wippen, maar ik kan geen groene container krijgen voor de afvoer van mijn GFT afval. Dat heeft er toe geleid dat ik meer stenen heb aangelegd i.p.v. verwijderd, wat ik liever had gedaan.

3.3 Bouwen

Nieuwe woningen hebben energie en warmte nodig en maken daarmee de energiebehoefte van de gemeente groter. Om dit te voorkomen kunnen nieuwe woningen CO2-neutraal worden. Dit zorgt vaak wel voor hogere kosten of vertragingen. Dit terwijl de woningbehoefte in de gemeente groot is en er duizenden woningen gebouwd moeten worden. Daarom hebben we aan de respondenten gevraagd of alle nieuw te bouwen woningen in de gemeente Groningen CO2-neutraal moeten worden. De resultaten hiervan worden weergegeven in Figuur 10. Uit deze figuur blijkt dat meer dan de helft van de respondenten (59%) van mening is dat alle nieuw te bouwen woningen CO2-neutraal moeten worden. Daarnaast vindt ongeveer een kwart van de respondenten (26%) dat het grootste deel van de nieuw te bouwen woningen CO2-neutraal moet worden, en een kleiner deel niet. In totaal is 4% van de respondenten van mening dat nieuw te bouwen woningen niet CO2-neutraal moeten worden. Verder wist 8% geen antwoord te geven op de vraag.

Splitsen we de resultaten uit naar leeftijd, dan zien we dat oudere leeftijdsgroepen vaker vinden dat alle woningen CO2-neutraal moeten worden (62% van 65-plussers, tegenover 48% 18-27-jarigen). Ruim een derde (36%) van de jongeren vindt dat het grootste deel van de woningen CO2-neutraal gebouwd moet worden en een kleiner deel niet, tegenover 24% van de 65-plussers.

Figuur 10: Vindt u dat alle nog nieuw te bouwen woningen in de gemeente Groningen CO₂-neutraal moeten worden? (n=4.499)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Item Perc
Ja, alle nieuw te bouwen woningen moeten CO₂-neutraal worden 59%
Het grootste deel wel, een kleiner deel niet 26%
Weet ik niet / geen antwoord 8%
Nee, nieuw te bouwen woningen moeten niet CO₂-neutraal worden 4%
Het grootste deel niet, een kleiner deel wel 3%

3.4 Energie opwekken

In een eventueel CO2-neutraal Groningen moet nog steeds energie opgewekt worden. Oók nadat zoveel mogelijk energie is bespaard én alle mogelijke daken met zonnepanelen zijn belegd. De energie die dan nog opgewekt moet worden, moet, in het geval van een CO2-neutraal Groningen, van hernieuwbare bronnen komen. In verschillende vragen hebben we aan de respondenten gevraagd hoe zij kijken tegenover het opwekken van energie.

We vroegen in hoeverre men vindt dat de energie die in de gemeente Groningen nodig is, binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt (zie Figuur 11). Een tiende van de respondenten vindt dat alle energie die nodig is moet worden opgewekt binnen de gemeentegrenzen. De helft van de respondenten is van mening dat een groot deel van de energie die nodig is, in de gemeente zelf moet worden opgewekt. Daarnaast vindt 20% dat een klein deel en 4% dat geen energie binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt. Tot slot wist een relatief groot deel (16%) geen antwoord op de vraag te geven. Als we de antwoorden uitsplitsen naar leeftijdscategorie, dan zien we dat ouderen (75-plus) vaker kiezen voor alle energie zelf opwekken (12%, ten opzichte van 5% 18-27 jaar). De jongste leeftijdsgroep kiest juist vaker voor een groot deel zelf opwekken (62%, ten opzichte van 44% 75-plus).

Figuur 11: In hoeverre vindt u dat de energie die in de gemeente Groningen nodig is, binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt? (n=4.486)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 11: In hoeverre vindt u dat de energie die in de gemeente Groningen nodig is, binnen de gemeentegrenzen moet worden opgewekt? (n=4.486)  
Een groot deel van de energie die nodig is,
in de gemeente zelf opwekken
50%
Een klein deel van de energie die nodig is,
in de gemeente zelf opwekken
20%
Alle energie die nodig is, in de gemeente zelf opwekken 10%
Geen van de energie die nodig is, in de
gemeente zelf opwekken
4%
Weet ik niet / geen antwoord 16%

Vervolgens hebben we de respondenten gevraagd voor welke energiebronnen de gemeente volgens hen ruimte, beleid en/of geld beschikbaar moet maken binnen de eigen gemeentegrenzen. Hierbij konden mensen aangeven of de voorgestelde energiebronnen gewenst of ongewenst waren. Uit Figuur 12 blijkt dat aardwarmte volgens de respondenten het meeste potentieel heeft. Driekwart vindt het gewenst dat de gemeente ruimte, beleid en/of geld beschikbaar moet maken voor deze energiebron. Bij aardwarmte wordt warm water opgepompt uit diepe aardlagen. Dit kan direct worden gebruikt voor de verwarming en elektriciteitsproductie. Verder vindt 57% zonne-energie en 47% windenergie gewenst. Biomassa, het winnen van energie uit bijvoorbeeld gewassen, bomen, stro of snoeiafval, vindt 38% gewenst. Ruim een kwart van de respondenten ziet biomassa juist als een ongewenste energiebron in de gemeente.

Wanneer we de uitkomsten uitsplitsen naar leeftijd, dan valt op dat hoe jonger, hoe gewenster zonne- en windenergie is. Van de jongste leeftijdsgroep (18-27 jaar) vindt 71% zonne-energie en 63% windenergie gewenst, tegenover respectievelijk 52% en 43% van de oudste leeftijdsgroep (75-plus). Voor aardwarmte is het juist net andersom. Alleen jongeren zien hier minder heil in (59%), terwijl driekwart van de leeftijdsgroepen boven de 27 jaar dit wel gewenst vindt.

Figuur 12: Voor welke energiebronnen zou de gemeente ruimte, beleid en/of geld beschikbaar moeten maken binnen de eigen gemeentegrenzen? (n=4.486)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Ongewenst Neutraal Gewenst Weet ik niet / geen antwoord
Aardwarmte 4% 14% 75% 7%
Zonne-energie 17% 22% 57% 4%
Windenergie 21% 28% 47% 4%
Biomassa 28% 26% 38% 8%

Zonne-energie

Aan respondenten die neutraal dan wel positief waren over het opwekken van zonne-energie binnen de gemeentegrenzen, hebben we twee scenario’s voorgelegd. Enerzijds het opwekken van zonne-energie in tientallen zonneparken van maximaal 16 voetbalvelden groot, anderzijds het opwekken van zonne-energie in enkele zonneparken van minstens 80 voetbalvelden groot. Men kon aangeven wat hun voorkeur was (Figuur 13). Hieruit blijkt dat een derde van de respondenten de voorkeur heeft voor het opwekken van zonne-energie in tientallen zonneparken van maximaal 16 voetbalvelden groot. Ruim een vijfde heeft de voorkeur voor zonne-energie opgewekt in enkele zonneparken van minstens 80 voetbalvelden groot. Een kwart van de respondenten kiest echter geen van de genoemde opties. Ook valt op dat 22% aangeeft het niet te weten of geen mening heeft.

Bekijken we deze resultaten per leeftijdsgroep, dan zien we dat de voorkeur voor enkele grote zonneparken afneemt naar mate men ouder is; 12% van de 75-plussers geeft hier de voorkeur aan, tegenover 35% van de 18-27-jarigen). Ouderen kiezen juist vaker voor geen van beide (27% tegenover 12% 18-27 jaar).

Figuur 13: Als de gemeente inzet op zonne-energie, wat heeft dan uw voorkeur? (n=4.274)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 13: Als de gemeente inzet op zonne-energie, wat heeft dan uw voorkeur? (n=4.274)  
Zonne-energie opgewekt in tientallen zonneparken
van maximaal 16 voetbalvelden groot
32%
Geen van beide 25%
Zonne-energie opgewekt in enkele zonneparken
van minstens 80 voetbalvelden groot
21%
Weet ik niet / geen mening 22%

De respondenten hadden ook de mogelijkheid om hun antwoord toe te lichten. Hier kwam voornamelijk naar voren dat veel respondenten het liefst hebben dat zonnepanelen geplaatst worden op daken:

Eerst op zoveel mogelijk daken (denk bijvoorbeeld ook aan gebouwen op industrieterreinen). Zonneparken zijn misschien ter aanvulling gewenst, maar maak deze parken dan zo dat ze voor meerdere functies te gebruiken zijn. Denk bijvoorbeeld aan verschuifbare panelen, waar begroeiing onder mogelijk is. Niet zoveel mogelijk panelen op een hectare, maar ook ruimte voor natuur of akkerbouw op de velden.

Alle gebouwen moeten zonnepanelen hebben, dan kunnen we over zonneparken spreken.

Windenergie

Aan de respondenten die neutraal of positief stonden tegenover het opwekken van windenergie binnen de gemeentegrenzen, hebben we ook twee scenario’s voor windenergie op land voorgelegd. Enerzijds ging het om tientallen molens van ongeveer 160 meter, anderzijds om enkele molens van ongeveer 250 meter. De resultaten hiervan worden weergegeven in Figuur 14. Hieruit blijkt dat bijna de helft (46%) van de respondenten kiest voor het opwekken van windenergie op land met enkele molens van ongeveer 250 meter. Daarnaast kiest 21% voor het op wekken door middel van tientallen molens van ongeveer 160 meter. Verder kiest 14% geen van beide en weet 19% geen antwoord te geven of geen mening te vormen.

Ook hier zien we dat de voorkeur voor enkele grote molens toeneemt naarmate men jonger is. Van de jongste leeftijdsgroep (18-27 jaar) kiest 65% voor deze optie, tegenover 35% van de 75-plussers. Van de jongste leeftijdsgroep kiest slechts 1% voor geen van beide opties, tegenover 23% van de 75-plussers.

Figuur 14: Als de gemeente inzet op windenergie, wat heeft dan uw voorkeur? (n=3.188)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 14: Als de gemeente inzet op windenergie, wat heeft dan uw voorkeur? (n=3.188)  
Windenergie op land met enkele molens
van ongeveer 250 meter
46%
Windenergie op land met tientallen molens
van ongeveer 160 meter
21%
Geen van beide 14%
Weet ik niet / geen mening 19%

Ook bij deze vraag konden de respondenten hun antwoord toelichten. Uit deze antwoorden bleek vooral dat respondenten het belangrijk vinden dat er rekening wordt gehouden met de bewoners en de omgeving:

Dit is een lastig punt. Voor de omwonenden kunnen grote windmolens voor veel overlast zorgen en ze zijn bepalend voor het landschap. De plek is dus zeer bepalend voor of de molen wel of niet geaccepteerd wordt. Hier is niet simpelweg ja of nee op te antwoorden.

Anderen geven aan dat ze de voorkeur geven aan windmolens op zee. 

3.5 Participatie

Om na te gaan in hoeverre inwoners uit het inwonerspanel meegenomen willen worden bij besluitvorming en activiteiten, hebben we verschillende vragen gesteld over participatie. Een van deze vragen luidde: ‘In hoeverre zou u betrokken willen worden bij de besluitvorming over een CO2-neutraal Groningen?’De antwoordmogelijkheden varieerden van niet betrokken willen worden tot zelf de beslissingen nemen. Uit Tabel 2 blijkt dat ruim een derde van de respondenten alleen geïnformeerd wil worden over een CO2-neutraal Groningen. Verder wil 15% zijn mening geven en wil 13% het liefst zelf de beslissingen nemen over CO2-neutraal Groningen. Ruim een vijfde wil niet betrokken worden of heeft geen mening (13%). Wanneer onderscheid wordt gemaakt in leeftijd, valt met name op dat respondenten tussen de 18 en 27 jaar (27%) en tussen de 28 en 44 jaar (24%) vaker dan gemiddeld hun mening willen geven over CO2-neutraal Groningen.

Tabel 2: In hoeverre zou u betrokken willen worden bij de besluitvorming over een CO2-neutraal Groningen? Naar leeftijd (n=4.370)
  18-27 jaar
(n=143)
28-44 jaar
(n=774)
45-64 jaar
(n=1.685)
65-74 jaar
(n=1.220)
75+
(n=548)
Totaal
Ik wil niet betrokken worden 15% 17% 21% 23% 29% 22%
Ik wil geïnformeerd worden 34% 38% 35% 39% 34% 36%
Ik wil mijn mening geven 27% 24% 15% 12% 9% 15%
Ik wil zelf de beslissingen nemen 10% 12% 15% 12% 13% 13%
Weet niet/geen mening 13% 10% 13% 14% 15% 13%

Activiteiten

Om een beeld te krijgen van de activiteiten van inwoners omtrent energie, is gevraagd welke activiteiten de respondenten de afgelopen 3 jaar hebben bijgewoond (zie Figuur 15). Uit deze vraag blijkt dat van alle genoemde activiteiten, de respondenten het vaakst informatie hebben opgezocht over duurzame maatregelen (44%). Het tegels uit de tuin halen en het deelnemen aan een bewonersavond over energie of duurzaamheid is door 16% van de respondenten ondernomen, in gesprek gaan met een energiecoach door 15%. Verder heeft ruim een derde geen van de activiteiten ondernomen.

Wanneer onderscheid wordt gemaakt in leeftijd valt voornamelijk op dat het grootste deel (66%) van de jongste leeftijdscategorie (18 – 27 jaar) geen van de activiteiten heeft ondernomen.

Figuur 15: Heeft u in de afgelopen 3 jaar één of meer van onderstaande activiteiten ondernomen? (n=4.532)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Activiteit  
Informatie zoeken over duurzame maatregelen of
aannemers die deze kunnen uitvoeren
44%
Tegels uit mijn tuin gehaald 16%
Deelname aan een bewonersavond in mijn
buurt/wijk over energie of duurzaamheid
16%
Gesprek (ingepland) met een energiecoach of
adviesgesprek over energiebesparende maatregelen
15%
Lid (geworden) van een energie-initiatief of energiecoöperatie 9%
Deelname aan een activiteit van Duurzaam Groningen 9%
Deelname aan collectieve inkoopactie
(voor isolatie, glas of zonnepanelen)
8%
Laadpaal aangevraagd 4%
Nee, ik heb geen van deze activiteiten ondernomen 36%

Meedenken

Aan de respondenten is gevraagd wat zij de beste manier vinden om als bewoner mee te denken over een CO2-neutraal Groningen (zie Figuur 16). Opiniepeilingen komen hierbij als meest gewenst uit de bus (58%). Daarnaast vindt 39% lokale bijeenkomsten, 28% digitale vormen van participatie en 25% referenda een wenselijke mogelijkheid om mee te denken over een CO2-neutraal Groningen. Wanneer we onderscheid maken naar leeftijd, dan zien we dat jongeren (18-27 jaar) vaker de voorkeur hebben voor digitale vormen van participatie (40% tegenover 19% 75-plus) en voor opiniepeilingen (64% tegenover 53% 75-plus).

Figuur 16: Wat vindt u de beste manier om u als bewoner te laten meedenken over CO2-neutraal Groningen in 2035? (n=3.473)*

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 16: Wat vindt u de beste manier om u als bewoner te laten meedenken over CO₂-neutraal Groningen in 2035? (n=3.473)*  
Opiniepeilingen zoals deze 58%
Lokale bijeenkomsten op buurt- of wijkniveau 39%
Digitale vormen van participatie 28%
Referenda 25%
Inwonerraad Groningen 23%
Energiecoöperaties 22%
Bijeenkomsten op gemeente-breed niveau 20%
Door mijn stem bij de gemeenteraadsverkiezingen
word ik voldoende vertegenwoordigd
18%
Persoonlijke ontmoetingen met medewerkers
van de gemeente
9%
Weet ik niet / geen mening 4%
Anders, namelijk 3%
Niet van toepassing, bewoners hoeven niet
mee te denken
0%

*Meerdere antwoorden mogelijk, waardoor de percentages optellen tot meer dan 100%.

Duurzaamheidsloket

Team Energie van de gemeente Groningen denkt erover na om in het centrum van Groningen een duurzaamheidsloket te openen waar inwoners heen kunnen gaan om vragen te stellen over verduurzaming. Aan de respondenten is gevraagd of zij belangstelling hebben om zo’n duurzaamheidsloket te bezoeken. De meningen hierover zijn precies gelijk verdeeld. Telkens een derde van respondenten antwoordt ‘ja’, ‘nee’ en ‘weet ik niet’. Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar leeftijd wordt duidelijk dat de jongere leeftijdsgroepen tot 44 jaar vaker aangeven het duurzaamheidsloket niet te gaan bezoeken dan de oudere leeftijdscategorieën (zie Tabel 3).

Tabel 3: Bezoeken duurzaamheidsloket, naar leeftijd (n=4.387)
  18-27 jaar
(n=143)
28-44 jaar
(n=779)
45-64 jaar
(n=1.696)
65-74 jaar
(n=1.221)
75+
(n=549)
Ja 31% 27% 33% 37% 33%
Nee 45% 42% 33% 29% 30%
Weet ik niet 24% 31% 34% 34% 36%

In een vervolgvraag is gesteld waarom men dit loket al dan niet zal gaan bezoeken. Hieruit komt onder andere naar voren dat of respondenten langskomen afhankelijk is van welke informatie ze daar kunnen vinden:

Afhankelijk van of ik vragen heb die ik zelf niet kan beantwoorden via het internet.

Anderen geven aan dat een duurzaamheidsloket mogelijk te ver weg is, het niet relevant is doordat ze in een huurwoning wonen of dat het openen van zo’n loket een verspilling van geld is:

Echt geldverspilling om een loket te openen. Mensen hebben meer financiële ondersteuning nodig, de kennis en wil is er wel.