Spring naar inhoud

Samenvatting

Titel verbergen

Vanuit de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Groningen wordt er gewerkt aan ruimte-efficiënte, schone en gezonde mobiliteit. Eén van de maatregelen die bijdraagt aan de duurzame mobiliteitstransitie is het faciliteren van ketenmobiliteit. Ketenmobiliteit is het binnen één reis gebruik maken van verschillende vervoersvormen, zoals OV en deelmobiliteit. De overstap van het één op het andere vervoersmiddel gebeurt vaak op mobiliteitsknooppunten. Deze knooppunten noemen we hubs. Op deze hubs kan men eenvoudig overstappen van het ene op het andere vervoersmiddel. Doordat verschillende vervoersopties geclusterd worden aangeboden in plaats van verspreid in de openbare ruimte, komt er meer ruimte vrij op straat. Om wijkhubs zo goed mogelijk in te richten, is het belangrijk om de wensen en behoeften van inwoners (potentiële gebruikers) goed in beeld krijgen. Om die reden is het inwonerspanel Groningen Gehoord bevraagd. Naast het inwonerspanel is de vragenlijst ook opengesteld voor inwoners die niet lid zijn van het panel. De vragenlijst is onder de aandacht gebracht via sociale media en gebiedsnieuwsbrieven. Ruim 3.200 inwoners vulden de enquête in.

Algemene houding tegenover de aanleg van hubs

De meerderheid van de respondenten staat positief tegenover de aanleg van hubs. Wel geven respondenten aan dat de locatie cruciaal is voor hun mening erover. Enerzijds moet het dichtbij zijn, anderzijds willen de meeste respondenten geen hub voor de deur en vragen zij zich af of er überhaupt plaats voor is in de wijk. Jongere respondenten zijn over het algemeen positiever over de aanleg van hubs dan oudere respondenten. Oudere respondenten uiten hun zorgen over de toegankelijkheid; ze geven aan dat het voor ouderen prettiger is om een rechtstreekse verbinding te hebben en dat zij bovendien niet ver(der) kunnen lopen. Daarentegen zijn er ook veel positieve geluiden te horen, zeker wanneer deze centrale punten een oplossing bieden voor het lukraak parkeren van deelscooters en -fietsen en het niet ten koste gaat van groen.

De inrichting van hubs

Vervolgens is gevraagd welke vervoermiddelen en voorzieningen men belangrijk vindt bij een hub. De aanwezigheid van een bushalte is het meest belangrijk volgens respondenten. Verder vindt bijna de helft van de respondenten het belangrijk dat er deelfietsen aanwezig zijn op een hub. Dat is opvallend, aangezien 93% van de respondenten aangeeft vrijwel nooit gebruik te maken van een deelfiets. Verder is de aanwezigheid van fietsenstalling belangrijk volgens veel respondenten, evenals een openbaar toilet en parkeerplaatsen voor auto’s. Aanvullend is gevraagd of men nog andere voorzieningen belangrijk vindt bij hubs. De meest genoemde antwoorden zijn: cameratoezicht, verlichting, bankjes, prullenbakken, overdekte wachtruimte en groen.

Deelmobiliteit

Het overgrote merendeel van de respondenten maakt (nog) geen gebruik van deelmobiliteit, zoals deelfietsen, deelscooters of deelauto’s. Wel ervaart ruim een kwart van de respondenten overlast door deelmobiliteit, vooral door het lukraak parkeren van deelscooters. Met name inwoners uit het centrum, de zuidelijke wijken en de oude wijken ervaren overlast van deelmobiliteit. Toch vindt de meerderheid van de respondenten het geen goed idee om in wijken waar deelmobiliteit voor overlast zorgt parkeerplaatsen voor auto’s weg te halen om daarmee ruimte te creëren voor deelmobiliteit.

Ongeveer één op de drie respondenten zou zich gestimuleerd voelen om (meer) gebruik te maken van deelauto’s of deelfietsen, wanneer deze een centrale plek krijgen in de wijk. De behoefte aan deelscooters is lager onder de panelleden. Andere redenen om (meer) gebruik te maken van deelmobiliteit zijn: als het makkelijker en goedkoper is. 

Ketenmobiliteit

Ook ketenmobiliteit is nog niet erg populair onder respondenten. Ketenmobiliteit houdt in dat er binnen één reis van A naar B gebruik gemaakt wordt van meerdere vervoersmogelijkheden, zoals de fiets, (deel)auto, bus of trein. Meer dan de helft van de respondenten maakt hooguit enkele keren per jaar gebruik van ketenmobiliteit. Wanneer men overstapt van het ene vervoermiddel op het andere, dan is het vooral belangrijk dat het overstappunt een veilig gevoel biedt, dat de wachttijden kort zijn en dat er reisinformatie beschikbaar is (door middel van digitale borden).

Leefkwaliteit

Bijna 70% van de respondenten is (zeer) tevreden over de leefkwaliteit (groene en ruimte uitstraling) in zijn of haar straat. Daarentegen vindt de meerderheid van de respondenten wel dat er te weinig laadpunten aanwezig zijn voor elektrische auto’s. Vooral in Ten Boer en Haren is er een gebrek aan oplaadpunten voor elektrische auto’s volgens inwoners.

Pakketbezorging

De meerderheid van de respondenten ervaart geen overlast van pakketbezorgers. Daarentegen ervaart ruim een kwart van de respondenten wel overlast van pakketbezorgers. De meeste overlast wordt ervaren in de oude wijken. Respondenten staan er over het algemeen positiever tegenover om de pakketbezorging te centreren op een centraal punt in de wijk of het dorp in plaats van huis-aan-huis bezorging. Twee derde van de respondenten is bereid om minstens 500 meter extra af te leggen om een pakket op te halen bij een centraal punt of een pakketkluis.