2. Bedrijfsdemografische kerncijfers

Het aantal vestigingen in de gemeente Groningen is in de periode van 1 april 2021 tot 1 april 2022 per saldo toegenomen met 1.319 naar 25.068. Dit is een groei van 5,6 procent.

In dezelfde periode is het aantal banen toegenomen met 7.578 (4,7 procent) naar 169.914. Van de toegenomen 7.488 vaste banen zijn 5.915 banen van 12 uur of meer per week.
De autonome groei van vaste banen is verantwoordelijk voor 56 procent van de totale groei van het aantal vaste banen in de periode ‘2021-2022’.

Het aandeel vrouwen in de werkgelegenheid blijft gelijk ten opzichte van 2021, namelijk 50,6 procent. Het aantal vaste banen van vrouwen nam toe met 4.084, waarvan 3.300 banen van 12 uur of meer per week.

De verdeling van deeltijd- en voltijdbanen blijft gelijk. Bij vier van de vijf banen in de gemeente Groningen gaat het om werk van 12 uur of meer per week.

De indeling van de grootteklasse van de vestigingen wordt bepaald aan de hand van het aantal vaste banen bij een vestiging ongeacht de arbeidsduur. Binnen de klasse ‘geen vast personeel’ gaat het onder andere om vestigingen die tijdelijk niet actief zijn en vestigingen waarvan het personeel geteld is bij de hoofdvestiging. Vestigingen met uitsluitend ingeleende uitzendkrachten vallen hier ook onder.

Het aantal vestigingen in een grootteklasse is niet alleen het saldo van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen. Veranderingen in het aantal werknemers kan een verandering in grootteklasse tot gevolg hebben.

De groei van het aantal vestigingen (1.319) komt voornamelijk door de groei van het aantal eenpersoonsvestigingen. Het aandeel eenpersoonsvestigingen stijgt met 1,6 procentpunt naar 74,0 procent.

In de grootteklasse ‘2-9 personen’ zijn er door bedrijfsoprichtingen en –opheffingen 41 vestigingen bijgekomen. Door grootteklasseverschuivingen zijn er 193 uitgegaan.

De grootteklasse ‘10-49 personen’ laat de grootste toename van het aantal banen zien, in de vorige periode was dit de grootteklasse ‘250 en meer personen’.

De toename in de klasse ‘250 of meer personen’ komt hoofdzakelijk door verschuivingen in de grootteklasse bij bestaande bedrijven. De vestigingen die bij deze klasse zijn gekomen zijn goed voor 1.375 banen.

In alle branches stijgt het aantal vestigingen ten opzichte het voorafgaande jaar 2021.

De groei van het aantal vestigingen in de ‘Commerciële dienstverlening’ komt grotendeels door een toename bij de ‘Organisatieadviesbureaus’ (M 70221) en bij ‘Communicatie- en grafisch ontwerp’ (M 74101).

In de ‘Gezondheidszorg’ zijn er door bedrijfsoprichtingen 434 vestigingen bijgekomen. Hiervan zijn 374 een eenpersoonsvestiging. Door bedrijfsopheffingen zijn er 283 vestigingen verdwenen. Hiervan zijn 230 een eenpersoonsvestiging. Door branchewisseling zijn er per saldo negen vestigingen bijgekomen.

De toename van het aantal banen in de Bouwnijverheid (F) komt voor 40 procent door de toename van het aantal ingeleende uitzendkrachten.

Binnen de Handel / Horeca (G, I) neemt het aantal vaste banen toe met 2.544. Driekwart van de toename van het aantal banen in de Horeca komt door autonome groei.

In het onderwijs (P) is de autonome groei verantwoordelijk voor 785 banen.

Binnen de Gezondheidszorg is de autonome groei van het aantal vaste banen 690. Het aantal uitzendkrachten daalt met 520 banen. Deze afname is corona gerelateerd. Het saldo van het totaal aantal banen van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen is 148.

De gemeente Groningen onderscheidt in de Economische Agenda 2020 - 2022 een aantal speerpuntsectoren. In bijlage IV staat een overzicht van de SBI-codes per speerpuntsector.

Sommige SBI-codes vallen onder meerdere speerpuntsectoren; daarom kan de som van de kolommen afwijken van het totaal.

De toename van vestigingen in de speerpuntsectoren komt hoofdzakelijk door het saldo van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen van eenpersoonsvestigingen in de Creatieve industrie (334).

Binnen de ‘Energie’ stijgt het aantal vaste banen met 161 en is er een afname van 66 ingeleende uitzendkrachten.

De afname van banen in de sector ‘Life sciences & Health’ en in de ‘ICT-sector’ komt hoofdzakelijk door een daling van het aantal ingeleende uitzendkrachten.

In bijlage II vindt u de ontwikkeling van 2021 - 2022 op werklocatie, uitgesplitst naar mutatiesoort. Bijlage III geeft een grafisch overzicht van deze werklocaties.

Onder ‘Overige gebieden’ vallen de woonplaatsen, exclusief de adressen die binnen een werklocatie vallen.

De toename van vestigingen op bedrijventerreinen komt zowel door binnengemeentelijke verhuizingen naar dit werklocatietype als door het saldo van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen.

De groei van vestigingen in het ‘Overig gebied’ komt door het saldo van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen op dit werklocatietype.

De afname van banen in ‘Gemengd gebied’ komt door een verhuizing van een grote werkgever naar een andere locatie binnen de gemeente.

Nieuwe vestigingen voor de gemeente Groningen zijn verantwoordelijk voor de groei van banen op de bedrijventerreinen ‘Euvelgunne’ en ‘Oosterhoogebrug/Koningsweg’.

De groei van banen op bedrijventerrein ‘Hoogkerk Oost’ komt door autonome groei bij bedrijven op deze werklocatie.

De afname op kantoorlocatie ‘Kempkensberg‘ komt door een administratieve correctie.

In het werkgelegenheidsonderzoek vragen we de vestigingen naar het aantal openstaande vacatures op 1 april 2022. De respons op deze vraag is dit jaar 25 procent. Aan de hand van de respons is de vacaturegraad (het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen) berekend.

Zowel landelijk als voor de gemeente Groningen is de vacaturegraad toegenomen. De vacaturegraad van 2022 (66) is het hoogste in de gemeente Groningen sinds het begin van de metingen. Landelijk ligt de vacaturegraad op 54, het hoogste sinds 1997 (Bron: CBS).

In de sectie Horeca (I) is de vacaturegraad het hoogste met 264. In de uitzendbranche zien we een stijging in de vraag naar personeel.

De respons op de vraag naar de toekomstverwachting van de grootte van het personeelsbestand is 25 procent. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.

De toekomstverwachting blijft positief; meer bedrijven verwachten een toename van personeel. Het aandeel dat een daling verwacht blijft nagenoeg gelijk.

In de secties Horeca (I) en ‘Verhuur van roerende goederen’ (N) is de toekomstverwachting het meest positief, rond de 31,5.