2 Resultaten van het onderzoek

De respondenten kregen een aantal stellingen voorgelegd over hoe er door het WIJ-team met hun hulpvraag is omgegaan. Iets meer dan drie kwart van de respondenten (77%) wist waar zij terecht konden met hun hulpvraag (figuur 2). Net als in voorgaande jaren was het voor respondenten met begeleiding minder duidelijk waar zij terecht konden met hun hulpvraag: 69% van hen is het (helemaal) eens met deze stelling.

Zeven van de tien respondenten (71%) is het (helemaal) eens met de stelling ‘Ik werd snel geholpen’ (figuur 2). Dit is iets lager dan de meting over 2022 (74%). Van de respondenten is 13% het (helemaal) niet eens met deze stelling. Respondenten met begeleiding zijn het minst te spreken over de snelheid waarmee ze geholpen zijn.

Van de respondenten is 86% het (helemaal) eens met de stelling ‘De medewerker nam mij serieus’ (figuur 3). Deze stelling beoordeelt de clientgroep huishoudelijke hulp het hoogst met 87%.

Tot slot werd in het vragenblok over het omgaan met de hulpvraag door WIJ Groningen de stelling ‘De medewerker en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht’ voorgelegd (figuur 4). Hier is 80% het (helemaal) mee eens. Dit is iets lager dan vorig jaar (84%). Het is wel in lijn met de jaren daarvoor, toen het percentage rond 80% schommelde. Respondenten uit de samengestelde groep collectief vervoer, hulpmiddelen en woningaanpassing zijn het meest positief over de stelling.

Ook over de deskundigheid van de medewerker is een ruime meerderheid van 79% (heel) tevreden (figuur 7). Wederom beoordelen respondenten uit de groep begeleiding deze stelling iets lager (75% (helemaal) mee eens).

Over de gekozen oplossing van het (keukentafel)gesprek is 82% (heel) tevreden (figuur 8). Een jaar eerder was dit 83%. Ook is bij begeleiding het tevredenheidspercentage wat lager (76%). 

Tot slot is 84% (zeer) tevreden over het contact met degene met wie hij/zij het (keukentafel)gesprek heeft gehad (figuur 9). Dit is gelijk aan 2022. Ook hier is de groep begeleiding wat kritischer (79% (helemaal) mee eens.

Voor de derde keer is gevraagd naar de tevredenheid over de overige communicatie van het WIJteam rondom de hulpvraag. Het gaat hier dan om communicatie via bijvoorbeeld de telefoon, e-mail of brief. Bijna drie kwart (73%) geeft aan (heel) tevreden te zijn met de overige communicatie van het WIJ-team rondom de hulpvraag (figuur 10). Dit is identiek aan 2022. Respondenten met begeleiding zijn hierover iets minder tevreden (64%).

Bijna acht van de tien respondenten (78%) zijn tevreden over de kwaliteit van de ondersteuning (figuur 11). Ten opzichte van voorgaande jaren zien we dat dit percentage de afgelopen drie metingen iets is afgenomen; van 84% in 2020 naar 80% in 2022 en 78% in 2023. Waar respondenten met begeleiding in vergelijking met de andere cliëntgroepen steeds wat minder te spreken zijn over de stellingen over het contact met het WIJ-team rondom de hulpvraag, is deze groep over de kwaliteit van de ondersteuning juist het meest positief.

Ruim acht van de tien respondenten (82%) is van mening dat de ondersteuning die men krijgt past bij de hulpvraag (figuur 12). Sinds 2020 daalde dit percentage licht. De groep collectief vervoer, hulpmiddelen en woningaanpassingen beoordeelt de stelling het meest positief met 86%.

Daarnaast is aan deze groep gevraagd of de huishoudelijke hulp vaak wisselt (figuur 14). Dan geeft een vijfde aan dat zij het gevoel hebben dat dit zo is.

Van de groep die aangaf vaak te maken te hebben gehad met een wisseling, vond 84% deze frequente wisseling vervelend. Dit is meer dan in 2022, maar minder dan in 2021, toen 91% dit vervelend vond.

Drie stellingen in de vragenlijst gingen over het effect van de ondersteuning op het leven van inwoners. De respondenten geven over het algemeen aan dat de ondersteuning een positief effect heeft; rond de 80% is het (helemaal) eens met de drie stellingen. Dit komt overeen met eerdere jaren.

Allereerst vroegen we of men door de ondersteuning beter de dingen kan doen die zij wil doen (figuur 16). Hier is 81% van de respondenten het (helemaal) mee eens. Met name cliënten in de groep collectief vervoer, hulpmiddelen en/of woningaanpassing beamen dit (85%). Respondenten met begeleiding zijn het iets minder vaak eens met deze stelling (78%).

Van de respondenten stelt 83% dat zij zich beter kunnen redden door de ondersteuning die zij krijgen (figuur 17). Dit komt overeen met 2022. Ook hier zijn respondenten uit de groep begeleiding het iets minder vaak (helemaal) mee eens (77%).

Ten slotte is 79% is het (helemaal) eens met de stelling ‘Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven’ (figuur 18). Dit komt overeen met 2022.