2 Bedrijfsdemografische kerncijfers

In tabel 2.1.1 ziet u de ontwikkeling van het aantal vestigingen per jaar. Het aantal vestigingen in de gemeente neemt toe met 703 naar 26.932 vestigingen. Het aantal vestigingen in Ten Boer neemt af met 14. Dit komt hoofdzakelijk door het saldo van oprichtingen en opheffingen.

In tabel 2.1.2 ziet u de ontwikkeling van het aantal banen per jaar. Ten opzichte van vorig jaar neemt het totaal aantal banen toe met 1.001. Het aantal vaste banen neemt toe met 1.615. Het aantal uitzendkrachten daalt ten opzichte van 2023 met 614. Het aantal uitzendkrachten is vergelijkbaar met 10 jaar geleden. Het aantal vaste banen is met circa 34.000 gestegen in de laatste 10 jaar.

Het aandeel vrouwen in de totale werkgelegenheid binnen de gemeente blijft constant. Ongeveer 50,4 procent van alle banen wordt ingevuld door een vrouw.

De indeling van de grootteklasse van de vestigingen wordt bepaald aan de hand van het aantal vaste banen bij een vestiging ongeacht de arbeidsduur. Binnen de klasse ‘geen vast personeel’ gaat het onder andere om vestigingen die tijdelijk niet actief zijn en vestigingen waarvan het personeel geteld is bij de hoofdvestiging. Vestigingen met uitsluitend ingeleende uitzendkrachten vallen hier ook onder.

Het aantal vestigingen in een grootteklasse is niet alleen het saldo van bedrijfsoprichtingen en -opheffingen. Zo kan een verandering van het aantal werknemers bij een vestiging een verandering van grootteklasse tot gevolg hebben.

In tabel 2.2.1 ziet u de ontwikkeling van het aantal vestigingen naar grootteklasse. Ten opzichte van de vorige periode zijn er per saldo minder nieuwe vestigingen dan de voorgaande periode. Per saldo komen er in de grootteklasse ‘1 persoon’ de meeste vestigingen bij, namelijk 705. De grootteklasse ‘250 en meer personen’ is procentueel de grootste stijger met +3,7 procent vestigingen.

In tabel 2.2.2 ziet u de ontwikkeling van het totaal aantal banen naar grootteklasse. De grootteklasse ‘geen vast personeel’ bestaat uit vestigingen zonder vast personeel, vestigingen waarbij de banen zijn geteld bij een hoofdvestiging en vestigingen die tijdelijk niet actief zijn, bijvoorbeeld door een verbouwing van het bedrijfspand. In de grootteklasse ‘2-9 personen’ is de grootste daling in het aantal banen, namelijk 472. In de grootteklasse ‘250 en meer personen’ zijn absoluut de meeste banen bijgekomen.

Vestigingen met een SBI-code vallen onder een branche ook wel een bedrijfstak genoemd. Zo worden de circa 900 SBI-codes gegroepeerd in acht categorieën. Dit maakt het makkelijker om de jaren te vergelijken. In bijlage I vindt u de aantallen naar sectie, dit zijn de letters van de SBI-code.

Zoals te zien is in tabel 2.3.1 zijn per saldo de meeste vestigingen bijgekomen in de branche ‘Handel / Horeca’, namelijk 290. Procentueel is de branche ‘Bouwnijverheid’ de grootste stijger met +7,1 procent.

In de branche Gezondheidszorg (Q) komen per saldo de meeste banen bij. Eerder is al vermeld dat de meeste vestigingen die nieuw zijn voor de gemeente in de grootteklasse ‘1 persoon’ zitten. Hierdoor zijn de ontwikkelingen van banen bij bestaande vestigingen van grote invloed op de ontwikkeling van banen in een branche. Ook kan de uitschrijving van een grote werkgever in de gemeente zorgen voor opvallende dalingen.

De gemeente Groningen heeft in haar beleid een aantal speerpuntsectoren onderscheiden. In bijlage III staat een overzicht van de SBI-codes per speerpuntsector. Sommige SBI-codes vallen onder meerdere speerpuntsectoren, daarom kan de som van de kolommen afwijken van het totaal. 

Het aantal vestigingen in de speerpuntsectoren neemt toe met 0,3 procent. Dit is minder dan het gemeentelijk gemiddelde van 2,7 procent. Het aantal vestigingen in de speerpuntsector ‘Life sciences & Health’ neemt af met 30 vestigingen. Procentueel is de speerpuntsector ‘Energie’ de grootste daler met -4,6 procent. 

Bijna 60 procent van de nieuwe banen komt bij een vestiging in een speerpunt sector. De enige daler is de ‘Creatieve industrie’ met 105 banen minder dan in 2023. De speerpuntsector ‘Energie’ laat juist een toename zien van 246 banen (10,2 procent).

Alle gebouwen in de gemeente vallen onder een bepaalde werklocatie indeling. In bijlage II vindt u een overzicht van de werklocaties. Onder het gebied ‘Overige gebied’ vallen alle ‘niet werklocaties’, zoals woonwijken.

Sinds 1 januari 2022 kan een eenpersoonsvestiging het bezoekadres afschermen bij de Kamer van Koophandel. Als gevolg daarvan kan een vestiging gevestigd zijn op een postbus, of op een adres buiten de gemeente in het Vestigingenregister. Onder ‘Overig gebied’ vallen ook vestigingen die op een postbus gevestigd zijn in de gemeente Groningen. Op 1 april 2024 betreft dit 45 vestigingen.

De meeste banen in de gemeente zien we in de werklocatie ‘Overig gebied’. Bijna een derde van alle banen bevindt zich hier. In de binnenstad neemt het aantal banen ook toe.

In de tabellen 2.5.3 en 2.5.4 zijn de bedrijventerreinen uitgesplitst. Per saldo komen er 51 vestigingen bij op de bedrijventerreinen. Per saldo komen er de meeste nieuwe vestigingen (14) bij op het bedrijventerrein ‘Driebond’. Bedrijventerrein Westpoort laat een toename zien van 3 (14,3 procent) naar 24 vestigingen. Het totaal aantal banen is daarentegen afgenomen op de bedrijventerreinen, met 507. De meeste banen komen erbij op ‘Driebond’, namelijk 189.

In tabel 2.5.5 staat de ontwikkeling van het aantal vestigingen op een kantoorlocatie. De afname van het ‘Europapark’ betreft hoofdzakelijk ‘1 persoon’ vestigingen die van een woonadres vertrekken. De ontwikkelingen op ‘Corpus Den Hoorn Zuid’ en het ‘Europapark’ laten een duidelijke stijging van het aantal vestigingen in de loop der jaren zien op die kantoorlocaties. De aantallen vestigingen op de overige kantoorlocaties blijven redelijk stabiel.

In tabel 2.5.6 ziet u de ontwikkeling van het aantal banen op de kantoorlocaties. Voor de kantoorlocaties waar het aantal vestigingen redelijk stabiel blijft, geldt dit ook voor het totaal aantal banen. Het totaal aantal banen op de kantoorlocaties neemt af, maar dat komt door de opheffing van een grootte werkgever.

In het werkgelegenheidsonderzoek vragen we de vestigingen naar het aantal openstaande vacatures op 1 april 2024. De respons op deze vraag is dit jaar 26 procent, dit is vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Aan de hand van de respons is de vacaturegraad (het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen) berekend.

In tabel 2.6.1 ziet u de vacaturegraad van de afgelopen vijf jaar. De vacaturegraad daalt ten opzichte van vorig jaar. De gemeentelijk vacaturegraad is meer gedaald dan het landelijke cijfer (Bron: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80567ned/table?ts=1733928263027). Een mogelijke reden voor dit verschil kan zijn dat verschillende grote werkgevers binnen de gemeente niet is gevraagd naar openstaande vacatures.

De respons op de vraag naar de toekomstverwachting van de grootte van het personeelsbestand is 26 procent, dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. 

In tabel 2.6.2 ziet u de toekomstverwachting voor het personeel van de vestigingen voor het komende jaar. De toekomstverwachting is vergelijkbaar met voorgaande periode. De toekomstverwachting van de personeelsaantallen voor het volgende jaar van de gemeente is gunstiger dan de landelijk verwachting. (Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/45/ondernemers-verwachten-meer-personeel-en-investeringen-in-2025)