Inleiding
Intro (verbergen)
Voor het eenentwintigste jaar op rij voerde de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) van de gemeente Groningen de Monitor Dakloosheid uit. De monitor maakt het mogelijk om de populatie van geregistreerde dakloze personen in de provincie Groningen langdurig te volgen en om trendverschuivingen in de omvang en samenstelling van de populatie te signaleren.
1.1 Aanleiding en doel van de monitor
Eén van de ambities van de Groningse gemeenten voor de komende jaren is een (t)huis voor iedere inwoner van de provincie Groningen. De gemeenten willen voorkomen dat inwoners hun huis verliezen. Als mensen hun huisvesting toch verliezen, dan willen de gemeenten hun inwoners zo snel mogelijk een stabiele vorm van huisvesting bieden, of als dat nodig is, zorgen voor tijdelijke en passende noodopvang. Voor centrumgemeente Groningen is het belangrijk om een goed beeld te hebben van het aantal dakloze personen in het verzorgingsgebied van centrumgemeente Groningen. Om die reden voert OIS Groningen sinds 2003 de Monitor Dakloosheid uit. De maatschappelijke opvang in 2023 is naar onze mening onvergelijkbaar met 2003 en om een goede vergelijking mogelijk maken gaan we in dit rapport in op de trends in de laatste vijf jaren.
1.2 Telling aantal dakloze personen
De Monitor Dakloosheid wordt opgebouwd door registratiegegevens van personen te verwerken. Diverse instellingen verstrekken gegevens op persoonsniveau van personen die overnachten in de maatschappelijke opvang (LIMOR en Wender), personen die slapen in de openbare ruimte (Meldpunt overlast en zorg) en personen die de dagopvang bezoeken (Leger des Heils en tot en met 2023 de Open Hof). Voor de gegevens over briefadreshouders doen we een beroep op Groninger gemeenten en verzamelen we gegevens van briefadreshouder die in verband met dakloosheid staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van een gemeente. Al deze registraties vormen de gegevensbronnen voor de monitor. De Monitor Dakloosheid geeft daarmee inzicht in het aantal geregistreerde dakloze personen. Inzicht in bijvoorbeeld de reden van dakloosheid, de gemeente van herkomst of de bestemming van personen na uitstroom uit de maatschappelijke opvang is nog geen onderdeel van de monitor.
Tot 2023 onderscheidden we in rapporten over de Groningse Monitor Dakloosheid feitelijk en residentieel dakloze personen. Deze twee doelgroepen nam de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2007 over in het Stappenplan Stedelijk Kompas (VNG, 2007). We rekenden tot de feitelijk dakloze personen iedereen die in een kalenderjaar voor overnachting ten minste één keer gebruikmaakt van een maatschappelijke opvangvoorziening voor kortdurend verblijf of bekend zijn als briefadreshouder, als persoon die slaapt in de openbare ruimte en/of als persoon die tijdelijk verblijft bij familie, vrienden of kennissen. Alle personen die gebruikmaken van een voorziening voor 24-uursopvang, beschouwden we als residentieel dakloze personen.
In de afgelopen jaren hebben we de telling van het aantal geregistreerde dakloze personen in overeenstemming gebracht met de definitie die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2021) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hanteerden. Een belangrijke wijziging was het meetellen van briefadreshouders als feitelijk dakloze personen. Sinds 2021 zijn dakloze personen in de provincie Groningen voor een briefadres niet meer uitsluitend aangewezen op de (centrum)gemeente Groningen, maar verstrekken alle Groninger gemeenten briefadressen.
Landelijk spelen diverse ontwikkelingen rondom de monitoring van dakloosheid. De VNG ontwikkelde samen met coalitiepartners van het Nationaal Actieplan Dakloosheid (NAD) Eerst een thuis (Ministeries van BZK, Ministerie van SZW en Ministerie van VWS, 2022) een landelijk dashboard om de voortgang daarvan op (centrum)gemeenteniveau inzichtelijk te maken. Daarnaast is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2024b) in opdracht van het ministerie van VWS, samen met de VNG en coalitiepartners van het NAD, een landelijke structuur aan het ontwikkelen voor een landelijke monitor dakloosheid. Deze monitor moet inzicht geven in hoeveel dakloze mensen gemeenten in beeld hebben. Dat doen zij via het reguliere monitoringssysteem van gemeenten, de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.
ETHOS classificatie van dakloosheid
In het Nationaal Actieplan Dakloosheid wordt ETHOS Light genoemd als meest bruikbare definitie om dakloosheid in kaart te brengen. Centrumgemeente Groningen werkt aan een Regionaal Actieplan Dakloosheid waarin aan de hand van een meerjarige uitvoeringsagenda op verschillende manieren acties zullen worden ingezet en wordt aangesloten op het NAD (gemeente Groningen, 2023c).
Volgens het NAD wordt ingezet op het hanteren van een brede definitie voor de doelgroep (dreigend) dakloze personen conform de ETHOS Light classificatie (N.b. European Typology of Homelessness and Housing Exclusion). Dit is de Europese definitie van dakloosheid (Edgar, 2012) die op initiatief van het lectoraat Wonen en Welzijn van Hogeschool Utrecht (Hogeschool Utrecht, 2024) en Kansfonds (Kansfonds 2024a, 2024b) is aangepast naar de Nederlandse context, op basis van een methode die in België werd ontwikkeld (Demaerschalk e.a., 2018). Het CBS hanteert in deze nieuwe monitor ook bij ETHOS-indeling (CBS, 2024a). Bij de Telonderzoeken door de Hogeschool Utrecht in Nederland en in België door de Katholieke Universiteit (KU) Leuven wordt deze classificatie ook gebruikt.
ETHOS definieert dakloosheid als het gebrek aan volwaardige, behoorlijke huisvesting (Kansfonds, 2024). Volgens deze definitie is sprake van volwaardige, behoorlijke huisvesting als wordt voldaan aan drie criteria:
- Fysiek: de woning is in goede staat, is groot genoeg en beschermt tegen bijvoorbeeld kou en regen.
 - Sociaal: de woning biedt een plek met privacy waar iemand vrienden en familie kan ontvangen.
 - Wettelijk: er is rechtsbescherming in de vorm van een huurcontract en andere mensen mogen niet zomaar bij de bewoner binnen lopen.
 
Binnen ETHOS Light wordt iemand geteld als dak- of thuisloos wanneer er sprake is van een gebrek op twee van deze drie criteria. Dakloosheid wordt gezien als een gebrek aan volwaardige huisvesting. Zo wordt niet alleen feitelijke dakloosheid, maar ook een potentieel zeer grote groep mensen die geen veilig eigen (t)huis hebben in beeld gebracht. ETHOS Light onderscheidt de volgende zeven verblijfscategorieën:
- Mensen die in openbare ruimte slapen
 - Mensen in de noodopvang
 - Mensen in een tijdelijke opvang voor dakloze mensen
 - Mensen die uitstromen uit een instelling (zoals GGZ, BW, jeugdzorg, detentie)
 - Mensen die verblijven in onconventionele woonplekken (zoals camping, kraakpand, auto’s)
 - Mensen die noodzakelijkerwijs tijdelijk verblijven bij familie, vrienden, kennissen
 - Mensen die te maken hebben met een dreigende huisuitzetting
 
ETHOS telling
Een ETHOS telling brengt dakloosheid in beeld in een gemeente of een regio. De methode is een zogenaamde point in time telling. Dat betekent dat medewerkers van alle organisaties die kennis hebben over dak- en thuisloze mensen op één afgesproken teldag vragenlijsten invullen over mensen die behoren tot de zeven ETHOS-light verblijfscategorieën. De ETHOS telling is dus een momentopname en is vooral ook ontwikkeld om inzicht te krijgen in de omvang van verborgen dakloosheid. Naast aantallen worden met de vragenlijst ook belangrijke kenmerken van dak- en thuisloze personen verzameld. De eerste regio’s in Nederland die in 2023 deelnamen aan de ETHOS telling waren de regio’s Meierij en Bommelerwaard met centrumgemeente ’s-Hertogenbosch (Wewerinke e.a., 2023) Brabant Noordoost-Oost met centrumgemeente Oss (Schel e.a., 2023). In provincie Groningen is nog geen ETHOS telling uitgevoerd.
Monitor Dakloosheid Groningen en ETHOS-indeling
In rapportages over de Groningse Monitor Dakloosheid onderscheiden we niet langer feitelijk en residentieel dakloze personen. We nemen de ETHOS-verblijfscategorieën over. Voor de Groningse Monitor Dakloosheid verzamelen we sinds 2003 gegevens over:
- Personen die verblijven in de openbare ruimte (ETHOS categorie 1), namelijk de personen die zijn geregistreerd door het Meldpunt overlast en zorg in verband met buiten slapen.
 - Personen die gebruikmaken van de noodopvang (ETHOS categorie 2), namelijk mensen die tot 2021 gebruikmaakten van de nachtopvang en mensen die sinds november 2022 gebruikmaken van de winternoodopvang (schip Ms Patria).
 - Personen die tijdelijk verblijven in de opvang voor dakloze mensen (ETHOS categorie 3); voorheen rekenden we deze mensen tot de residentieel dakloze personen, inclusief kinderen en jongeren tot en met 17 jaar die samen met een of beide ouders verblijven in de opvang.
 - Personen die in verband met dak- of thuisloosheid gebruikmaken van een briefadres. Het is onbekend waar deze personen de nacht doorbrengen; vermoedelijk is een groot deel van de briefadreshouders voor overnachting aangewezen op tijdelijk verblijf bij familie, vrienden of derden. In de telling van het aantal dakloze personen in de provincie Groningen tellen we deze personen mee, maar we rekenen ze niet tot één van de ETHOS-verblijfscategorieën.
 
Aan deze rapportage voegen we twee nieuwe groepen dakloze personen toe waarover data met ingang van het kalenderjaar 2021 beschikbaar is, namelijk over:
- personen die tijdelijk verblijven in de vrouwenopvang, inclusief kinderen en jongeren tot en met 17 jaar (ETHOS categorie 3);
 - personen die zijn aangewezen op tijdelijk verblijf bij familie, vrienden of derden (ETHOS categorie 6).
 
Over drie ETHOS-verblijfscategorieën worden in de monitor nog geen gegevens verwerkt over:
- personen die een instelling verlaten zonder vervolghuisvesting en mensen die langer in een instelling verblijven wegens gebrek aan passende vervolghuisvesting (ETHOS categorie 4);
 - personen in niet-conventionele woonruimte vanwege een gebrek aan passende huisvesting (ETHOS categorie 5);
 - personen die zijn geconfronteerd met dreigende huisuitzetting zonder passende vervolghuisvesting (ETHOS categorie 7).
 
Dubbeltelling voorkomen
De monitor bouwen we op door registratiegegevens van personen te koppelen. Diverse instellingen verstrekken gegevens op persoonsniveau van personen die overnachten in de maatschappelijke opvang of tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen (LIMOR en Wender), personen die slapen in de openbare ruimte (Meldpunt overlast en zorg) en personen die de dagopvang bezoeken (Kostersgang van het Leger des Heils en de Open Hof). Voor de gegevens over briefadreshouders doen we een beroep op gemeenten die gegevens uit de Basisregistratie Personen aanleveren.
Deze registraties vormen de gegevensbronnen voor de monitor. Met de persoonsgegevens kunnen we personen identificeren en koppelen, zodat we dubbeltelling van personen kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld, een persoon kan in een kalenderjaar een briefadres gebruiken, buiten slapen en ook overnachting op locatie Schoolstraat (voorheen nachtopvang). Door de gegevens van deze persoon te verwerken in een datawarehouse, kunnen we voorkomen dat deze persoon driemaal in plaats van één keer in een kalenderjaar wordt geteld als een dakloze persoon. We tellen dus het aantal unieke personen en dat stelt ons in staat om een goed beeld te krijgen van de omvang en samenstelling van de geregistreerde dakloze personen en het gebruik van de verschillende voorzieningen. Bovendien kunnen we bijvoorbeeld ook vaststellen hoeveel briefadreshouders en personen die slapen in de openbare ruimte voor overnachting wel/geen beroep doen op maatschappelijke opvang.
Waarborging privacy
De betrokken instellingen leggen persoonsgegevens vast ten behoeve van hun operationeel proces. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat toe dat organisaties gegevens op persoonsniveau verstrekken ten behoeve van onderzoek en statistiek. Voor de Monitor Dakloosheid Groningen is door alle partijen die meewerken een overeenkomst over de gegevensuitwisseling ondertekend. De werkwijze is conform AVG.