Spring naar inhoud

Bevolkingsprognose

Bevolkingsprognose

De nieuwe bevolkingsprognose beschrijft de periode 2023 tot 2043. Volgens deze prognose neemt de bevolking van Groningen met ruim 35.000 inwoners toe van bijna 238.000 inwoners in 2023 tot 273.400 inwoners in 2043. In de loop van 2034 zal Groningen de grens van 260.000 inwoners passeren, zie Figuur 1. Na de figuur geven we een overzicht van de belangrijkste uitkomsten van de bevolkingsprognose 2023-2043.

Figuur 1: Waarneming en prognose bevolking, gemeente Groningen, 2013-2043

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Bevolkingsontwikkeling 2013-2023 Bevolkingsprognose 2023-2043
2013 221391  
2014 224473  
2015 226532  
2016 227141  
2017 229249  
2018 229715  
2019 230973  
2020 232617  
2021 233173  
2022 234925  
2023 237933 237933
2024   239719
2025   241800
2026   244079
2027   246305
2028   248580
2029   250588
2030   252566
2031   254545
2032   256428
2033   258213
2034   259929
2035   261540
2036   263155
2037   264708
2038   266236
2039   267718
2040   269167
2041   270594
2042   272010
2043   273410

Ontwikkeling natuurlijke groei, binnen- en buitenlands migratiesaldo

Drie componenten bepalen uiteindelijk of de bevolking in een bepaald gebied toe- of afneemt. Dit zijn:

  • Natuurlijke groei (geboorte minus sterfte)
  • Binnenlands migratiesaldo (het verschil tussen de binnenlandse vestiging en het binnenlands vertrek)
  • Buitenlands migratiesaldo (het verschil tussen de buitenlandse vestiging en het buitenlands vertrek),

In de volgende alinea’s bespreken we de dynamiek van de drie componenten van bevolkingsontwikkeling in het afgelopen decennium, evenals de toekomstige ontwikkelingen voor de prognoseperiode van 20 jaar. De aannames die ten grondslag liggen aan de prognosecijfers worden beschreven in hoofdstuk 5 (‘Bevolkingsprognose; model en aannames’) van dit rapport.

Natuurlijke groei

De natuurlijke groei van de bevolking is het verschil tussen het aantal levend geboren kinderen en het aantal sterfgevallen. Figuur 2 laat de (verwachte) ontwikkeling van de natuurlijke groei in de periode 2013 tot en met 2042 zien.

Figuur 2: Ontwikkeling geboorten, sterften en natuurlijke groei in de gemeente Groningen, 2013-2042

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Ontwikkeling natuurlijke groei Ontwikkeling geboorten Ontwikkeling sterften
2013 567 2231 1664
2014 541 2242 1701
2015 568 2274 1706
2016 482 2201 1719
2017 407 2155 1748
2018 336 2037 1701
2019 321 2026 1705
2020 268 2074 1806
2021 381 2224 1843
2022 46 1977 1931
2023 290 2087 1797
2024 315 2100 1785
2025 328 2121 1793
2026 313 2136 1823
2027 312 2157 1845
2028 289 2165 1876
2029 258 2173 1915
2030 233 2178 1945
2031 197 2180 1983
2032 165 2177 2012
2033 129 2177 2048
2034 101 2186 2085
2035 89 2197 2108
2036 67 2208 2141
2037 49 2217 2168
2038 40 2231 2191
2039 29 2239 2210
2040 20 2249 2229
2041 11 2258 2247
2042 1 2267 2266

Tot en met 2019 zien we een afnemende trend in het aantal geboorten. In de twee jaren die daarop volgen was er sprake van een kleine opleving. In de loop van 2022 neemt dit echter weer af. In 2022 werden er in de gemeente Groningen 1.977 kinderen geboren.Dat zijn er 247 minder dan in 2021, een daling van 11 procent. In de afgelopen tien jaar werden niet eerder zo weinig baby’s geboren en bereikte het aantal geboortes een laagterecord.

De dalende trend kan verklaard worden doordat meer vrouwen kinderloos blijven (van Duin en Feijten (2023) beschreven een vergelijkbaar scenario op nationaal niveau). We zien namelijk dat in 2022 het gemiddelde op 1,15 kind per vrouw lag, het laagste cijfer in de afgelopen tien jaar, terwijl het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd steeg.

Hoewel het aantal geboorten een dalende trend vertoont en het gemiddelde aantal kinderen per vrouw laag was in 2022, anticiperen we op een herstel naar het niveau van vóór 2022. De stijgende trend in de toekomstige ontwikkeling van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd ondersteunt deze verwachte ontwikkeling van het aantal geboorten. Hoeveel kinderen er geboren worden, hangt namelijk ook af van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Ondanks de verwachte afname van het vruchtbaarheidscijfer van 1,14 naar 1,06 zal een stijging van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd de ontwikkeling in het aantal geboorten kunnen verklaren. De meest recent geboorteprognose wijst uit dat het totale aantal geboorten in Groningen jaarlijks gemiddeld 2.180 zal zijn.

We zien dat het aantal sterfgevallen de afgelopen tien jaar geleidelijk toenam van zo’n 1.160 in 2013 tot 1.930 in 2022. In de periode 2020 tot en met 2022 nam de sterfte sterker toe. Dit kan worden verklaard doordat er in Groningen jaarlijks meer mensen overlijden dan in de jaren voor de coronapandemie (het CBS en RIVM (2022) beschreven een vergelijkbare situatie op landelijk niveau). De toename van het aantal sterfgevallen gaat ook samen met de groei van het aantal ouderen. In 2013 waren in Groningen ruim 28.700 inwoners van 65 jaar of ouder (13 procent van de bevolking), in 2023 is dit aantal opgelopen tot ruim 36.600 (15 procent van de bevolking). Met de toenemende vergrijzing van de bevolking neemt ook het aantal sterften toe, vanwege het verhoogde risico op overlijden van ouderen. Naar verwachting neemt de absolute sterfte in de periode 2023-2043 toe van 1.780 tot bijna 2.270 sterfgevallen per jaar.

Zoals al is aangegeven wordt de natuurlijke groei van de bevolking bepaald door geboorte en sterfte. In de periode 2013 tot en met 2022 daalde de natuurlijke groei, waarbij in 2022 een dieptepunt werd bereikt met een natuurlijke groei van slechts 46 personen. De geboorte- en sterfteprognose tonen dat het jaarlijkse aantal overledenen sterker toeneemt dan het jaarlijkse aantal geboorten waardoor er sprake zal zijn van een dalende trend in de natuurlijke groei.

Binnenlands- en buitenlands migratiesaldo

Het binnenlands migratiesaldo schommelde fors in de afgelopen tien jaar, zie Figuur 3. Zo zijn de positieve binnenlandse migratiesaldi vanaf 2015 omgeslagen in negatieve saldi. Dit betekent dat er sinds 2015 meer mensen vertrekken naar andere delen van Nederland dan dat er vanuit Nederland naar de gemeente Groningen komen. De negatieve binnenlandse migratiesaldi lopen in de prognosejaren opvallend snel op tot positieve migratiesaldi die gedurende de hele prognoseperiode schommelen tussen de 160 en 727 personen. De verwachte ontwikkeling van het binnenlands migratiesaldo in de prognoseperiode is een direct gevolg van de woningbouwprogrammering tot 2042. Als gevolg van minder of meer woningbouw in een bepaald jaar zal het migratiesaldo in de prognoseperiode hoger of lager zijn.

Figuur 3: Migratiesaldi (binnen- en buitenlands), gemeente Groningen, 2013 tot en met 2042

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Binnenlands migratiesaldo Buitenlands migratiesaldo
2013 1651 743
2014 1110 464
2015 -443 518
2016 -716 1342
2017 -1080 1138
2018 -1110 1975
2019 -1000 2229
2020 -505 760
2021 -1481 2813
2022 -1225 4210
2023 263 1233
2024 534 1232
2025 722 1229
2026 683 1230
2027 727 1236
2028 486 1233
2029 473 1247
2030 510 1236
2031 449 1237
2032 380 1240
2033 348 1239
2034 275 1235
2035 290 1236
2036 248 1238
2037 238 1241
2038 204 1238
2039 188 1232
2040 174 1233
2041 166 1239
2042 160 1239

Het buitenlands migratiesaldo is het aantal personen dat zich vanuit het buitenland in de gemeente vestigt min het aantal inwoners dat de gemeente verlaat om zich buiten Nederland te vestigen. Het buitenlands migratiesaldo vertoont het meest onregelmatige patroon van alle componenten van de bevolkingsontwikkeling, zie Figuur 3. In Groningen is het aantal internationale immigranten opgelopen van 5.190 in 2013 tot 9.359 in 2022. Het aantal emigranten daarentegen is in dezelfde periode opgelopen van 4.447 naar 5.149. Het buitenlandse migratiesaldo is hierdoor in de afgelopen tien jaar gestegen tot bijna 4.210 in 2022.

Buitenlandse migratie kent een grillig verloop en is hierdoor lastig te voorspellen. Het is daarom onzeker of de buitenlandse migratiestromen de komende jaren op een vergelijkbaar hoog niveau zullen blijven. De prognose van het buitenlands migratiesaldo is daarom niet gebaseerd op patronen of trends van de internationale migratie van de afgelopen tien jaar. We voorzien tot en met 2042 een gemiddelde buitenlandse instroom van ruim 6.970 personen per jaar en een gemiddelde buitenlandse uitstroom van bijna 5.740 personen. Dat betekent dat het migratiesaldo de komende twintig jaren naar verwachting gemiddeld rond de 1.230 personen zal liggen. De vestiging zal het hoogst zijn in de leeftijd van 17 tot en met 24 jaar, het vertrek zal het hoogst zijn in de leeftijdscategorie 21 tot en met 25 jaar.

Bevolkingsgroei voornamelijk bepaald door buitenlands migratiesaldo

Figuur 4 toont de ontwikkeling van de (verwachte) bevolkingsgroei en de onderliggende componenten over de periode 2013 tot en met 2042. Tot en met 2014 was er een positief binnenlands migratiesaldo voor de gemeente Groningen, wat betekent dat er meer mensen vanuit andere delen van Nederland naar de gemeente verhuisden dan andersom. Vooral hierdoor groeide de bevolking. Van 2015 tot en met 2022 veranderde dit en was het binnenlands migratiesaldo negatief. De bevolkingsgroei wordt in deze periode vrijwel volledig bepaald door de (sterk) toegenomen buitenlandse migratiesaldi. De verwachting is dat de bevolking de komende jaren ook voornamelijk zal groeien als gevolg van positieve buitenlandse migratiesaldi. Door de afname in de natuurlijke groei en binnenlands migratiesaldi zal de bevolkingsgroei na 2027 afremmen.

Figuur 4: Bevolkingsgroei Groningen naar onderliggende componenten, 2013 tot en met 2042

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Natuurlijke groei Binnenlands migratiesaldo Buitenlands migratiesaldo Bevolkingsgroei
2013 567 1651 743 3082
2014 541 1110 464 2059
2015 568 -443 518 609
2016 482 -716 1342 2108
2017 407 -1080 1138 466
2018 336 -1110 1975 1258
2019 321 -1000 2229 1644
2020 268 -505 760 556
2021 381 -1481 2813 1752
2022 46 -1225 4210 3008
2023 290 263 1233 1786
2024 315 534 1232 2081
2025 328 722 1229 2279
2026 313 683 1230 2226
2027 312 727 1236 2275
2028 289 486 1233 2008
2029 258 473 1247 1978
2030 233 510 1236 1979
2031 197 449 1237 1883
2032 165 380 1240 1785
2033 129 348 1239 1716
2034 101 275 1235 1611
2035 89 290 1236 1615
2036 67 248 1238 1553
2037 49 238 1241 1528
2038 40 204 1238 1482
2039 29 188 1232 1449
2040 20 174 1233 1427
2041 11 166 1239 1416
2042 1 160 1239 1400

Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd en geslacht

Tabel 1 biedt een overzicht van de Groningse bevolking naar leeftijd over het afgelopen decennium. We zien dat het aantal inwoners tussen de 20 en 35 jaar met ongeveer 9.500 is toegenomen. In de leeftijdscategorie 35 tot 50 jaar is het aantal inwoners echter gedaald met ruim 1.500. Het aantal 65-plussers is het afgelopen decennium met ongeveer 7.900 fors gestegen.

Tabel 1: Bevolking naar leeftijdsgroep 2013, 2023 (1 januari)
Leeftijdscategorie 2013 2023 2023 t.o.v. 2013
0 t/m 19 jaar 44.081 43.134 -947
20 t/m 34 jaar 71.882 81.392 9.510
35 t/m 49 jaar 40.240 38.735 -1.505
50 t/m 64 jaar 36.474 38.044 1.570
65-plus 28.714 36.628 7.914
Totaal aantal inwoners 221.391 237.933  

Figuur 5 laat de leeftijdsopbouw in 2023 en 2043 zien, met een onderscheid tussen mannen en vrouwen. We beschrijven de leeftijdsopbouw van de bevolking in de vorm van een zogenaamde bevolkingspiramide.

Links is de bevolkingspiramide voor 2023 te zien, rechts de verwachte bevolkingspiramides voor 2043. In de huidige piramide (2023) zijn de leeftijdsgroepen 0-4 jaar, 5-9 jaar en 10-14 jaar relatief kleiner dan de overige leeftijdsjaren (m.u.v. de leeftijdsgroepen van 70 jaar en ouder). Groningen als een echte studentenstad is zichtbaar in de leeftijdsgroep 20-24 jaar die de grootste groep vormt. In 2043 ziet de bevolkingspiramide in Groningen er iets anders uit dan in 2023. Met uitzondering van de 10-14 jarige jongens zijn alle leeftijdsgroepen tegen die tijd in omvang toegenomen. De meest omvangrijke groep vinden we nog steeds in de leeftijdsgroep 20-24 jaar.

Figuur 5: Bevolkingspiramide 2023, 2043, gemeente Groningen
2023
2043

Groene en grijze druk gemeente Groningen

‘Groene druk’ is een maat voor het aandeel jongeren (0-19-jarigen) ten opzichte van de ‘productieve bevolking’ (20-65-jarigen). De grijze druk is een maat voor het aandeel ouderen (65+) ten opzichte van de ‘productieve bevolking’.

In de afgelopen tien jaar is de groene druk met 2,4 procentpunten afgenomen tot 27,3 procent. Deze trend zal zich de komende 20 jaar voortzetten, waarbij de groene druk verder zal dalen tot 25,4 procent in 2043. De grijze druk is de afgelopen tien jaar met 3,8 procentpunten toegenomen tot 23,2 procent, en zal naar verwachting stijgen tot 26,7 procent in 2043.

Sterke samenhang tussen woningbouw en bevolkingsgroei

De verwachting is dat de bevolking in Groningen tussen 2023-2033 met 9,9 procent zal stijgen. Hierna zet de groei van de bevolking tot 2043 minder hard door, met 5,9 procent. Deze daling in de groei van de bevolking in Groningen kan deels verklaard worden door de woningbouwambities. Volgens de woningbouwplanning van de gemeente Groningen staat er momenteel aanzienlijk minder woningbouw gepland in de laatste tien prognosejaren dan in de eerste prognosejaren. Bij relatief lagere bouwambities ontstaat er minder ruimte voor bevolkingsgroei. Daarom zal het effect van de geplande woningbouw in de laatste tien prognosejaren op de bevolkingsgroei worden afgeremd.

Bevolkingsprognose 2023 op wijkniveau

OIS Groningen heeft naast een bevolkingsprognose op gemeenteniveau ook een prognose op wijkniveau gemaakt. Tellen we de prognose voor de wijken bij elkaar op, dan komt dit overeen met de bevolkingsprognose voor de hele gemeente. De prognose op gemeenteniveau is hierbij leidend. De verdeling van de prognose op gemeenteniveau over de verschillende wijken is voornamelijk afhankelijk van de nieuwbouw van woningen. Het uitgangspunt bij deze wijkprognose is dat de woningvoorraad tot 2042 met ruim 24.000 toeneemt. Deze toename is ongelijk verdeeld over de wijken waardoor de bevolking in sommige wijken groeit en in andere wijken krimpt. De wijk Middenwest groeit waarschijnlijk met 6.700 inwoners en wordt met ruim 25.300 inwoners in 2043 de grootste wijk van de gemeente Groningen. Wijken waarin nieuwbouw ook leidt tot sterke groei van de bevolking in absolute zin zijn Oosterparkwijk, Hoogkerk e.o., Meerstad e.o., Meerdorpen en Noordwest. In 6 van de 21 wijken wordt verwacht dat de bevolking zal afnemen. De wijken met de relatief grootste daling zijn Ten Post e.o. (-7,4 procent), Noordoost (-6,6 procent) en Haren-Oost e.o. (-4,1 procent). Een mogelijk verklaring voor de bevolkingsafname in deze wijken kan worden toegeschreven aan zowel een afnemende populatie in de afgelopen tien jaar (vooral onder mensen tussen de 40 en 65 jaar oud), als aan de verwachting van een lage woningbouwproductie in de komende twintig jaar.

Oosterparkwijk populair bij gezinnen

De inschatting is dat de meest populaire wijk voor gezinnen in 2043 de Oosterparkwijk zal zijn (zie Tabel 3): 30 procent van de inwoners zal tot de leeftijdscategorie 30 tot en met 49 jaar behoren en 30 procent zal jonger dan 20 jaar zijn. De verwachting is dat Centrum veel jongeren en jongvolwassenen zal blijven trekken: in 2043 zal 52 procent van de inwoners daar tot de leeftijdscategorie 20 tot en met 29 jaar behoren.

Vergrijzing op wijkniveau

Het gebied Glimmen-Onnen-Noordlaren zal in 2043 het meest vergrijsde gebied van Groningen zijn met een verwacht aandeel 65-plussers van 33 procent. De vergrijzing zal ook de komende twintig jaar een relatief zwaar stempel drukken op de wijken Haren-Oost e.o., Haren-West e.o. en Ten Boer e.o.: ruim 30 procent van de inwoners is dan 65 jaar of ouder.

Tabel 2 toont meer over de verwachte bevolkingssamenstelling naar leeftijd in de gebieden en wijken op 1 januari 2043.

Tabel 2 Bevolkingssamenstelling naar leeftijd, wijkniveau,1 januari 2043
  0 t/m 19 20 t/m 34 35 t/m 49 50 t/m 64 65-plus
Centrum 12% 60% 12% 9% 8%
Glimmen-Onnen-Noordlaren 17% 13% 14% 23% 33%
Haren-Oost e.o. 19% 12% 18% 21% 30%
Haren-West e.o. 20% 12% 19% 18% 31%
Helpman e.o. 17% 27% 20% 16% 20%
Hoogkerk e.o. 19% 29% 18% 16% 18%
Meerdorpen 26% 29% 21% 14% 11%
Meerstad e.o. 22% 29% 17% 14% 18%
Middenwest 20% 28% 20% 15% 16%
Noorddijk e.o. 19% 18% 21% 18% 24%
Noordoost 18% 19% 20% 20% 23%
Noordwest 17% 39% 16% 12% 17%
Oosterparkwijk 16% 41% 19% 13% 11%
Oud-Noord 15% 44% 18% 12% 11%
Oud-West 13% 47% 14% 12% 15%
Oud-Zuid 13% 49% 16% 11% 11%
Ten Boer e.o. 18% 15% 17% 19% 30%
Ten Post e.o. 15% 21% 16% 20% 27%
Zuidoost 12% 28% 18% 16% 26%
Zuidwest 14% 23% 18% 18% 27%
Gemeente 17% 34% 18% 15% 18%

Geboorteprognose op wijkniveau

Tabel 3 toont wijken waarvan de woningvoorraad in de totale prognoseperiode met meer dan 1000 wooneenheden zal toenemen. Uit de tabel valt verder af te lezen dat in de wijken Zuidwest, Noorddijk e.o., Noordwest en Middenwest er gemiddeld per jaar meer dan één kind per toegenomen wooneenheid geboren zal worden. Dit kan veroorzaakt worden door een combinatie van factoren, namelijk een relatief hoge woningbouwplanning (meer woningbouw kan het aantrekken en behoud van (jonge) gezinnen betekenen waardoor gezinsuitbreiding in het verschiet kan liggen) en een relatief hoog gemiddeld aantal geboorten in de laatste 10 jaar dat zich in de prognoseperiode zal voortzetten.

Tabel 3 Aantal geboorten per toegenomen wooneenheid, 2023-2043,wijkniveau
Gebiedsnaam Toename woningvoorraad Totaal aantal geboorten Aantal geboorten per toegenomen wooneenheid
Zuidwest 1.034 1.546 1,5
Noorddijk e.o. 1.115 3.169 2,8
Meerdorpen 1.943 1.077 0,6
Meerstad e.o. 2.044 1.856 0,9
Noordwest 2.542 3.947 1,6
MiddenWest 3.553 4.824 1,4
Oosterparkwijk 3.886 3.897 1