Spring naar inhoud

Inleiding

Inleiding

Aanleiding

Onderzoek, Informatie en Statistiek Groningen (OIS) maakt jaarlijks een bevolkingsprognose van de gemeente Groningen en de daarbinnen gelegen wijken en dorpen. Bevolkingsprognoses dienen als richtlijn bij het ontwikkelen van advies en beleid op uiteenlopende terreinen, waaronder wonen, onderwijs, infrastructuur en voorzieningen. Ook dit jaar vroeg de kerngroep Basismonitor van de gemeente Groningen, om een bevolkings- en huishoudensprognose te maken. In dit rapport presenteren we de bevindingen van de bevolkingsprognose 2023-2043 op gemeente- en wijkniveau. We geven daarbij ook een doorkijk naar de meest waarschijnlijke toekomstige bevolkingsontwikkelingen naar leeftijd en geslacht. Daarnaast geeft dit rapport een samenvatting van de voornaamste resultaten afkomstig uit de recente huishoudensprognose voor de periode 2023-2043.

Werkwijze

Voor het maken van de bevolkingsprognose is gebruik gemaakt van het Gemeentelijke Bevolking Prognosemodel (GBPro-model). Allereerst zijn trends geschat van de demografische factoren geboorte, sterfte, gevestigde en vertrokken personen (gesplitst in binnen- en buitenlandse migratie). Deze trends zijn gebaseerd op gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) over de periode 2013 tot 2023. De waargenomen trends vormen de basis voor de veronderstellingen over geboorte, sterfte, gevestigde en vertrokken personen, die op hun beurt de grondslag vormen voor de gemeentelijke prognose van deze factoren. De prognose voor het aantal inwoners van de gemeente Groningen wordt vervolgens op de volgende manier vastgesteld. Het inwonertal op 1 januari groeit door geboorte, binnen- en buitenlandse vestiging, terwijl het afneemt door sterfte, binnenlands- en buitenlands vertrek. Op basis hiervan wordt de bevolkingsomvang op 1 januari van het daaropvolgende jaar bepaald. Deze methodiek wordt vervolgens toegepast voor het daaropvolgende jaar en voor alle jaren binnen de prognoseperiode (20 jaar).

De prognoses voor de bevolking worden tevens beïnvloed door aannames over woningbouw, vooral vanwege de impact hiervan op korte-afstandsverhuizingen (de Jong, te Riele, Huisman, van Duin, Husby en Stoeldraijer, 2022). Als er namelijk nieuwe woningen worden gebouwd in een gemeente, leidt dit over het algemeen tot een stijging van het aantal mensen dat zich daar vestigt. Naast demografische factoren worden daarom ook schattingen van de woningvoorraad meegenomen in de bevolkingsprognose. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), en de woningbouwplanning van maart 2023.

De ontwikkelingen in de huishoudensdynamiek zijn eveneens gemodelleerd en voorspeld met het GBPro-model. Ook dit is gebaseerd op trendanalyses over de periode 2013 tot 2023.

1) Het model is ontwikkeld door Pronexus B.V. en de werkgroep Bevolkingsprognose van de Vereniging voor Statistiek en Onderzoek (VSO)

Drie scenario’s woningbouwprogramma’s

Bevolkingsprognoses worden gekenmerkt door onzekerheden over hoe een bevolking zich kan ontwikkelen in de toekomst. Om deze onzekerheden in beeld te brengen, wordt er veelal gebruik gemaakt van scenario's (de Jong en Hilderink, 2004). OIS heeft drie scenario's doorgerekend voor de bevolking op basis van de verwachte ontwikkelingsrichtingen van de woningvoorraad voor de komende 20 jaar. Scenario 2 wordt daarom als het meest waarschijnlijke scenario voor zowel woningbouwplanning als prognose beschouwd. In dit rapport presenteren we daarom de resultaten van deze variant in details.

Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft de belangrijkste bevindingen van de bevolkingsprognose 2023-2043. Daarna gaat hoofdstuk 3 dieper in op de toekomstige ontwikkelingen van de huishoudens per type. Tot slot geven we in hoofdstuk 4 een beknopte beschrijving van het prognosemodel en gaan we in op de belangrijkste veronderstellingen die in deze bevolkingsprognose zijn gebruikt.