Bevindingen focusgroepen
Bevindingen focusgroepen (titel verborgen)
3.1 Dorpse sfeer in de wijk en van het wijkcentrum
Het wijkcentrum vervult een centrale rol in de buurt, voor zowel de bewoners als specifieke verenigingen. De deelnemers aan de focusgroepen spreken over de buurt waar zij wonen als “het dorp” en De Schakel wordt aangeduid als “dorpshuis” of “dorpscentrum”. Een aantal deelnemers woont al voor langere tijd in een van de wijken en in de focusgroepen komt regelmatig een beschrijving voorbij van de historie van De Schakel. Een van de belangrijkste bevindingen is dat het wijkcentrum niet mag verdwijnen. Daarbij wordt benoemd dat het (tijdelijk) verdwijnen van het wijkcentrum grote gevolgen zou hebben voor de sociale cohesie in de buurt, zoals ook blijkt uit het volgende citaat:
Het gaat om het middelpunt van het sociaal leven in Oosterhoogebrug. Heel veel komen hier samen. Nou, dat heb je allemaal wel gehoord. Dus daar kun je toch niet zonder in een dorp?
Ook hoe de leden van de verschillende verenigingen met elkaar omgaan wordt in dezelfde termen besproken als de sfeer in de wijk: men gunt elkaar iets, houdt rekening met elkaar en er kan onderling veel geregeld worden. Vrij snel werd duidelijk dat er een hoge bezettingsgraad is in De Schakel, waardoor dit onderling contact af en toe ook nodig is.
En dat is zo gemoedelijk: je belt elkaar even op, overleggen we even en dan ruilen we gewoon. Dat kan gewoon allemaal.
Uit de focusgroepen wordt duidelijk dat de verenigen verschillende doelgroepen proberen te bereiken. Sommige verenigingen maken voornamelijk gebruik van de ruimte omdat deze voor de specifieke vereniging het meeste voordeel biedt (bijvoorbeeld door de toegankelijkheid, beschikbare parkeerplaatsen of specifieke voorzieningen zoals een houten vloer), waarbij sommige verenigingen een paar keer per jaar een (uitverkochte) voorstelling geeft in De Schakel. Andere verenigingen proberen een zo groot mogelijke groep bewoners van de wijken te betrekken bij hun activiteiten:
Bij ons verschilt het heel erg wat voor publiek er komt. Een toneelavond, daar komt vaak toch wel wat ouder publiek. Bij de pubquiz zien wij drie generaties tegelijk, van jong tot oud. Zo'n bluesmiddag, daar komt ook weer een heel specifiek publiek op af: mensen die je anders weer niet in De Schakel ziet. Workshops is ook weer een ander publiek vaak. Dus bij ons wisselt dat heel erg.
3.2 Toekomstbestendigheid verenigingen
De meeste verenigingen hebben meer dan 50 leden, de Bridgeclub en DIO zijn hierbij uitschieters naar boven met respectievelijk rond de 110 en 146 leden en de Computercursus voor 50+ en Werelddansen zitten hier ruim onder. Ondanks dat de gemiddelde leeftijd van de leden van meerdere verenigingen met 60 jaar en ouder redelijk hoog ligt, gaf men in de focusgroepen aan dat er zonder al te veel inspanning eenzelfde grootte van het ledenbestand blijft. Het vertrouwen in de toekomst blijkt uit het volgende citaat:
Wij hebben net een enquête gehouden over hoe onze leden denken over het koor en de toekomst. Nou, 90% die zegt van, we gaan gewoon door. Hoe dan ook. Dus blijven bestaan doen we.
De uitzondering hierop is Werelddansen, zij verwachten een krimp en uiteindelijk dat zij stoppen te bestaan. De bridgeclub en dansvereniging Pendulum verwachten juist dat zij de komende tijd groeien.
Maar wij zijn nog best wel jong. We bestaan nog maar twee jaar, dus wij zijn ook nog in de groei. Een wilde prognose is dat we over vijf jaar op ongeveer tweehonderd mensen zitten. Dat zat ook ongeveer bij de studentenvereniging.
Over het algemeen zijn er geen zorgen over het voortbestaan van de verenigingen. Er lijkt eerder sprake te zijn van een verwachte groei, waarbij de capaciteit van De Schakel een belemmering lijkt te vormen voor groei. Deze signalen werden afgegeven door de Bridgeclub, Pendulum en DIO. Er is een hoge bezettingsgraad en nieuwe verenigingen die gebruik zouden willen maken van De Schakel worden op een wachtlijst gezet.
3.3 Nieuwbouw of renovatie
Zoals eerder beschreven, zijn alle verenigingen van mening dat het wijkcentrum moet blijven bestaan. Daarbij is wel gesproken over renovatie van het huidige pand, nieuwbouw op dezelfde locatie en nieuwbouw op een andere locatie. Alle opties werden beschouwd vanuit mogelijkheden, maar ook vanuit bezorgdheid over het verlies van de identiteit en sfeer die nu toegeschreven worden aan De Schakel en haar gebruikers.
In de focusgroepen werd gespeculeerd over mooie, nieuwe locaties voor een wijkcentrum: de oude zuurstoffabriek, de beestenborg, tussen de Stadsweg en Akeleiweg, maar de meeste verenigingen geven aan dat zij de voorkeur hebben om op de huidige locatie te blijven en een groot deel geeft daarbij aan dat zij zien dat het pand gedateerd is, maar dat dit ook voor een bepaalde sfeer zorgt en dat zij de voorkeur geven aan een renovatie boven nieuwbouw.
Eigenlijk is de conclusie dat wij allemaal met z'n allen denken van, dit moet blijven bestaan zoals het nu is. Alleen het heeft gewoon een stuk onderhoud nodig.
De deelnemers aan de focusgroepen geven aan dat de huidige locatie de voorkeur heeft boven andere locaties door de bereikbaarheid, de gratis parkeerplaatsen en de nabijheid van de Albert Heijn. Daarbij is het voor gebruikers van het wijkcentrum handig om voor of na een bezoek aan De Schakel nog boodschappen te doen, maar de nabijheid van de Albert Heijn zorgt ook ervoor dat voorbijgangers gewezen kunnen worden op activiteiten in het wijkcentrum. Daarnaast wordt benoemd dat het pand goed bereikbaar is voor inwoners uit beide wijken.
Vanuit DIO wordt benoemd dat zij verwachten dat het tijdelijk onderbrengen van de activiteiten in Meerstad (of ergens anders) een groot gat zal slaan in het ledenbestand, waarbij het opnieuw opstarten van activiteiten in De Schakel moeilijk zal zijn. In het verlengde hiervan is gesproken over de gymzaal die los van het wijkcentrum gebouwd zou kunnen worden. Waar de meeste verenigingen gebruik maken van deze zaal, gaat het voor deze verenigingen voornamelijk om de grootte van de ruimte. Een gymzaal los van het wijkcentrum wordt dan ook niet per se als negatief ervaren. Hierbij heeft DIO nog een speciaal belang: zou zouden meer subsidie krijgen als de gymzaal bij de school aangebouwd wordt en in handen komt van de gemeente. Een grote voorwaarde voor de meeste verenigingen is wel dat er een grote zaal in een nieuw of vernieuwd wijkcentrum blijft. Meerdere leden van de verenigingen benadrukken dat de verschillende grootte ruimtes een cruciaal onderdeel is van het wijkcentrum.
Een groot gedeelte van de aanwezigen bij de focusgroepen geeft aan een ruimte te missen waar hun leden, of bijvoorbeeld ouders, kunnen zitten voor, na of tijdens een activiteit. Als een dergelijke ruimte wel aanwezig zou zijn, verwachten de leden van de verenigingen dat dit ertoe zal leiden dat er meer onderlinge binding ontstaat tussen de leden van dezelfde verenigingen, maar ook tussen de verschillende verenigingen.
Ik denk dat het voor ons ook wel relevant is om een soort ontmoetingsplek te hebben. Vooral voor na de lessen of er vlak voor, of tijdens de pauze, we zijn een stichting en we draaien ook op vrijwilligers. Dus als we echt die mensen willen betrekken bij wat we doen als stichting, los van dat zij cursisten zijn en wij lessen aanbieden, is dat nu lastig.
Daarnaast zou een belangrijke functie van een dergelijke ruimte zijn dat dit kan leiden tot het werven van meer vrijwilligers en het betrokken krijgen van mensen bij wijkcentrum De Schakel.
We hebben heel veel moeite om vrijwilligers te vinden. Dat komt ook voor een groot gedeelte omdat we de ouders eigenlijk niet kennen. Ik kan wel in de kleedkamer gaan zitten en met ze praten, maar dat is niet een gezellige plek om dat te doen.
Op dit moment is het wijkcentrum alleen open ten behoeve van activiteiten van de verenigingen. De verenigingen die meer inspelen op de buurt geven aan dat er veel interesse vanuit de wijk is om deel te nemen aan de georganiseerde activiteiten (bijv. Gouwe Ouwe Dag of de wintermarkt van Schakel Spektakel), maar ook als (oud-)bewoners van de buurt herkennen de deelnemers aan de focusgroepen deze signalen:
Ik weet wel dat de behoefte er bij sommige mensen is. Zet er een biljart in, dan kunnen we biljarten. Of we willen een kopje koffie halen nadat we boodschappen hebben gedaan bij de Albert Heijn. Of tussen zes en acht ‘s avonds op vrijdag een patatje kunnen halen. Er is best wel een behoefte voor losse dingen, een inloop.
Naast een ruimere openingstijd, komt in de focusgroepen een aantal keer naar voren dat bepaalde faciliteiten geen zin hebben omdat deze hier in het verleden ook geen gebruik van werd gemaakt of doordat er een te grote regeldruk kwam. Voorbeelden hiervan zijn het WIJ-team waar weinig gebruik van werd gemaakt, volgens de deelnemers van de focusgroepen door de grote zelfredzaamheid van de bewoners in de buurt, maar ook bijvoorbeeld een jongerenhonk of een Rabobank. Toch sluit een deel van de deelnemers niet uit dat buurtbewoners nu misschien wel meer open zouden staan voor een ontmoetingsplek waar ouderen bijvoorbeeld ook voor zorgvragen heen kunnen.
We veranderen natuurlijk ook wel met elkaar. Vroeger waren het echt Oosterhoogebruggers: ‘Dat dut ik nait hor, goa ik nait hin’. Maar ik zou me ook kunnen voorstellen dat ook de ouderen veranderen en dat ze misschien toch wel op een of ander moment deze kant op komen. Maar dan moet het ook gefaciliteerd worden, dat is er nu niet.
Hierbij wordt wel meermaals benadrukt dat bepaalde voorzieningen ook al in Leeuwenborg zijn en dat dat eigenlijk net te dichtbij is om ook in De Schakel te willen hebben, bijvoorbeeld het WIJ-team, een speel-o-theek of een huisarts. Daarnaast wordt genoemd dat er ook al een aantal voorzieningen in de Albert Heijn zit, bijvoorbeeld een fysiotherapeut, tandarts en ophaalpunt voor medicatie. Ook geeft een deel aan dat er al genoeg wordt georganiseerd en een vrije inloop of meer voorzieningen niet per se nodig is.
3.4 De Schakel als stichting of als onderdeel van de gemeente
Ten slotte was een groot thema het eigenaarschap van het wijkcentrum. Op dit moment is De Schakel een van de weinige wijkcentra in de gemeente Groningen die een stichting als eigenaar heeft, waarbij in dit geval ook de grond waarop het pand staat van de stichting is. Op het moment dat dit thema werd aangestipt, werd snel duidelijk dat het grootste gedeelte van de deelnemers aan de focusgroepen niet willen dat de gemeente eigenaar wordt van het gebouw. Een groot gedeelte van deze eerste reactie lijkt voort te komen uit emotie. De Schakel is sinds de oprichting meegegroeid met de wijken Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg. Bij elke uitbreiding is het gebouw medegefinancierd door de wijkbewoners zelf. Veel van de deelnemers aan de focusgroepen kunnen meepraten over de ontwikkeling(en) die De Schakel heeft doorgemaakt.
Ja, ik heb het nog meegemaakt dat dit gebouw er kwam, met certificaten. Ik heb nog twee certificaten van 25 gulden: we moesten zelf met een bedrag komen, ik weet niet meer precies wat voor bedrag, zodat we subsidies kregen om het gebouw te bouwen.
Voor de meeste deelnemers staat de gemeente voor een stugge organisatie, weinig flexibel en een verlies van het dorpse gevoel:
Het wordt beheerd door een stichting. We hebben nu een beheerder die werkt als lijm voor verenigingen en als magneet voor mensen van buiten. Het is de huidige, unieke combinatie die een grote invloed hebben op hoe het nu is. En ik denk als het gebouw van de gemeente zou zijn, dat loopt toch heel anders dan hier.
Sommige deelnemers benoemen juist voordelen die met beheer van de gemeente gepaard zouden kunnen gaan, zij zien bijvoorbeeld een kans voor ruimere openingstijden van het wijkcentrum, waardoor er ook een meer laagdrempelige inloop zou kunnen zijn.
3.5 Specifieke wensen verenigingen
Er is bij de deelnemers van de focusgroepen een groot verschil tussen de emotionele betekenis van het wijkcentrum De Schakel en de functie die een wijkcentrum an sich heeft. Alle verenigingen zijn zeer te spreken over het bestuur van De Schakel en dat het een stichting is. De deelnemers aan de focusgroepen benoemen het belang van de verschillende grootte ruimtes, waarbij de meeste verenigingen de grotere zalen gebruiken. De Schakel wordt benoemd als multifunctioneelcentrum: het centrum moet ruimte blijven bieden aan zang, dans, sport en toneel, maar ook feesten, zowel voor de buurt als privé.
Er werden enkele vereisten en wensen genoemd. De meeste verenigingen willen het behoud van:
- Verschillende groottes zalen, waarvan ten minste één niet kleiner is dan de huidige Beukemazaal. Voor stijldansvereniging Pendulum is daarbij een vereiste dat de vloer van deze grote zaal van hout is.
- Blijft de grote zaal ook de gymzaal, dan is het voor DIO van belang dat de ruimte aan de huidige norm voldoet. Op dit moment is het plafond van de gymzaal te laag.
- Geluidsinstallatie
- Podium
- Opslagruimte
- Kleedruimten
Daarnaast werden een aantal wensen genoemd:
- Een mogelijkheid tot nazit voor de verenigingen.
- Sfeerverlichting/dimlicht in de grote zaal.
- Mogelijkheid tot inloop.
- Toegankelijkheid voor minder validen verbeteren.
Hierbij vermelden wij dat dit informatie is die is opgehaald uit focusgroepen, waardoor specifieke wensen en behoeften van elke vereniging niet alle op een evenwichtige manier meegenomen kunnen worden. Op het moment dat er een beslissing genomen dient te worden, is het belangrijk om rekening te houden met (1) het gewenste gebruik van m2 per activiteit, (2) voorzieningen in de zaal, specifiek de geluidsinstallatie, lichten, soort vloer, kleedruimte en opslagruimte, (3) huidig en verwacht gebruik (keren per week en welke dag), (4) behoefte aan ruimte voor nazit (koffie, thee, wat anders) en (5) reserveringssysteem van zalen en doorgeven van wijzigingen.