Inleiding
Inleiding (titel verborgen)
1.1 Achtergrond
Sinds 2016 zijn gemeenten wettelijk verplicht om een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren onder inwoners die een voorziening vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ontvangen. Tot en met 2020 was hiervoor een verplichte landelijke vragenlijst en instructie samengesteld. Deze vragenlijst werd onder andere naar inwoners met een indicatie beschermd wonen gestuurd (zie kader). In eerdere onderzoek(en) bleek de respons van deze groep aanzienlijk lager te zijn dan van andere voorzieningengroepen. Bovendien bevat het traditionele CEO voornamelijk gesloten vragen. Men kon bijvoorbeeld alleen aangeven of de begeleiding al dan niet goed was, of dat de ondersteuning bijdraagt aan het weer zelfstandig wonen, maar niet waarom. Daarom vroeg het programmateam Beschermd Wonen en Opvang[1] aan Onderzoek, Informatie en Statistiek Groningen (OIS) om meer de diepte in te gaan door middel van interviews met inwoners die beschermd wonen. In de interviews is gesproken over de tevredenheid over de begeleiding, het toewerken naar zelfstandig wonen en het (toegangs)proces bij de gemeente.
[1] Alle gemeenten in de provincie Groningen werken samen op het gebied van Beschermd Wonen (BW) en Maatschappelijke Opvang (MO). De samenwerking krijgt vorm via het programma BW&O.
Beschermd wonen
Beschermd wonen is voor mensen vanaf 18 jaar die vanwege psychische of psychosociale problemen niet zelfstandig kunnen wonen. Een beschermde woonvorm kan aanwezig zijn in een instelling of het kan gaan om een vorm van zelfstandig wonen met begeleiding op afstand. De begeleider helpt met het structureren van de dag, op orde houden van het huishouden, vergroten van zelfredzaamheid en dagelijkse activering.
1.2 Doel en opzet van het onderzoek
De Groninger gemeenten willen meer zicht krijgen op de ervaringen van inwoners die een indicatie beschermd wonen hebben vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wat vinden zij van de begeleiding die ze krijgen? Wat vinden de inwoners van het wonen in de bw-voorziening? Draagt de ondersteuning bij aan het (opnieuw) zelfstandig kunnen wonen? En wat vond men van het proces om een indicatie aan te vragen en de jaarlijkse herindicatiegesprekken? Om hier meer inzicht in te krijgen is er een kwalitatief onderzoek uitgevoerd in de vorm van interviews. Er zijn tussen oktober 2023 en januari 2024 gesprekken gevoerd met 22 inwoners.
Semigestructureerde interviews
De interviews hadden een semigestructureerd karakter. Dit houdt in dat er is gewerkt met een vooraf opgestelde vragenlijst, maar afhankelijk van de situatie en antwoorden van de geïnterviewde, is elk interview anders verlopen en is er doorgevraagd op verschillende onderwerpen. De vragenlijst bestond uit een aantal stellingen over de begeleiding uit het standaard Wmo CEO. De inwoners konden aangeven in hoeverre ze het met een stelling eens waren, en vervolgens werd hierover doorgesproken. Naast deze stellingen bevatte de vragenlijst vragen over het gemeentelijke proces. Al met al ging het gesprek over de tevredenheid over de begeleiding, het nut van de begeleiding, het toewerken naar zelfstandig wonen, de ervaring om Thuis-Plusbegeleiding te krijgen, het aanmeldproces, herindicaties en het contact met de gemeente.
Bij kwalitatief onderzoek streven we naar informatieverzadiging: op den duur komen tijdens de gesprekken enkel nog eerder gehoorde ervaringen en invalshoeken naar voren. Meestal zijn daarvoor zes tot twaalf interviews nodig[2]. Omdat iedere persoon die beschermd woont diens eigen verhaal heeft, hoorden we ook bij het laatste gesprek nog weer nieuwe ervaringen. Over de begeleiding, het wonen en het indicatieproces bij de gemeente zagen we echter wel een rode lijn ontstaan.
Er moet echter rekening gehouden worden met de non-respons op het onderzoek. Dit zijn de inwoners die wel benaderd zijn om deel te nemen aan dit onderzoek, maar dit niet gedaan hebben (zie ook de volgende paragraaf). Deze inwoners hadden bijvoorbeeld geen mentale ruimte, tijd of zin om mee te doen of konden we niet bereiken. Het kan zijn dat we daardoor meer inwoners hebben gesproken waarmee het relatief goed gaat of die positief zijn over hun begeleiding, waardoor zij eerder geneigd waren om deel te nemen aan het onderzoek. Dit vermoeden wordt versterkt doordat meerdere respondenten aangaven dat de reden dat ze wilden deelnemen was dat ze zo blij waren met hun begeleider.
[2] Guest, G., Bunce, A., & Johnson, L. (2006). How Many Interviews Are Enough?: An Experiment with Data Saturation and Variability. Field Methods, 18(1), 59–82.
1.3 Respondenten
In totaal interviewden we 22 inwoners. We spraken acht vrouwen en veertien mannen in de leeftijd van begin twintig tot achter in de veertig. Het grootste deel van de respondenten was in de twintig. Kwalitatief onderzoek is niet gericht op representativiteit, maar op het volledig in beeld brengen van verschillende ervaringen en meningen. Omdat we graag inwoners uit verschillende gemeenten aan het woord wilden laten, hebben we geprobeerd om de interviews evenredig verspreid over de gemeenten te verdelen. Daarbij moesten we werken binnen de mogelijke kaders. Zo waren er verscheidene inwoners die om wat voor reden niet mee konden of wilden doen. Ook liep het contact met sommige gemeenten en/of begeleiders stroef. Hierdoor hebben we niet in alle gemeenten inwoners gesproken.
Uiteindelijk spraken we inwoners uit de vijf grootste gemeenten. Van het totaal aantal inwoners met beschermd wonen in de provincie Groningen (ongeveer 1.200) woont bijna twee derde in de gemeente Groningen. Hier spraken we elf mensen. Midden-Groningen volgt met tien procent (twee respondenten), Veendam met acht procent (drie respondenten), Oldambt met zes procent (drie respondenten) en Stadskanaal met vijf procent (drie respondenten).
De respondenten die geïnterviewd zijn, hadden een van de volgende Beschermd Wonen-producten:
- Verblijf met 24-uurs toezicht
- Verblijf met toezicht nabij en op afroep
- Thuis Plus
- Activering en participatie
Het grootste deel van de respondenten woonde op een groep (veelal 24-uurs toezicht en toezicht nabij en op afroep), gevolgd door Thuis Plus. De duur dat men op het moment van het interview in de BW-voorziening woonde, verschilde van een paar maanden tot meerdere jaren. Ook waren er verscheidene respondenten die in meer dan een BW-voorziening gewoond hebben. Enkele respondenten zaten al aan het einde van hun beschermd wonen-traject. Zij gingen op korte termijn zelfstandig wonen.