Spring naar inhoud

Toegankelijkheidsopties:

Bevolkingsprognose op gemeenteniveau

Bevolkingsprognose op gemeenteniveau (titel verborgen)

In dit hoofdstuk wordt de bevolkingsprognose op gemeenteniveau besproken. Hierbij worden de aannames gebruikt zoals uiteengezet in hoofdstuk 3.

4.1 Geboorte

Figuur 1 laat het aantal geboortes van 2014 tot en met 2023 zien, alsook het aantal verwachte geboortes tot 2044. Ondanks de trendmatige daling die sinds 2014 te zien is, met een kleine opleving in 2021, wordt verwacht dat het aantal geboorten zal toenemen van 1.951 in 2024 tot 2.153 in 2043.

Figuur 1: Geboortecijfers 2014 tot en met 2023 en geprognosticeerde geboortecijfers 2024-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Aantal geboortes Aantal geprognosticeerde geboortes
2014 2.242  
2015 2.273  
2016 2.201  
2017 2.155  
2018 2.037  
2019 2.025  
2020 2.073  
2021 2.227  
2022 1.977  
2023 1.845  
2024 1.951 1.951
2025   1.978
2026   2.002
2027   2.030
2028   2.061
2029   2.090
2030   2.114
2031   2.132
2032   2.149
2033   2.162
2034   2.169
2035   2.175
2036   2.177
2037   2.181
2038   2.185
2039   2.183
2040   2.181
2041   2.180
2042   2.165
2043   2.162
2044   2.153

Vrouwen in de vruchtbare leeftijd

In Figuur 2 worden het vruchtbaarheidscijfer en het aantal vrouwen tussen de 15 en 49 jaar weergegeven. Hoewel het vruchtbaarheidscijfer naar verwachting zal blijven dalen, neemt het aantal vrouwen in deze leeftijdsgroep toe. Dit betekent dat, ondanks dat vrouwen gemiddeld minder kinderen krijgen, het totale aantal vrouwen dat kinderen kan krijgen toeneemt. Hierdoor zal het absolute aantal geboorten waarschijnlijk stijgen.

Figuur 2: Geprognosticeerde aantal vrouwen in de leeftijd 15 tot en met 49 jaar afgezet tegen de geprognosticeerde vruchtbaarheidscijfer in de gemeente Groningen

4.2 Sterfte

In de afgelopen tien jaar is het sterftecijfer in Groningen zowel voor vrouwen als mannen schommelend maar gestaag toegenomen. In 2020 en 2021 lag het sterftecijfer gemiddeld 115 hoger dan in de acht voorgaande jaren, wat te wijten was aan de coronapandemie. De verwachting is dat het absolute aantal sterfgevallen de komende jaren zal blijven toenemen, zoals weergegeven in Figuur 3, met een verwacht hoogtepunt van 2.366 rond het jaar 2044. De toename van het aantal sterfgevallen gaat ook samen met de vergrijzing van de 65+ bevolking, dat geleidelijk zal stijgen van 15% tot 17% in 2035 (zie voor meer informatie over de grijze druk hoofdstuk 4.7)

Figuur 3: Absolute sterftecijfers 2014 tot en met 2023 en geprognosticeerde sterftecijfers 2024-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Aantal sterftes Aantal geprognosticeerde sterftes
2014 1.701  
2015 1.706  
2016 1.719  
2017 1.748  
2018 1.701  
2019 1.705  
2020 1.806  
2021 1.843  
2022 1.931  
2023 1.880  
2024 1.888 1.888
2025   1.903
2026   1.916
2027   1.936
2028   1.954
2029   1.976
2030   2.002
2031   2.049
2032   2.081
2033   2.115
2034   2.153
2035   2.184
2036   2.208
2037   2.233
2038   2.267
2039   2.281
2040   2.303
2041   2.322
2042   2.340
2043   2.357
2044   2.366

4.3 Natuurlijke groei

De natuurlijke groei is het verschil tussen het aantal levend geboren kinderen en het aantal sterfgevallen. In Figuur 4 wordt de ontwikkeling van de jaarlijkse natuurlijke groei tussen 2014 en 2044 weergegeven. In de afgelopen tien jaar (2014-2023) schommelde het aantal geboorten tussen 1.845 en 2.242 (zie Figuur 1), terwijl het aantal sterfgevallen in dezelfde periode gestaag toenam van 1.701 naar 1.880 (zie Figuur 3). Deze ontwikkelingen leidden tot een geleidelijke afname van de natuurlijke groei, van ongeveer 541 in 2014 naar -35 in 2023. De scherpe daling in de periode 2021-2023 was mede het gevolg van hogere sterftecijfers door (de gevolgen van) de coronapandemie.

In de prognose houden we rekening met zowel de woningbouwplanning als de historische trend in de natuurlijke groei. Bij woningbouwprojecten, met name wanneer deze de bouw van eengezinswoningen omvatten, kan een situatie ontstaan waarin stellen verhuizen naar een geschikte woning voor gezinsuitbreiding met een mogelijke stijging van de geboorte tot gevolg. Tegelijkertijd laat de sterfteprognose een stijgende trend zien. Tot 2035 blijft het aantal geboorten echter hoger dan het aantal sterfgevallen, waardoor de natuurlijke groei in deze periode positief blijft. Na 2035 neemt het aantal sterfgevallen sterker toe dan het aantal geboorten, en slaat de natuurlijke groei om in een netto daling.

In de nieuwe bevolkingsprognose voor de gemeente Groningen gaan we ervan uit dat de dalende natuurlijke groei na 2035 onderdeel wordt van een langdurige trend. Deze ontwikkeling wordt zichtbaar doordat de geboorte vanaf dat moment structureel lager liggen dan de sterfte (zie Figuur 4).

Figuur 4: Natuurlijke groei 2014 tot en met 2023 en geprognosticeerde natuurlijke groei 2024-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jaar Natuurlijke groei Geprognosticeerde natuurlijke groei  
2014 541   0,001
2015 567    
2016 482    
2017 407    
2018 336    
2019 320    
2020 267    
2021 384    
2022 46    
2023 -35    
2024 63 63  
2025   75  
2026   86  
2027   94  
2028   107  
2029   114  
2030   112  
2031   83  
2032   68  
2033   47  
2034   16  
2035   -9  
2036   -31  
2037   -52  
2038   -82  
2039   -98  
2040   -122  
2041   -142  
2042   -175  
2043   -195  
2044   -213 0,001

4.4 Binnenlandse migratie

Het binnenlandse migratiesaldo is het verschil tussen het aantal mensen dat naar de gemeente verhuist en het aantal mensen dat vanuit de gemeente naar elders in Nederland verhuist. Uit Figuur 5 blijkt dat er tussen 2015 en 2021 sprake was van een negatief binnenlands migratiesaldo, met een opleving in 2023. Deze opleving kan mogelijk worden toegeschreven aan de invoering van de basisbeurs. Veel mensen die al in de gemeente woonden, hebben zich mogelijk pas in 2023 ingeschreven om in aanmerking te komen voor de beurs.

In de prognose wordt een meer stabiele, maar dalende trend verwacht. Omdat de woningbouwplanning een grote impact heeft op de migratiecijfers, zal het verwachte migratiesaldo in sommige jaren hoger of lager zijn, afhankelijk van het aantal woningen dat in die jaren naar verwachting wordt gebouwd.

Figuur 5: Binnenlandse migratie 2014 tot en met 2023 en geprognosticeerde binnenlandse migratie 2024-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

jaar Binnenlandse migratiesaldo Geprognosticeerde binnenlandse migratiesaldo  
2014 1.110   0,001
2015 -443    
2016 -716    
2017 -1.080    
2018 -1.110    
2019 -1.000    
2020 -505    
2021 -1.481    
2022 -1.225    
2023 3.155    
2024 358 358  
2025   351  
2026   550  
2027   1.395  
2028   1.429  
2029   1.322  
2030   1.463  
2031   866  
2032   1.026  
2033   857  
2034   732  
2035   602  
2036   678  
2037   1.152  
2038   751  
2039   528  
2040   437  
2041   355  
2042   308  
2043   252  
2044   -1 0,001

4.5 Buitenlandse migratie

De buitenlandse migratie is het verschil tussen het aantal mensen dat zich in het buitenland vestigt en het aantal mensen dat vanuit het buitenland vertrekt. Het migratiebeeld van de afgelopen tien jaar toont aanzienlijke schommelingen (zie Figuur 6). Deze pieken en dalen worden waarschijnlijk beïnvloed door externe factoren zoals geopolitieke spanningen, economische trends en veranderingen in migratiebeleid. De opvallende piek in 2022 kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan de oorlog in Oekraïne, die leidde tot een grote toestroom van vluchtelingen naar Nederland. Ook eerdere schommelingen, zoals in 2015-2016, zijn mogelijk gerelateerd aan de vluchtelingencrisis in Syrië en andere conflicthaarden.

  In tegenstelling tot deze fluctuaties laat het geprognosticeerde buitenlandse migratiesaldo een meer evenwichtig beeld zien. Figuur 6 laat zien dat de verwachte buitenlandse migratiestroom daalt en zich stabiliseert vanaf 2028. Het prognosemodel gaat uit van een gemiddelde trend, waarbij pieken en dalen in historische data worden afgezwakt. Het stabiele beeld weerspiegelt een aanname dat factoren zoals internationale migratiegolven en beleidswijzigingen in de toekomst minder variabel zullen zijn. Desondanks is migratie sterk afhankelijk van onvoorspelbare factoren, zoals nieuwe conflicten, economische crises of beleidswijzigingen, die op lange termijn aanzienlijke veranderingen kunnen veroorzaken.

Figuur 6: Buitenlandse migratie 2014 tot en met 2023 en geprognosticeerde buitenlandse migratie 2024-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Buitenlandse migratiesaldo Geprognosticeerde buitenlandse migratiesaldo
2014 464  
2015 518  
2016 1.342  
2017 1.138  
2018 1.975  
2019 2.229  
2020 760  
2021 2.813  
2022 4.210  
2023 2.573  
2024 2.054 2.054
2025   1.760
2026   1.474
2027   1.306
2028   1.130
2029   1.137
2030   1.130
2031   1.126
2032   1.126
2033   1.116
2034   1.089
2035   1.083
2036   1.068
2037   1.048
2038   1.039
2039   1.026
2040   1.017
2041   1.009
2042   1.002
2043   996
2044   989

4.6 Bevolkingsgroei

Groningen telde begin 2024 243.670 inwoners. De bevolking is de afgelopen tien jaar gestaag gegroeid met ongeveer 0,6% per jaar. De verwachting is dat deze trend zich blijft aanhouden met een gemiddelde percentuele groei van 0,7% per jaar en dat eind 2026 de grens van 250.000 inwoners wordt overschreden tot 282.777 inwoners in 2044, zie Figuur 7.

Figuur 7: Bevolkingsgroei 2014-2024 en geprognosticeerde bevolkingsgroei 2025-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Bevolking Geprognosticeerde bevolking
2014 224.473  
2015 226.532  
2016 227.141  
2017 229.291  
2018 229.759  
2019 231.014  
2020 232.656  
2021 233.185  
2022 234.892  
2023 237.933  
2024 243.670 243.670
2025   246.145
2026   248.331
2027   250.441
2028   253.236
2029   255.902
2030   258.475
2031   261.180
2032   263.255
2033   265.475
2034   267.495
2035   269.332
2036   271.008
2037   272.723
2038   274.871
2039   276.579
2040   278.035
2041   279.367
2042   280.589
2043   281.724
2044   282.777

Bevolking naar leeftijdsgroep en geslacht

Uit de bevolkingspiramides van Groningen in 2024 en 2044 blijkt dat de bevolkingsstructuur van de stad aanzienlijke veranderingen zal ondergaan. De vergelijking tussen de twee piramides geeft inzicht in de vergrijzing van de bevolking, de groei van bepaalde leeftijdsgroepen en de demografische dynamiek in de stad.

Figuur 8: Bevolking naar leeftijdsgroep en geslacht in 2024 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijd Mannen Vrouwen
95+ 63 206
90-94 366 812
85-89 1.059 1.728
80-84 1.921 2.535
75-79 3.746 4.217
70-74 4.731 5.015
65-69 5.407 5.587
60-64 5.987 6.037
55-59 6.366 6.325
50-54 6.800 6.477
45-49 6.010 5.816
40-44 6.668 6.034
35-39 7.719 6.969
30-34 10.124 8.825
25-29 14.292 13.116
20-24 17.680 20.860
15-19 7.382 8.544
10-14 4.971 4.695
5-9 4.703 4.533
0-4 4.864 4.480

De bevolkingspiramide van 2024 toont een relatief brede basis in de leeftijdsgroep van 20-29 jaar. Dit wijst op een grote populatie jongvolwassenen, grotendeels te verklaren door de aantrekkingskracht van Groningen als studentenstad en als centrum voor starters en jonge professionals. De leeftijdsgroepen van 30-39 jaar en 0-14 jaar zijn minder sterk vertegenwoordigd, wat wijst op een lager aandeel gezinnen met jonge kinderen. De hogere leeftijdsgroepen (65+), hoewel aanzienlijk aanwezig, nemen een relatief kleiner aandeel in dan de jongere populatie.

Figuur 9: Bevolking naar leeftijdsgroep en geslacht in 2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijd Mannen Vrouwen
95+ 216 480
90-94 890 1.494
85-89 2.110 3.003
80-84 3.462 4.252
75-79 4.603 5.118
70-74 5.583 5.685
65-69 5.758 5.732
60-64 6.487 6.162
55-59 7.048 6.730
50-54 7.513 7.162
45-49 7.916 7.551
40-44 8.490 8.080
35-39 9.717 8.902
30-34 12.149 10.802
25-29 16.271 14.991
20-24 19.878 22.506
15-19 7.603 8.896
10-14 4.956 4.833
5-9 4.862 4.815
0-4 5.040 5.031

In de piramide van 2044 zijn duidelijke verschuivingen zichtbaar. De leeftijdsgroep van 65 jaar en ouder is fors gegroeid, wat duidt op vergrijzing binnen de stad. Dit wordt weerspiegeld in de bredere bovenkant van de piramide. De jongvolwassenen blijven een belangrijke groep, maar het aandeel in de leeftijdsgroep 20-29 jaar lijkt relatief minder dominant.

Tussen 2024 en 2044 groeit de bevolking niet alleen in absolute zin, maar verandert ook de samenstelling. De vergrijzing is een dominante trend, waarbij het aandeel ouderen (65+) in 2044 aanzienlijk hoger is. De relatief stabiele aanwezigheid van jongere bevolkingsgroepen suggereert dat Groningen erin slaagt jonge gezinnen en werkenden aan te trekken. Dit kan deels te danken zijn aan geplande uitbreidingen van de woningvoorraad in specifieke wijken en het stimuleren van een gezinsvriendelijke omgeving.

Opbouw bevolkingsgroei

De prognose voor de bevolkingsgroei is gebaseerd op geboortes, sterfte en migratie, zoals besproken in hoofdstuk 2. In Figuur 10 wordt getoond hoe deze factoren bijdragen aan de bevolkingsgroei. Van deze factoren lijkt het saldo van buitenlandse migratie de grootste invloed te hebben op de verwachte bevolkingsgroei. Een uitzondering hierop vormen de jaren 2027-2030 en 2037, waarin het saldo van binnenlandse migratie een grotere rol speelt. Dit komt doordat de woningbouwplanning een grote impact heeft op binnenlandse migratie. In de genoemde jaren, zoals de oranje lijn in Figuur 10 laat zien, worden er naar verwachting meer woningen gebouwd. Dit verklaart waarom de binnenlandse migratie in die periodes een grotere invloed heeft op de bevolkingsgroei.

Figuur 10: Opbouw geprognosticeerde bevolkingsgroei 2024-2044 in de gemeente Groningen

4.7 Groene en grijze druk

De groene druk verwijst naar de verhouding jongeren tussen de 0 en 19 jaar ten opzichte van de gehele bevolking. Deze druk kan worden gezien als een indicator van de druk die jongeren uitoefenen op de beschikbare middelen en de voorzieningen die nodig zijn om de behoeften van jongeren te ondersteunen, zoals scholen, sportfaciliteiten en transportmogelijkheden. In de periode van 2014 tot 2016 bleef de groene druk stabiel op 20% (zie Figuur 11). Vanaf 2017 is er echter een daling zichtbaar, die doorzet naar 18% in 2020 en dit percentage is blijven aanhouden tot en met 2024. Voor de jaren 2025 tot 2044 wordt er een verdere afname van de groene druk verwacht. De prognoses laten zien dat het percentage zal dalen van 18% in 2024 naar 16% in 2038, wat mogelijk komt door de dalende natuurlijke groei zoals te zien is in Figuur 4.

De grijze druk verwijst naar de verhoudingen van oudere mensen (65-plussers) in de bevolking en kan worden gezien als een indicator van de druk die vergrijzing uitoefent op de maatschappij en haar voorzieningen. In 2014 was de grijze druk 13%, maar deze is geleidelijk gestegen naar 15% in 2024. Voor de periode van 2025 tot 2044 wordt verwacht dat de grijze druk geleidelijk zal stijgen naar 17% in 2035, waarna het percentage op dit niveau blijft hangen, wat wijst op een toenemende vergrijzing van de bevolking.

Figuur 11: Groene en grijze druk 2014-2024 en geprognosticeerde groene en grijze druk 2025-2044 in de gemeente Groningen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Groene druk Geprognosticeerde groene druk Grijze druk Geprognosticeerde grijze druk
2014 19,9%   13,1%  
2015 19,7%   13,3%  
2016 19,4%   13,6%  
2017 19,3%   13,8%  
2018 19,1%   14,1%  
2019 18,8%   14,4%  
2020 18,5%   14,7%  
2021 18,3%   15,1%  
2022 18,2%   15,3%  
2023 18,1%   15,4%  
2024 18,1% 18,1% 15,3% 15,3%
2025   17,8%   15,5%
2026   17,6%   15,6%
2027   17,5%   15,8%
2028   17,4%   15,9%
2029   17,2%   16,1%
2030   17,1%   16,2%
2031   17,0%   16,3%
2032   16,9%   16,4%
2033   16,8%   16,5%
2034   16,7%   16,6%
2035   16,6%   16,7%
2036   16,6%   16,9%
2037   16,5%   17,0%
2038   16,5%   17,0%
2039   16,4%   17,0%
2040   16,4%   17,0%
2041   16,4%   17,0%
2042   16,3%   17,1%
2043   16,3%   17,1%
2044   16,3%   17,1%