Spring naar inhoud

Toegankelijkheidsopties:

Methode

Methode (titel verborgen)

3.1 Dataverzameling

In 2024 voerde Mobycon een onderzoek uit naar de implementatie van een OV-maatregel voor mensen met een beperkt budget in de provincies Groningen en Drenthe. Het doel van deze maatregel is om door middel van gratis openbaar vervoer voor mensen met een klein budget de maatschappelijke participatie te verhogen en mobiliteitsarmoede te verminderen. In de verkenning is gerekend met verschillende inkomensgrenzen, waarbij 120% van de bijstandsnorm de hoogste inkomensgroep was.

In lijn met de gehanteerde inkomensgrens in het onderzoek van Mobycon wilden we ook in ons onderzoek inwoners bereiken met een inkomen tot maximaal 120% van de bijstandsnorm. Om deze doelgroep te bereiken, is er een vragenlijst uitgezet bij inwoners die een Stadjerspas hebben. De inkomensgrens voor de Stadjerspas is namelijk tot 120% van de bijstandsnorm. De vragenlijst heeft tussen februari en maart 2025 twee keer in de nieuwbrief van Stadjerspas gestaan. In totaal is de vragenlijst door 902 personen (deels) ingevuld.

De vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de dimensies uit Figuur 2, met als doel inzicht te krijgen in de vervoersbehoeften en de mate van vervoersarmoede binnen de doelgroep. Daarbij lag de nadruk op de (ervaren) beschikbare vervoersmogelijkheden. Dit onderzoek richt zich specifiek op de ervaringen van inwoners met een beperkt budget. De vragenlijst is niet verspreid onder andere inwonersgroepen. Hierdoor kunnen de antwoorden niet vergeleken worden met de vervoersbehoefte en mogelijke oorzaken van mobiliteitsarmoede van andere Groninger inwoners.

3.2 Verdeling respons naar leeftijd

Tabel 1 laat de verdeling van de respondenten naar leeftijd zien. Deze tabel geeft daarnaast de verdeling weer van dezelfde leeftijdsgroepen binnen de gemeente Groningen (de populatie). Van de respondenten is 6% tussen de 18 en 27 jaar, terwijl dit in de populatie 31% is. Dit betekent dat jongeren ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef. Het aandeel respondenten in de leeftijdsgroep 28 tot 44 jaar komt ongeveer overeen met de werkelijke verhouding binnen de gemeente. De leeftijdsgroepen van 45 tot 64 jaar (42%) en 65 tot 74 jaar (16%) zijn oververtegenwoordigd. Niet alle respondenten hebben hun geboortedatum ingevuld, daarom wijkt het aantal respondenten in tabel 1 af van de totale respons.

Tabel 1: Respons (n=763) naar leeftijd, vergeleken met de verdeling 18-plussers in de gemeente Groningen (n= 209.640)

  respons populatie 2024
18 - 27 jaar 6% 31%
28 - 44 jaar 30% 27%
45 - 64 jaar 42% 24%
65 - 74 jaar 16% 10%
75 jaar of ouder 6% 8%

3.3 Verdeling respons naar gebiedsdeel

Ruim negen op de tien respondenten hebben hun postcode achtergelaten. Deze postcodes worden gebruikt om een onderverdeling te kunnen maken van de resultaten naar gebiedsdeel. De verdeling van de respons over de gebiedsdelen wordt vergeleken met de verdeling van huishoudens met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Hoewel we voor het werven van respondenten een inkomensgrens van 120% hebben gehanteerd geeft de verdeling van huishoudens tot 110% van de bijstandsnorm een goed beeld van de werkelijke verdeling van huishoudens binnen de gemeente. In de respons zijn bewoners uit het gebiedsdeel Centrum minder vertegenwoordigd dan in de populatie. Dit geld in mindere mate voor de gebiedsdelen Ten boer en Haren. Dit betekent dat deze gebiedsdelen ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef. Bewoners uit Zuid,  Oost en de Oude Wijken zijn juist oververtegenwoordigd. Het aandeel respondenten uit West komt ongeveer overeen met het aandeel in de totale populatie.

Tabel 2: Respons (n=735) naar gebiedsdeel, vergeleken met de verdeling van huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum in de gemeente Groningen (exclusief studentenhuishoudens).

  respons Verdeling Groningse
huishoudens tot 110%
van de bijstandsnorm
Centrum 7% 11%
Haren 3% 3%
Oost 20% 14%
Oude Wijken 29% 28%
Ten Boer 2% 1%
West 20% 23%
Zuid 19% 20%

3.4 Verdeling respons naar huishoudsamenstelling

Figuur 2 laat de verdeling van de respons naar huishoudsamenstelling zien. Hiernaar is omdat een aantal vragen betrekking hadden op het reisgedrag van (eventuele) kinderen van respondenten. Ruim een kwart van de respondenten (28%) woont samen met kinderen in het huishouden. Bijna zes op de tien respondenten wonen alleen. Dit is in lijn met de afspiegeling van de populatie; 57% van alle personen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum woont alleen (CBS, 2025). De overige respondenten wonen zonder kinderen in wisselende samenstellingen.

Figuur 2: Huishoudsamenstelling respondenten (n=767)

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

antwoord %
Ik woon alleen 58%
Ik woon zonder partner, met kinderen 19%
Ik woon samen met partner, zonder kinderen 10%
Ik woon met partner en kinderen 9%
Ik woon met andere mensen samen
(bijv. met familie, studentenhuis, woongroep, etc.)
4%