Spring naar inhoud

Dissimilariteit naar opleidingsniveau van de ouders

Inleiding (titel verborgen)

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar dissimilariteit op basis- en voortgezet onderwijsscholen op basis van het opleidingsniveau van ouders5). Tevens wordt in kaart gebracht of de gemiddelde dissimilariteitsscore op basis van het opleidingsniveau van ouders verschilt tussen bijzondere en openbare basisscholen. Voor het opleidingsniveau kijken we naar het hoogst gehaalde opleidingsniveau van (een van) beide ouders.

Een dissimilariteitsscore geeft aan in hoeverre de verdeling van de leerlingen, in dit geval op basis van opleidingsniveau, evenredig verdeeld is over de scholen zoals we dat zouden verwachten op basis van de leerlingenpopulatie. Hoe hoger de dissimilariteitsscore, hoe minder gemengd de scholen zijn. Zie de methoden in bijlage 1 voor meer informatie over de dissimilariteitsscore.

5) Voor dit onderzoek zijn de termen laag opgeleid, middelbaar opgeleid en hoog opgeleid gebruikt. Deze termen zijn op dit moment onderwerp van discussie in de samenleving en politiek, omdat ze onbedoeld een rangorde lijken te suggereren. Toch is er nog geen overeenstemming over nieuwe termen. Daarom is besloten om de huidige termen te blijven gebruiken. Meer informatie is te vinden in bijlage 1.

4.1 Basisonderwijs

Zie figuur 6 voor de gemiddelde dissimilariteitsscore op basis van het opleidingsniveau van de ouders sinds 2012. We zien hier een toename in de gemiddelde score, wat inhoudt dat kinderen van ouders met verschillende opleidingsniveaus elkaar steeds minder tegenkomen op school in vergelijking met wat je zou kunnen verwachten op basis van de leerlingenpopulatie.

Figuur 6: Gemiddelde dissimilariteitsscore naar opleidingsniveau van de ouders over alle basisscholen vanaf 2012-2022

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 6  
2012 35,3
2014 36,5
2016 37,8
2018 39,8
2020 39,3
2022 40,4

N=52-57

De scholen zijn vervolgens verdeeld in categorieën: gemengde scholen, scholen met matige dissimilariteit en scholen met hoge dissimilariteit. Zie tabel 4 voor een overzicht. We zien dat er in 2022 12 basisscholen vallen in de categorie ‘hoge dissimilariteit’, wat inhoudt dat er 12 scholen zijn waar een relatief groot deel van de ouders van de leerlingen of hoog of laag opgeleid zijn, vergeleken met wat we in de leerlingenpopulatie zouden verwachten. Het aantal scholen dat in een bepaalde dissimilariteitscategorie valt fluctueert enigszins over de jaren, maar over het algemeen lijkt het beeld redelijk stabiel te zijn.

Tabel 4: Aantal basisscholen per dissimilariteitscategorie naar opleidingsniveau van de ouders van 2012-2022

  2012 2014 2016 2018 2020 2022
Hoge dissimilariteit 10 7 9 10 11 12
Matige dissimilariteit 29 33 30 30 26 28
Gemengd 18 13 13 12 15 15

Denominatie

Voor het verschil in dissimilariteit naar opleidingsniveau van de ouders in het openbaar en bijzonder onderwijs hebben we gekeken naar de gemiddelde dissimilariteitsscore, zie figuur 7. In 2012 was er weinig verschil in de dissimilariteit naar opleidingsniveau van de ouders tussen openbare en bijzondere basisscholen. Dit is vervolgens voor het openbaar onderwijs weinig veranderd over de jaren. In het bijzonder onderwijs zien we daarentegen dat de gemiddelde dissimilariteitsscore in de loop der jaren is gestegen, wat inhoudt dat bijzondere scholen minder gemengd zijn geworden qua opleidingsniveau van de ouders. 

Figuur 7: Gemiddelde dissimilariteitsscore naar opleidingsniveau van de ouders over alle basisscholen naar denominatie van 2012-2022

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Bijzonder Openbaar
2012 35,6 35,1
2014 38,4 34,6
2016 40,6 35,0
2018 43,3 36,4
2020 43,2 35,4
2022 46,9 33,7

N=52-57

4.2 Voortgezet onderwijs

Over het algemeen is de gemiddelde dissimilariteitsscore op basis van opleidingsniveau van de ouders in de afgelopen jaren gelijk gebleven voor het voortgezet onderwijs, met uitzondering van 2012 naar 2014 waar een afname te zien is (zie figuur 8). Opvallend is dat de gemiddelde dissimilariteitsscore in het voortgezet onderwijs hoger is dan in het basisonderwijs.

Figuur 8: Gemiddelde dissimilariteitsscore naar opleidingsniveau van de ouders over alle voortgezet onderwijsscholen vanaf 2012-2022

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 8  
2012 52,6
2014 43,6
2016 41,4
2018 43,6
2020 42,7
2022 43,3

N=21-24

Het merendeel van de scholen valt in 2022 in de categorie hoge of matige dissimilariteit, zie tabel 5. Dit geeft aan dat op veel scholen in de gemeente een groot deel van de leerlingen ouders hebben met een vergelijkbaar opleidingsniveau. Op zes scholen zijn de leerlingen evenredig verdeeld op basis van het opleidingsniveau van de ouders, gelijkend op de verhoudingen in de leerlingenpopulatie. Daarnaast zien wij voor het voortgezet onderwijs een gelijk beeld als in het basisonderwijs: het aantal scholen dat in een bepaalde categorie valt fluctueert over de jaren, waardoor een duidelijke trend niet zichtbaar is.

Tabel 5: Aantal voortgezet onderwijsscholen per dissimilariteitscategorie naar opleidingsniveau van de ouders van 2014-2022

  2014 2016 2018 2020 2022
Hoge dissimilariteit 9 7 5 6 9
Matige dissimilariteit 8 9 12 10 7
Gemengd 7 7 5 6 6

4.3 Samenvatting van dissimilariteit naar opleidingsniveau van de ouders

De dissimilariteitsscore meet hoe gelijkmatig de verdeling van leerlingen op scholen is op basis van het opleidingsniveau van hun ouders. Een hogere score betekent dat scholen minder gemengd zijn op basis van het opleidingsniveau van hun ouders. Sinds 2012 zien we een toename in de dissimilariteitsscore, wat betekent dat kinderen van ouders met verschillende opleidingsniveaus elkaar steeds minder tegenkomen op basisscholen. In 2022 zijn er 12 basisscholen met een hoge dissimilariteitsscore. Dit betekent dat deze scholen veel leerlingen hebben van ouders met een hoog opleidingsniveau.

Openbare en bijzondere basisscholen waren in 2012 even gemengd. Bij openbare scholen bleef dit stabiel. Bij bijzondere scholen is de dissimilariteitsscore gestegen, wat betekent dat deze scholen minder gemengd zijn geworden.

De gemiddelde dissimilariteitsscore voor middelbare scholen bleef de afgelopen jaren gelijk, behalve van 2012 naar 2014 waar een afname te zien was. De dissimilariteitsscore is hier hoger dan bij basisscholen. De meeste middelbare scholen hebben leerlingen van ouders met vergelijkbare opleidingsniveaus. In 2022 zijn er zes middelbare scholen waar de leerlingen gelijkmatig verdeeld zijn op basis van het opleidingsniveau van de ouders. Het aantal scholen in elke categorie verandert elk jaar een beetje, zonder duidelijke trend.